Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/23242/GA, 29 augustus 2023, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/23242/GA

               

Betreft [klaagster]

Datum 29 augustus 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Nieuwersluis (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klaagster] (hierna: klaagster) heeft beklag ingesteld tegen een disciplinaire straf van vier dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, vanwege verbale agressie richting het personeel, ingaande op 23 juni 2021.

De beklagcommissie bij de locatie Nieuwersluis heeft op 13 september 2022 het beklag gegrond verklaard zonder een financiële tegemoetkoming toe te kennen (NS2021-50). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur, klaagster en haar raadsvrouw mr. K. Cras in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten. Op 20 februari 2023 is namens klaagster een reactie op het beroep ontvangen van mr. R.V.S. Adriaanse.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Klaagsters klaagschrift heeft betrekking op het betwisten van haar gedrag dat ten grondslag ligt aan de disciplinaire straf. Daarnaast meent klaagster dat de straf disproportioneel is. De beklagcommissie heeft geoordeeld dat de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf niet tijdig is uitgereikt. Klaagster gaat daar in haar klaagschrift echter niet op in, waardoor in het verweerschrift van de directeur geen reactie op dat onderdeel is gegeven.

Op 16 juni 2021 is het schriftelijk verslag aan klaagster uitgereikt. Aan de hand van het verslag is nader onderzoek gedaan naar het incident. Op 23 juni 2021 is klaagster opnieuw gehoord. De directeur heeft klaagster daarna verteld dat zij de bestreden disciplinaire straf opgelegd kreeg. Op 23 juni 2021 is die beslissing opgemaakt, ondertekend en ingegaan. De directeur is vervolgens door een medewerker geattendeerd op een verkeerde berekening van het aantal dagen in de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf. Er stond als einddatum van de straf 28 juni 2021, terwijl dit 27 juni 2021 moest zijn. De directeur heeft de beschikking hersteld. Op 24 juni 2021 is de beschikking met de correcte einddatum aan klaagster uitgereikt. De beschikking is daarmee onverwijld uitgereikt.

 

Standpunt van klaagster

Namens klaagster wordt verwezen naar de standpunten die naar voren zijn gebracht tijdens de beklagzitting.

 

3. De beoordeling

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard, omdat de disciplinaire straf met terugwerkende kracht aan klaagster is opgelegd. De schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf vermeldt immers dat ‘heden’ aan klaagster een disciplinaire straf wordt opgelegd, dat de straf is ingegaan op 23 juni 2021, terwijl deze mededeling is opgesteld en ondertekend op 24 juni 2021. De beroepscommissie komt tot dezelfde conclusie als de beklagcommissie en overweegt daartoe als volgt.

De directeur heeft in beroep toegelicht dat er een fout is geslopen in de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf van 23 juni 2021. De directeur heeft deze fout willen herstellen en heeft daartoe de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf op 24 juni 2021 opnieuw opgesteld en ondertekend. Daarmee is sprake van een vormverzuim, omdat de straf op grond van die schriftelijke mededeling met terugwerkende kracht is opgelegd. Zoals de beroepscommissie eerder heeft overwogen (vgl. RSJ 2 februari 2017, 16/2785/GA), had de directeur de geconstateerde fout kunnen herstellen door het opmaken van een herstelbeslissing met daarin een verwijzing naar de originele beslissing en de fouten die hersteld moesten worden. Dat is echter niet gebeurd.

Het beroep zal gelet op het bovenstaande ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 29 augustus 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. E. Dinjens en mr. R. Raat, leden, bijgestaan door mr. M. Simpelaar, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven