Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30282/GM, 28 april 2023, beroep
Uitspraakdatum:28-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/30282/GM
    
            
Betreft    klager
Datum    28 april 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

 

1. De procedure
Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager klaagt over het niet verstrekken van een medisch matras en het stoppen van de fysiotherapie behandeling.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. A. van Wijk, het hoofd zorg en het  plaatsvervangend hoofd zorg, namens de inrichtingsarts, gehoord op de digitale zitting van 22 maart 2023. 

 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Matras
Met een medisch matras wordt een aangepast matras bedoeld. Klager wil daar aanspraak op maken. Verwezen wordt naar RSJ 7 oktober 2022, 21/24173/GM waarin staat dat er geen consensus is over welke kenmerken een matras moet hebben om het predicaat ´medisch´ te verkrijgen. Hoogstens kan worden gesproken van een niet standaard of aangepast matras, waarvoor gekozen kan worden in gevallen waarin men in verband met aanhoudende klachten met een standaard matras niet uitkomt. Dat is bij klager het geval. Dit matras zou dan door iemand met verstand van zaken met klager moeten worden afgestemd op zijn klachten. Dat zou dan een matras zonder brandwerend middel moeten zijn, en niet een van de matrassen waarvan nu in de PI gebruik wordt gemaakt. Het brandwerende middel tast de foam aan waardoor deze matrassen plat worden. Dat is na controle vanuit de gedeco gebleken. Er is een afspraak gemaakt dat de reguliere matrassen vaker vervangen kunnen worden. Er zijn ook matrassen die verhoogd zijn, harder. Klager wil alsnog een aangepast matras en compensatie. 

Fysiotherapie
Er is gezegd dat er geen duidelijke indicatie is voor fysiotherapie. Het is klager onduidelijk waarom hij daarvoor niet in aanmerking kan komen. Klager, die rugklachten heeft als gevolg van slijtage, heeft baat bij die behandelingen. Hij zou recht hebben op dertien behandelingen. Klager heeft dit in november 2021 al bij de medische intake aangekaart. Er gaat wel vaker iets fout binnen de inrichting. Zo was hij een keer afwezig in verband met een rechtszitting en dat komt dan bij de fysiotherapeut over als ´hij wil niet´. 


Standpunt van de inrichtingsarts
Matras
Een medisch matras bestaat niet. Dat de matrassen in de PI met een brandwerende stof worden bewerkt klopt. Die stof wordt aangebracht voor de brandveiligheid. Het klopt ook dat het matras daardoor eerder inzakt. Het is niet aan de medische dienst om voor de gedetineerde een nieuw matras aan te vragen. Dat kan bij het personeel. Klager heeft geen medische indicatie voor een aangepast matras.

Fysiotherapie 
Er is geen noodzaak voor het voortzetten van de behandelingen. Langdurige (chronische) fysiotherapie wordt bij lage rugklachten niet geadviseerd. In mei 2022 is klager nogmaals uitgelegd dat fysiotherapie opstarten niet helpt. Klager heeft meer baat bij laagdrempelig sporten. 

 

3. De beoordeling

Matras
De beroepscommissie stelt voorop dat naar haar oordeel een medisch matras niet bestaat. Er bestaat geen consensus over welke kenmerken een matras moet hebben om het predicaat “medisch” te verkrijgen. Hoogstens kan worden gesproken van een niet-standaard of aangepast matras, waarvoor gekozen kan worden in gevallen waarin men in verband met aanhoudende klachten met een standaard matras niet uitkomt. De beroepscommissie stelt vast dat klager geen medische indicatie heeft voor een aangepast matras. Dit is voldoende onderzocht en komt de beroepscommissie niet onredelijk voor. Als het matras van klager aan vervanging toe is omdat de foamvulling is ingezakt, kan hij zich wenden tot het afdelingspersoneel.

Fysiotherapie
Langdurige fysiotherapie is bij chronische lage rugklachten niet geïndiceerd, zoals verwoord in de NHG-standaard (Nederlands Huisartsen Genootschap), en dit is klager naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende uitgelegd. 

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 28 april 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. K.M.P.A.M.  Habryka, leden, bijgestaan door secretaris, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven