Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0527/TA, 14 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/527/TA

betreft: [klager] datum: 14 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.M. Oldenburg, namens

[...], rder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 januari 2008 van de beklagcommissie bij FPI De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 mei 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.M. Oldenburg, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...]

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de maatregel van afzondering op de eigen kamer.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Aan klager is op 4 december 2007 de maatregel van afzondering opgelegd. Klager wilde hiertegen beklag indienen. De sociotherapeuten hebben
klager aangeraden zich eerst tot de maandcommissaris te melden. Op 21 december 2007 heeft klager met de maandcommissaris gesproken. Klager heeft het hiervan opgemaakte verslag op 28 of 29 december 2007 ontvangen. Na de berichtgeving van de
maandcommissaris dat klager zeven dagen de tijd had om in beklag te gaan, is klager alsnog in beklag gegaan. De beslissing van de beklagcommissie om klager niet-ontvankelijk in zijn beklag te verklaren, is derhalve onterecht.
Nadat klager in De Rooyse Wissel werd geplaatst, is hij vrij snel in afzondering geplaatst. Tijdens de verlengingszitting van de rechtbank van klagers tbs-maatregel is door de getuige-dekundigen naar voren gebracht dat er sprake is van miscommunicatie
tussen de inrichting en klager. Op advies van getuige-deskundigen heeft de rechtbank besloten een onderzoek te laten doen of de verslavingsreclassering een snelle resocialisatie van klager kan begeleiden. Het is triest dat klager vijf maanden
afgezonderd heeft gezeten. Klager meent dat er meer voor nodig is om klager voor zo lange periode af te zonderen. Klager is recentelijk overgeplaatst naar een motivatieafdeling. Klager meent dat hij goed functioneert. Hij heeft gesprekken met iedereen,
inclusief de behandelaren.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting neemt afstand van het rapport van de getuige-deskundige Panhuis. De maatregel is op juiste gronden genomen. Klager
is niet gemotiveerd voor behandeling en therapie. De inrichting heeft op diverse wijzen geprobeerd contact met klager te krijgen. Dat is niet gelukt. Het negeren van de sociotherapeuten zal voor klager consequenties moeten hebben. Klager wacht op de
beëindiging van de tbs-maatregel. De overplaatsing naar de afdeling Thebe is een tussenstap in afwachting van verdere herselectie.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 58, vijfde lid, Bvt moet het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen worden ingediend. Een na afloop van deze termijn indiend
klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de verpleegde in verzuim is geweest.
Op grond van artikel 55, eerste lid, Bvt heeft de verpleegde het recht zich tot de commissie van toezicht te wenden met het verzoek te bemiddelen in de klacht. Op grond van het vijfde lid van dit artikel wordt de bemiddeling afgesloten met een
mededeling van de bevindingen van de commissie van toezicht of maandcommissaris. De verpleegde wordt ten aanzien van beklagwaardige beslissingen gewezen op de mogelijkheid van beklag en de wijze waarop en de termijn waarbinnen dit moet worden gedaan.
Uit de stukken komt naar voren dat klager zich met zijn klacht heeft gewend tot de maandcommissaris voor bemiddeling. Deze bemiddeling is afgesloten met een verslag van bemiddeling van 21 december 2007. Het verslag sluit af met de mededeling dat klager
binnen zeven dagen na ontvangst van het verslag zich met een klacht kan wenden tot de commissie van toezicht. De beklagcommissie heeft het klaagschrift van klager op 2 januari 2008 ontvangen.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat de beklagcommissie klager had dienen te ontvangen in zijn beklag. Het beroep is derhalve gegrond en de uitspraak van de beklagcommissie dient te worden
vernietigd. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen de zaak niet terugverwijzen naar de beklagcommissie voor een inhoudelijke beoordeling van klacht, maar deze in eerste en enige aanleg zelf afdoen.

Op grond van artikel 34, eerste lid jo. artikel 32, eerste lid, Bvt is het hoofd van de inrichting bevoegd een verpleegde af te zonderen, indien dit noodzakelijk is met het oog op: de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de
verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen; de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting en de afwending van ernstig gevaar voor de gezondheid van de verpleegde.
Aan klager is op 4 december 2007 een afzonderingsmaatregel opgelegd nadat hij non-verbaal fel heeft gereageerd naar een sociotherapeut, die hem vroeg een telefoongesprek te beëindigen. Klager heeft een gesprek hierover met het personeel geweigerd en
een
medewerker uitgescholden voor ‘stomme koe’. Uit de stukken komt verder naar voren dat klager systematisch het contact met het personeel afhoudt en niet bereid is tot een gesprek om uit de impasse te komen.
De beroepscommissie is in het algemeen van oordeel dat een terugtrekkende houding van een verpleegde na een verlengingszitting van de rechtbank onder omstandigheden gevaarlijk kan zijn en aanleiding kan geven de verpleegde af te zonderen. De
non-verbale
felle reactie van klager biedt eveneens hiervoor voldoende aanleiding. Het hoofd van de inrichting heeft echter onvoldoende aannemelijk gemaakt en/of gedocumenteerd waarom in dit specifieke geval klager voor een periode van vijf maanden moest worden
afgezonderd. Na het incident van begin december 2007 is niet gebleken dat de situatie dermate dreigend was, dat voortzetting van de afzondering noodzakelijk was. Gelet hierop is het beklag gegrond. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet
meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. Het hoofd van de inrichting is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt hieromtrent te bepalen. De beroepscommissie stelt deze vast op € 900,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.
Zij bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 900,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.P.G.L.M. Verbunt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 14 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven