Nummer 22/31250/JB
Betreft [klager]
Datum 21 maart 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van
[klager], geboren op [geboortedatum] 2004 (hierna: klager)
1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 10 oktober 2022 beslist klager over te plaatsen naar de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) Teylingereind te Sassenheim.
Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 19 december 2022 het bezwaar ongegrond verklaard.
Klagers raadsman, mr. E.B. Jobse, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.
De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en de overige stukken.
2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager betwist dat er een bekende van hem werkt bij de Rijks Justitiële Jeugdinrichting (RJJI) De Hartelborgt te Spijkenisse. In de bestreden beslissing staat niet wie dit is. Ook wordt niet onderbouwd waarom bekendheid in dit concrete geval problematisch is.
Klager verblijft nu op 80 kilometer afstand van zijn familie. Dat is te ver, nog los van het feit dat de familie niet beschikt over een vervoersmiddel. De overplaatsing is voor klager dus zeer belastend en druist in tegen de pedagogische opdracht van het personeel van de inrichting.
Klager verzoekt om de proceskosten te vergoeden.
Standpunt van verweerder
Er is afgeweken van het uitgangspunt van regionale plaatsing, omdat sprake is van bijzondere omstandigheden. Een (nieuwe) medewerker van de RJJI De Hartelborgt kent klager namelijk persoonlijk. Dat maakt de samenwerking onmogelijk. Juist in een pedagogische setting is bekendheid met het personeel problematisch. Dit hebben de directeur en een gedragswetenschapper van de inrichting laten weten.
De aangevoerde bezoekproblemen wegen niet op tegen de reden voor klagers overplaatsing. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van een detentie en de JJI Teylingereind ligt bovendien niet heel ver van de RJJI De Hartelborgt. Klager ontvangt wel degelijk bezoek van zijn moeder en stiefvader in de JJI Teylingereind.
3. De beoordeling
Klager verbleef in de RJJI De Hartelborgt. Verweerder heeft hem overgeplaatst naar de JJI Teylingereind op verzoek van de directeur van de RJJI De Hartelborgt, omdat er daar iemand werkte (of zou gaan werken) die klager kende.
De beroepscommissie vindt de beslissing van verweerder – bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet onredelijk of onbillijk. Zij heeft namelijk geen reden om te twijfelen aan de informatie van de directeur dat er een personeelslid is dat klager kent. Het is daarnaast begrijpelijk dat deze bekendheid onwenselijk wordt gevonden om een goede, professionele behandeling te kunnen garanderen.
Weliswaar heeft klager aangegeven dat het voor zijn bezoek nu lastig is om hem te bezoeken en de beroepscommissie begrijpt dat dit vervelend is, maar de afstand is ook niet heel groot en klager heeft de bezoekproblemen niet nader onderbouwd. Volgens verweerder krijgt klager in elk geval nog steeds bezoek van zijn moeder en stiefvader. Dat heeft hij ook niet betwist.
Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.
Ten overvloede en naar aanleiding van het verzoek van klagers raadsman om de proceskosten te vergoeden, overweegt de beroepscommissie dat de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen een dergelijke mogelijkheid niet kent.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is op 21 maart 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. P. de Bruin, voorzitter, mr. J.M.C. Louwinger-Rijk en dr. J.G. Vinke, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.
secretaris voorzitter