Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0756/TA, 7 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 08/756/TA

betreft: [klager] datum: 7 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. N.A. Heidanus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van een (op 18 maart 2008 verzonden) uitspraak van 18 januari 2008 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juli 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.E. Calis, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a) de weigering van bezoek zonder toezicht, en
b) de wijze van uitvoeren van een urinecontrole op 9 oktober 2007, alsmede het opleggen van een urinecontrole op 22 oktober 2007.

De beklagcommissie heeft het beklag op onderdeel a) en onderdeel b), voor zover dit ziet op de urinecontrole op 22 oktober 2007, ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel b) van zijn beklag ten aanzien van de wijze van uitvoeren van de urinecontrole op 9 oktober 2007 op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a): Klager en zijn netwerk hebben aanvankelijk wellicht onvoldoende meegewerkt, maar op een gegeven moment is wel meegewerkt. Zijn familie heeft screening niet geweigerd, maar klager wilde dat de screening in de inrichting en niet bij familie thuis zou
plaatsvinden. Er had veel eerder onbegeleid bezoek toegestaan kunnen en moeten worden. Er is geen rechtvaardiging voor de lange duur voordat tot onbegeleid bezoek is overgegaan. Bovendien is onbegrijpelijk dat zonder wijziging in de situatie na ruim
een
jaar begeleid bezoek wel tot onbegeleid bezoek is overgegaan. Toegezegd was dat het bezoek na screening drie keer begeleid zou zijn en daarna onbegeleid. Telkens is een andere reden gegeven voor het niet toestaan van onbegeleid bezoek. Vanwege de
personeelsbezetting heeft het FSNA-onderzoek niet tijdig plaatsgevonden. In de loop der tijd heeft klager drie keer een andere maatschappelijk werker gehad, wat de nodige vertraging heeft opgeleverd. Door het personeelstekort heeft zijn familie nadeel
ondervonden, omdat het bezoek lang begeleid moest plaatsvinden en dit kosten met zich meebracht.
Het gaat niet goed tussen klager en de inrichting. Er is sprake van veel miscommunicatie, die voor rekening van klager wordt gebracht. Dit heeft gevolgen voor zijn behandeling. Klager heeft daarom verzocht om overplaatsing naar een andere inrichting en
is geselecteerd voor de Van der Hoevenkliniek.

b): Er is geen sprake van het weigeren van een urinecontrole, van opzettelijk verdunnen van urine of van drugsgebruik. Volgens het protocol dient bij voorkeur
’s ochtends urine afgegeven te worden. Het is hem echter gevraagd na het sporten, waarbij klager veel vocht had verloren. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om binnen vier uur alsnog urine te produceren, omdat hij het niet
prettig vindt dat hij dan in de afzonderingskamer moet verblijven.
Volgens klager is het urineonderzoek van 9 oktober 2007 niet conform artikel 3, derde tot en met achtste lid van de Regeling urineonderzoek verpleegden uitgevoerd. Er zijn geen verzegelingsstickers gebruikt en de aanvraagformulieren zijn te laat
ingevuld. Om die reden is de uitslag ongeldig. Dat klager op 22 oktober 2007 heeft geweigerd mee te werken, is de vrucht van het onrechtmatige, ondeugdelijke urineonderzoek van 9 oktober 2007. Een duur van negen dagen afdelingsarrest is te lang voor
het
aannemen van een overtreding.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a): Onjuist is dat telkens een andere reden is gegeven voor het niet toestaan van onbegeleid verlof. Klagers opstelling en zijn weigering om gesprekken aan te gaan, maken dat men uiterst voorzichtig is geweest. Op een gegeven moment is besloten op de
motivatie-afdeling te bekijken hoe tot een samenwerkingsrelatie met klager gekomen zou kunnen worden. Het gaat om het geheel aan factoren. Telkens is door de inrichting getracht de patstelling met klager en zijn familie te doorbreken. Verwezen wordt
naar de uitgebreide beschrijving in het verweerschrift. Wellicht is klager gezegd dat in de regel na drie keer begeleid bezoek onbegeleid bezoek kan plaatsvinden, niet dat dit standaard zo is. Het is immers altijd afhankelijk van de screening of bezoek
onbegeleid mag plaatsvinden. Dit wordt altijd individueel bekeken.
Deelname aan het FSNA-onderzoek is vrijwillig. Wel is daarbij sprake van enige drang. De personele bezetting heeft niet bijgedragen aan de lange duur van het niet toestaan van onbegeleid bezoek, maar heeft alleen vertraging opgeleverd ten aanzien van
het FSNA-onderzoek, dat arbeidsintensief is.
Met klem wordt afstand genomen van de stelling dat miscommunicatie de reden zou zijn voor beperkingen en gevolgen zou hebben voor de behandeling.

b): De uitslag van de urinecontrole van 9 oktober 2007 is later dan normaal binnengekomen en is vervolgens als gevolg van een misvatting tussen de medische dienst en de afdeling pas op 22 oktober 2007 bekend geworden. Dit heeft voor klager tot 22
oktober 2007 geen gevolgen gehad. Een te laag kreatininegehalte geeft een reëel vermoeden van fraude. Volgens het protocol volgt daarop afdelingsarrest, dat in de regel twee à drie weken duurt tot de volgende urinecontrole. Klager is op 22 oktober 2007
afdelingsarrest opgelegd, dat heeft geduurd totdat op 24 oktober 2007 afzondering is opgelegd. Dit was niet goed geregisteerd. De afzondering is op 30 oktober 2007 beëindigd.
Er wordt geen sticker met barcode gebruikt. Op de buis wordt, ook in klagers geval, een etiket geplakt, waarop de naam en geboortedatum van de bewoner, alsmede de afgiftedatum is vermeld. Deze gegevens vormen een unieke combinatie. Sinds de onderhavige
zaak wordt ook het MITS-nummer vermeld. Van verzegeling van de buisjes kan worden uitgegaan.

3. De beoordeling
Vast staat dat de beklagcommissie bij haar uitspraak van 18 januari 2008 de behandeling van de klacht over het op 22 oktober 2007 opgelegde afdelingsarrest heeft aangehouden. In het onderhavige beroep is het afdelingsarrest derhalve niet aan de orde.

Hetgeen voor het overige in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.
Daarbij is wat betreft onderdeel a) van het beklag in aanmerking genomen dat voldoende aannemelijk is dat de lange duur voordat tot onbegeleid bezoek kon worden overgegaan voornamelijk heeft te maken met klagers weigerachtige opstelling inzake
screening
van zijn familie tot aan juni 2006, de omstandigheid dat klager pas in december 2006 toestemming voor het FSNA-onderzoek heeft gegeven, de omstandigheid dat zijn vriendin aanvankelijk niet wilde meewerken aan een stappenplan in opbouw naar onbegeleid
bezoek, alsmede de omstandigheid dat klager in januari en juni 2007 positief was op drugsgebruik, wat tot gevolg heeft dat bezoek slechts begeleid kan worden ontvangen. Voorts is in aanmerking genomen dat vanwege de duur van het FSNA-onderzoek op een
gegeven moment is besloten onbegeleid bezoek van familie toe te staan.
Wat betreft onderdeel b) is nog in aanmerking genomen dat ook voor de beroepscommissie niet aannemelijk is geworden dat de uitslag van de op 9 oktober 2007 verrichte urinecontrole niet ziet op die dag door klager afgegeven urine.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. H.E.G. Peters, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven