Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3550/TA, 28 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3550/TA

betreft: [klager] datum: 28 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. van Leeuwen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 december 2007 van de beklagcommissie bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting of de Pompestichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 maart 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.W. van Leeuwen, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch
medewerker van de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting en [...], zorgmanager bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verlenging van klagers afzondering op kamer met ingang van 25 september 2007.

De beklagcommissie heeft het beklag formeel gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 10,= toegekend en materieel ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is vanaf 5 juli 2007 vrijwel onafgebroken afgezonderd op kamer. De verlenging met ingang van 25 september 2007 is te laat aan klager
uitgereikt. De machtiging voor de verlenging van de afzondering is te laat aangevraagd en pas op 2 oktober 2007 afgegeven. Het omschreven grensoverschrijdend gedrag was onvoldoende om de maatregel te verlengen. Het incident, naar aanleiding waarvan
klager is afgezonderd, heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2007. Vanaf 27 augustus 2007 wordt er niets meer vermeld over incidenten. Klager heeft ADHD en wordt soms gek van zichzelf. Als hij afgezonderd is mag hij alleen in een luchtkooi luchten en op
de afdeling Rijn kan alleen op de patio gelucht worden. Klager wil graag een uur wandelen tijdens het luchten. Hij wordt daar rustiger van.
Hij is driemaal in zijn hoofd geschoten en heeft nog een kogel in de nek, die enorm pijn doet. Momenteel verricht hij met plezier schilderwerkzaamheden.
De toegekende tegemoetkoming is te laag in verband met klagers recht op werk. Als hij werkt krijgt hij € 1,40 per uur.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is vanuit het huis van bewaring in de inrichting geplaatst. Geprobeerd is om hem een programma aan te bieden, maar dat ging snel mis. Er is hem een aangepast programma geboden en verschillende uitsluittijden. Maximaal kon hem twee uur per dag op
de afdeling worden geboden, maar hij vertoonde dan heel druk gedrag. Hij maakte grensoverschrijdende opmerkingen en er was sprake van bedreiging. In verband met de orde en de veiligheid op de afdeling is klager afgezonderd. Omdat de inrichting er niet
in geslaagd is om klager een behandelprogramma te bieden, heeft de inrichting verzocht om hem over te plaatsen. Dit is nog niet gelukt.

3. De beoordeling
Voorzover klagers beroep is gericht tegen de hoogte van de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming overweegt de beroepscommissie dat klagers afzondering met ingang van 25 september 2007 is verlengd, terwijl de machtiging tot verlenging van de
afzondering pas op 2 oktober 2007 is afgegeven. Gelet op de duur dat geen machtiging aan de verlenging van klagers afzondering ten grondslag lag -een periode van zeven dagen- is, gelet op de vaste jurisprudentie van de beroepscommissie, de terzake
toegekende tegemoetkoming niet juist en zal de beroepscommissie op dit punt het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en aan klager in verband met de formele gegrondheid van het beklag een tegemoetkoming toekennen
van
€ 17,50.

Voor het overige overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve materieel ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de
beklagcommissie zal worden bevestigd, waarbij de beroepscommissie het in de zesde regel onder 2.2.3 van de uitspraak van de beklagcommissie voorkomende ‘separatie’ als een kennelijke schrijf- en/of typefout opvat en daarvoor in de plaats leest
‘afzondering’.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gericht tegen de hoogte van de tegemoetkoming gegrond, vernietigt op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie en kent aan klager een tegemoetkoming van € 17,50 toe.
Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met verbeterde lezing van de hierboven vermelde schrijf- en/of typefout.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. R. Weenink en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 april 2008

secretaris voorzitter

Naar boven