Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27232/GM en 22/28441/GM, 25 april 2023, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummers        22/27232/GM en 22/28441/GM

               

Betreft [Klager]

Datum 25 april 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat hij niet goed wordt behandeld aan zijn (ontstoken) pink.

 

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

 

De beroepscommissie heeft klager en de inrichtingsarts in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

22/27232/GM

Klager geeft al geruime tijd aan dat hij ernstige klachten ervaart aan zijn vinger. Hij wordt voor deze klachten niet geholpen. Klager krijgt alleen de pijnstiller ibuprofen voorgeschreven en dit recept wordt niet vanzelf verlengd. Op deze manier wordt klager niet voldoende door de medische dienst aan zijn klachten geholpen.

 

22/28441/GM

Klager loopt al meer dan een jaar met klachten aan zijn pink en heeft al verschillende verzoekbriefjes bij de medische dienst ingediend voor nader onderzoek door een deskundige. Hier wordt echter niet goed op gereageerd. Het ziekenhuis zou alles aan klagers klachten hebben gedaan, maar dat is onjuist. Er is namelijk nog een optie en dat is plastische chirurgie. Volgens het ziekenhuis zit er littekenweefsel in zijn vinger, waarmee wordt bevestigd dat er iets in zijn vinger zit wat daar niet hoort. Dit kan worden opgelost door klagers vinger open te snijden en te kijken wat er in zit. Dat laatste is niet gebeurd.

 

Standpunt van de inrichtingsarts

22/27232/GM

De inrichtingsarts heeft niet gereageerd op het beroep.

 

22/28441/GM

Klager is meerdere keren door de inrichtingsarts en door de verpleegkundige gezien voor klachten aan zijn pink in de periode van november 2021 tot en met het indienen van zijn klachten. Klager is op 4 november 2021 gezien door de afdeling radiologie van het Alrijne Ziekenhuis voor een foto en een echo van zijn pink. Op 30 november 2021 is vanuit het ziekenhuis teruggekoppeld dat er geen aanwijzingen zijn gevonden voor een corpus alienum (vreemd object) in zijn pink of voor een ganglion (een bobbeltje) en dat de flexorpees intact lijkt. Op 2 december 2021 is deze uitslag besproken. Op 23 december 2021 is er een verwijzing gemaakt voor de poli chirurgie, omdat klager terug bleef komen met dezelfde klachten. Op 8 februari 2022 is klager naar de poli geweest waar beeldvormend onderzoek aan zijn hand is gedaan. Op 21 maart 2021 heeft er een telefonisch consult plaatsgevonden om de uitslag van de poli chirurgie te bespreken. Zij gaven aan dat er op de echo geen afwijkingen te zien waren, behalve dat er sprake was van littekenweefsel en dat een operatie alleen maar een risico geeft op (extra) klachten.

 

Dat klager het met deze uitslag niet eens is, ligt buiten de verantwoordelijkheid van de inrichtingsarts. Op 28 maart 2022 heeft klager een uitgebreid gesprek gehad met een verpleegkundige. Naar aanleiding hiervan is klager op 1 april 2022 verwezen naar de plastische chirurgie. In mei 2022 heeft de plastisch chirurg aangegeven dat klager geopereerd kan worden en heeft klager gewezen op de risico’s. Klager heeft toch te kennen gegeven geopereerd te willen worden.

 

3. De beoordeling

Klager heeft twee klachten ingediend. In deze klachten legt klager uit waarom hij vindt dat hij niet serieus genomen wordt in zijn klachten aan zijn (ontstoken) pink. De eerste klacht heeft klager ingediend op 6 december 2021 en de tweede klacht op 1 mei 2022. Vanwege de inhoudelijke samenhang van de klachten (22/27232/GM en 22/28441/GM), worden zij gevoegd behandeld.

 

De inrichtingsarts is als reactie op het beroep met nummer 22/28441/GM uitgebreid ingegaan op de handelingen die hebben plaatsgevonden om klagers pinkklachten te behandelen. Hierin is de inrichtingsarts ook (impliciet) ingegaan op de klacht met nummer 22/27232/GM. Het standpunt van de inrichtingsarts wordt – zo stelt de beroepscommissie vast – door het medisch dossier ondersteund. De beroepscommissie heeft dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van deze inlichtingen. De beroepscommissie voegt daar nog aan toe dat op 2 december 2021 op verzoek van klager een naald in de vinger is geplaatst om te bekijken of er bloed of pus uit zou komen.

 

De beroepscommissie is op basis van de stukken van oordeel dat klagers klachten afdoende serieus zijn genomen en dat zijn pinkklachten voldoende zijn beoordeeld. Telkens is gekeken naar de specifieke problematiek, waarop adequaat en tijdig is gereageerd door bij klager lichamelijk onderzoek te doen en hem te verwijzen naar een specialist. Ook heeft klager steeds uitleg gekregen en is naar hem geluisterd. Klager stelt in zijn beroepschrift met beroepsnummer 22/28441/GM overigens dat hij doorverwezen kan (en wil) worden naar de plastisch chirurg. Uit het (medisch) dossier blijkt dat dit in de tussentijd is gebeurd. Wat tussen de plastisch chirurg en klager is of wordt afgesproken en of klager het daar mee eens is, valt niet binnen de verantwoordelijkheid van de inrichtingsarts.

 

Gelet op het voorgaande kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal de beroepen daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart de beroepen ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 25 april 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven