Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0941/TB, 7 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/941/TB

betreft: [klager] datum: 7 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 9 april 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 juli 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is namens de Staatssecretaris [...] gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Klager heeft op 10 juli 2008 schriftelijk afstand van horen gedaan.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager te plaatsen in een voorziening van het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht (hierna: Veldzicht).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 13 september 2007 veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De
Staatssecretaris heeft op 9 april 2008 beslist klager te plaatsen in Veldzicht. Deze plaatsing is op 24 april 2008 gerealiseerd.

3. De standpunten
Klager is het niet eens met zijn plaatsing in Veldzicht. Hij wil graag naar De Kijvelanden, omdat zijn familie in Rotterdam woont en het erg belangrijk is voor zijn behandeling en resocialisatie dat hij bezoek van zijn familie krijgt. In Veldzicht kan
hij vanwege de reisafstand geen bezoek van zijn familie meer krijgen, wat ten koste gaat van zijn tbs-behandeling. Plaatsing in Veldzicht is dan ook tijdverspilling. De Kijvelanden beschikt eveneens over een sterretjesafdeling. Maar het is een leugen
dat hij extreem vlucht- en beheersgevaarlijk zou zijn. Hij verwijst naar zijn detentiestatus.

De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is in het vierde kwartaal van 2007 aangemeld voor plaatsing in De Rooyse Wissel. Deze inrichting heeft opname van klager op 8 november 2007 geweigerd in verband met ernstige agressieregulatieproblemen en daarmee samenhangende beheersproblematiek
van klager. Vervolgens is besloten klager in Veldzicht te plaatsen, omdat die inrichting bereid en in staat was klager op te nemen. Veldzicht heeft klager aangemeld als risico interventie patiënt. Blijkens een schrijven van 24 april 2008 is Veldzicht
meegedeeld dat klager volgens de indicatiecommissie vlucht- en/of beheersgevaarlijke tbs-gestelden extreem vlucht- en beheersgevaarlijk is. Blijkens informatie vanuit Veldzicht heeft zich in juni 2008 in die inrichting een incident voorgedaan, waarbij
klager personeelsleden heeft geslagen en op grond waarvan hij is gesepareerd.
Vanwege capaciteitsproblemen kan geen rekening worden gehouden met klagers voorkeur voor plaatsing in De Kijvelanden, te meer nu hij als risico interventie patiënt is aangemerkt. Voor die patënten geldt een nog beperktere opnamecapaciteit, daar alleen
Veldzicht, De Kijvelanden en de Van Mesdag een sterretjesafdeling hebben en de doorstroom op een dergelijke afdeling gering is. De aard van klagers problematiek leent zich niet voor uitstel van behandeling.

4. De beoordeling
Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in haar overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Uitgangspunt van het op grond van het IBO II-rapport door de Staatssecretaris geformuleerde beleid is dat alle tbs-inrichtingen geoutilleerd zijn voor iedere ter beschikking gestelde, met uitzondering van een aantal speciale categorieën, te weten
vrouwen, zwakbegaafden en extreem beheers- en vluchtgevaarlijke ter beschikking gestelden. Daarnaast wordt onderscheiden naar de primaire psychopathologie: psychotische stoornis of persoonlijkheidsstoornis.

De Staatssecretaris heeft de beslissing tot plaatsing van klager genomen met inachtneming van klagers geslacht, zijn intelligentie, de ten aanzien van hem gestelde diagnose en gegevens omtrent het al dan niet bestaan van een beheers/vluchtrisico,
alsmede de bestaande wachtlijsten.
Uit de stukken komt naar voren dat De Rooyse Wissel, voor welke inrichting klager aanvankelijk was geselecteerd, klager niet heeft willen opnemen op grond van de inschatting dat klager extreem vlucht- en/of beheersgevaarlijk is. De indicatiecommissie
extreem vlucht- en/of beheersgevaarlijke tbs-gestelden heeft klager in april 2008 aangemerkt als extreem vlucht- en beheersgevaarlijk. Voor opname van zulke tbs-gestelden zijn slechts enkele klinieken aangewezen, die beschikken over een afdeling voor
extreem vlucht- en/of beheersgevaarlijke tbs-gestelden, te weten: De Kijvelanden, de Van Mesdag en Veldzicht.

Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden plaatsingsbeslissing heeft mogen komen.
Klagers stelling dat er geen aanleiding is hem aan te merken als extreem vlucht- en/of beheersgevaarlijk kan niet tot een ander oordeel leiden. De Staatssecretaris mocht er in redelijkheid van uitgaan dat klager wel als zodanig is aan te merken, gelet
op de recent door de indicatiecommissie afgegeven indicatie.
Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkheden van zijn familie kan evenmin tot een ander oordeel leiden. Het belang dat tbs-gestelden zo snel mogelijk worden geplaatst opdat hun behandeling zo spoedig mogelijk kan aanvangen weegt in de
regel zwaarder dan eventuele regionale voorkeur. Van de drie in aanmerking komende inrichtingen kon kennelijk Veldzicht ten tijde van het nemen van de plaatsingsbeslissing hem als eerste opnemen.
De beroepscommissie is voorts niet gebleken van een, uit het oogpunt van het belang van klagers behandeling, zodanig sterke wenselijkheid van plaatsing van klager in een bepaalde regio ten behoeve van bezoekmogelijkheden, dat dit dient te prevaleren
boven het belang van een plaatsing op korte termijn in Veldzicht. Het is aan de inrichting te bepalen in hoeverre het in het kader van klagers behandeling van belang zal zijn dat zijn familieleden daarbij worden betrokken. De wijze waarop door een
tbs-inrichting invulling wordt gegeven aan een tbs-behandeling staat niet ter beoordeling van de beroepscommissie.

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen is de beslissing klager te plaatsen in Veldzicht, bij afweging van ale in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, prof. dr. F.A.M. Kortmann en mr. H.E.G. Peters, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 7 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven