Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0932/TB, 7 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/932/TB

betreft: [klager] datum: 7 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. van Leeuwen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 14 april 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juli 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is namens de Staatssecretaris [...] gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
Klager heeft zijn beroep schriftelijk toegelicht. Klagers raadsman, mr. J.W. van Leeuwen, was verhinderd ter zitting te verschijnen en heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen van de Prof. Mr. W.P.J. Pompekliniek (hierna: Pompekliniek) naar de Dr. S. van Mesdag (hierna: Van Mesdag).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 13 maart 2007 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 271 dagen met aftrek en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege.
Klager is op 5 juli 2007 opgenomen in de Pompekliniek. Op 12 februari 2008 heeft de Pompekliniek de Staatssecretaris verzocht klager te herselecteren. Bij schrijven van 20 maart 2008 heeft de Pompekliniek een aanvraag sterretjesindicatie ingediend bij
de Staatssecretaris.
Klager is op 14 april 2008 gehoord over het voornemen hem over te plaatsen naar de Van Mesdag. De Staatssecretaris heeft diezelfde dag beslist klager over te plaatsen naar de Van Mesdag. Klager is op 16 april 2008 in die inrichting opgenomen.
Bij brief van 16 april 2008 heeft de Pompekliniek de aanvraag sterretjesindicatie van 20 maart 2008 toegelicht.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing. Hij heeft in de Pompekliniek geen adequate behandeling gehad. Hij is daar bijna uitsluitend in afzondering geplaatst. Pas na een tussenuitspraak van de beklagcommissie bij de Pompestichting heeft
klager via zijn raadsman de beschikking gekregen over een behandelplan. Het beklag terzake is bij uitspraak van 28 mei 2008 van genoemde beklagcommissie gegrond verklaard.
Het is onzorgvuldig dat niet met klager is overlegd over zijn overplaatsing naar Groningen. Klager acht het van groot belang dat hij regelmatig contact met zijn naaste familie en vrienden heeft, omdat dit van belang is voor hem en zijn behandeling.
Zijn
naaste familieleden wonen in Den Haag. De reis naar Groningen is voor hen onbetaalbaar. Hij krijgt nu nog maar om de vier à vijf maanden bezoek. Om die reden wenst hij een plaatsing in een inrichting in de omgeving van Den Haag, zoals De Kijvelanden te
Poortugaal.

De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Aan de overplaatsingsbeslissing ligt het verzoek van de Pompekliniek tot herselectie van klager door middel van ruiling ten grondslag. Sinds zijn opname in de Pompekliniek vertoonde klager grensoverschrijdend gedrag, wat ertoe heeft geleid dat hem op
de
afdeling slechts beperkte uitsluittijden geboden konden worden. Hij diende intensief te worden begeleid, waarbij het risico op verbale en fysieke agressie jegens behandelaars en medepatiënten steeds aanwezig was. Klager wilde geen medicatie innemen.
Een
op 21 januari 2008 opgesteld verbeterplan leverde niet het gewenste resultaat op. Klager wordt door de Pompekliniek als extreem beheersgevaarlijk beschouwd. Hij is door zijn gedrag niet tot behandeling gekomen en is niet ontvankelijk gebleken voor
psychotherapeutische interventies. De aanvraag sterretjesindicatie zal worden behandeld op de vergadering van de indicatiecommissie extreem vlucht- en/of beheersgevaarlijke tbs-gestelden van 21 augustus 2008. Deze commissie komt maar twee keer per jaar
bijeen. Het zou heel goed kunnen dat klager de sterretjesstatus wordt toegekend. Er zijn drie klinieken die dergelijke patiënten kunnen opnemen: De Kijvelanden, de Van Mesdag en Veldzicht.
Op grond van het aselecte plaatsingsbeleid is gekeken in welke van deze klinieken klager het snelst kon worden geplaatst. Het is voor het ministerie ondoenlijk om te bekijken of iemand deze week of de week daarop in de door hem gewenste kliniek
geplaatst zou kunnen worden. De aard van de problematiek bij sterretjespatiënten duldt geen uitstel. De sterretjesstatus is in principe van tijdelijke aard, zodat het zeer de vraag is of het in klagers belang is te wachten tot er een plek vrijkomt in
de
voorkeursregio. Het is de bedoeling dat iemand na het vervallen van de sterretjesstaus weer teruggaat naar de kliniek van herkomst.

4. De beoordeling
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in haar overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Staatssecretaris heeft de beslissing tot overplaatsing van klager op grond van het herselectieverzoek van de Pompekliniek genomen volgens het aselecte plaatsingsbeleid van het ministerie, met inachtneming van gegevens omtrent het al dan niet bestaan
van een beheers/vluchtrisico, alsmede de bestaande wachtlijsten.

Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Klagers stelling dat hem in de Pompekliniek geen adequate behandeling is geboden, kan niet tot een ander oordeel leiden, nu voor de aannemelijkheid van die stelling geen grond kan worden gevonden in de namens de Staatssecretaris overgelegde stukken.
Uit
die stukken komt immers onbetwistbaar naar voren dat getracht is tot behandeling van klager te komen, maar dat behandeling door klagers gedrag in de Pompekliniek niet van de grond heeft kunnen komen. In dit verband is ook van belang dat de
beroepscommissie bij uitspraak 07/3550/TA van 28 april 2008 klagers beroep tegen de materiële ongegrondverklaring van klagers beklag over zijn afzondering in de Pompekliniek vanwege zijn gedrag ongegrond heeft verklaard.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn familie en vrienden kan evenmin tot een ander oordeel leiden. De beroepscommissie stelt vast dat (momenteel) het merendeel van de tbs-inrichtingen in het noorden en oosten van het
land zijn gesitueerd terwijl veel tbs-gestelden afkomstig zijn uit het westen en hun vrienden, familie en overig sociaal netwerk veelal eveneens woonachtig zijn in het westen van het land. Indien in alle gevallen rekening zou worden gehouden met de
regionale voorkeur van tbs-gestelden, zou dit leiden tot vergroting van de wachtlijsten voor plaatsing in een tbs-inrichting en verlenging van de passantentermijn. Het belang dat tbs-gestelden zo snel mogelijk worden (over)geplaatst opdat hun
behandeling zo spoedig mogelijk kan aanvangen of kan worden voortgezet weegt daarom in de regel zwaarder dan eventuele regionale voorkeur. Daar komt bij dat de sterretjesstatus voor klager is aangevraagd en dat er op grond van de stukken in
redelijkheid
rekening mee kan worden gehouden dat klager die status zal worden toegekend. Van de drie in aanmerking komende inrichtingen voor plaatsing van sterretjespatiënten kon volgens de Staatssecretaris de Van Mesdag ten tijde van het nemen van de
plaatsingsbeslissing hem als eerste opnemen.
De beroepscommissie is voorts niet gebleken van een, uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren
boven het belang van een plaatsing op korte termijn in de Van Mesdag. Het is aan de inrichting te bepalen in hoeverre het in het kader van klagers behandeling van belang zal zijn dat zijn familieleden en/of vrienden daarbij worden betrokken. De wijze
waarop door een tbs-inrichting invulling wordt gegeven aan een tbs-behandeling staat niet ter beoordeling van de beroepscommissie.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar de Van Mesdag, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. H.E.G. Peters, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven