Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0516/TA, 16 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/516/TA

betreft: [klager] datum: 16 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 februari 2008 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting of de Pompestichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juni 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. J.Y. Taekema en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...].

Klager, die gesepareerd is, is niet ter zitting verschenen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover in beroep van belang
Het beklag betreft de separatie van klager ingaande op 6 juni 2007 en de verlengingen van de separatie ingaande op 4 juli 2007, 2 augustus 2007, 30 augustus 2007 en 26 september 2007 in verband met klagers gedrag en psychische conditie.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klagers behandelaars in de Pompestichting hebben mede op basis van een onjuiste voorlopige diagnose gedrag van klager uitgelokt dat heeft geleid tot
plaatsing in separatie en de voortduring daarvan. Klager heeft een autistische stoornis. Verwezen wordt naar de brief van [A], klagers voormalige behandelaar in de Van Mesdagkliniek. [A]., de Pompestichting en klager zijn het eens dat klager in de Van
Mesdagkliniek de beste behandeling kan worden geboden. Alleen de Van Mesdagkliniek is het daar niet mee eens. De kwestie is op allerlei manieren besproken, ook met de afdeling plaatsing. Sinds drie weken is klager wederom gesepareerd. In verband met
klagers langdurige separatie is inmiddels de Inspectie voor de volksgezondheidszorg ingeschakeld.
Klager wisselt regelmatig van afdeling op grond van een carrouselsysteem omdat het te belastend is voor een afdeling om voortdurend met klager geconfronteerd te worden.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef aanvankelijk op een afdeling voor psychiatrische patiënten en had daar veel zorg en begeleiding nodig. Hij weigerde medicatie, voerde discussie over verpakkingen van medicatie en had vergiftigingswanen. Hij werd steeds moeilijker te
benaderen en onvoorspelbaarder in zijn gedrag, hetgeen gepaard ging met agressief gedrag. In klagers behandelplan is opgenomen dat, indien hij in een dergelijke psychische conditie verkeert, hij gesepareerd wordt om de orde en de veiligheid in de
inrichting te kunnen handhaven. Na oplopende spanning en toenemende agressie is beslist om klager met ingang van 6 juni 2007 te separeren. De maatregel is met toestemming van het Ministerie van Justitie verlengd tot 24 oktober 2007. In die periode was
een minder ingrijpende maatregel om veiligheidsredenen geen optie. Wel is de situatie voortdurend beoordeeld. Vanaf 24 oktober 2007 is de separatie beëindigd en is klager overgeplaatst naar een kamer op de afdeling De Waal. Sinds ongeveer een half jaar
vindt onderzoek plaats om zijn stoornis nog eens te bekijken.

3. De beoordeling
Klager is in verband met toenemende spanning en agressie gesepareerd. Met machtiging van de Staatssecretaris is de ordemaatregel telkens verlengd. Telkens is getoetst of een minder ingrijpende maatregel kon worden opgelegd en toen klager rustiger en
coöperatiever was geworden, is hij overgeplaatst naar een andere afdeling en afgezonderd in zijn eigen verblijfsruimte. De beroepscommissie komt op grond hiervan tot het oordeel dat de beklagcommissie met juistheid op het beklag heeft beslist. Het
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd.
Overigens merkt de beroepscommissie op dat het de vraag is of het plaatsen van klager in een zogenaamd carrouselsysteem zal bijdragen aan een adequate behandeling van klager en of het niet tijd is dat een structureler behandelaanbod aan klager zal
worden aangeboden. In het onderhavige beroep zijn deze kwesties echter niet aan het oordeel van de beroepscommissie onderworpen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en drs. B. van Dekken, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven