Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/21416/GA, 13 maart 2023, beroep
Uitspraakdatum:13-03-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    21/21416/GA
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    13 maart 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van het Detentiecentrum (DC) Rotterdam (hierna: de directeur)

1. De procedure
[Klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, met cameratoezicht, voor de duur van zeven dagen, vanwege klagers veiligheid, ingaande op 10 februari 2021 om 19:15 uur.

De beklagcommissie bij het DC Rotterdam heeft op 6 mei 2021 het beklag gegrond verklaard (DC-2021-68). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn raadsman mr. D. Matadien in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van de directeur
De directeur verwijst naar het verweerschrift in de beklagprocedure en verzoekt dit als herhaald en ingelast te beschouwen. In aanvulling daarop is aangevoerd dat het afschrift van het verhoor bij de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) dat door klagers advocaat is aangeleverd, op geen enkel moment door DT&V is gedeeld met de medische dienst van het DC Rotterdam of enige andere afdeling binnen het DC Rotterdam. De medische dienst moet zich in haar oordeel beroepen op de wel aanwezige informatie. Uit de informatie die de medische dienst ter beschikking had, bleek dat klager in het verleden suïcidale uitingen heeft gedaan. Bovendien werd aan de medische dienst gemeld dat klager juist bij DT&V ook nog suïcidale uitlatingen heeft gedaan. Op basis van deze informatie is besloten om klager in afzondering te plaatsen in afwachting van de beoordeling van de psycholoog.

Klager werd in de avonduren binnengebracht in het DC Rotterdam. Op dat tijdstip was er geen psycholoog aanwezig in de inrichting. Door klager na binnenkomst in de afzonderingscel te plaatsen, is juist gehandeld met het oog op de veiligheid en de gezondheid van klager. Bij personen die mogelijk suïcidaal zijn, wordt geen enkel risico genomen. Het kan dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt dat klager op grond van de beschikbare informatie in de nacht van 10 op 11 februari 2021 in de afzonderingscel is geplaatst. 

Zodra de psycholoog heeft aangegeven dat er geen sprake was van suïcidaliteit, is de tenuitvoerlegging van de maatregel stopgezet en is klager op een reguliere afdeling geplaatst. Hierbij is steeds gehandeld in het belang van klager.

Standpunt van klager
Klager verwijst naar de gronden en ingebrachte stukken van zijn beklag en verzoekt deze als geheel ingelast en herhaald te beschouwen. Klager kan zich geheel vinden en verenigen met de overwegingen en de beslissing van de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) – voor zover hier van belang – is de directeur bevoegd een gedetineerde in afzondering te plaatsen indien dit in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel van een ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming, of ter bescherming van de betrokken gedetineerde noodzakelijk is. De afzondering duurt ten hoogste twee weken. Ingevolge artikel 24a, tweede lid, van de Pbw wint de directeur, voordat hij beslist tot het toepassen van cameratoezicht op een gedetineerde die in een afzonderingscel verblijft, advies in van een gedragskundige of de inrichtingsarts, tenzij dit advies niet kan worden afgewacht. In dat geval wint de directeur het advies zo spoedig mogelijk na zijn beslissing in. Het is daarbij aan de gedragskundige of inrichtingsarts om te adviseren of het cameratoezicht noodzakelijk is vanwege de psychische of lichamelijke toestand van de gedetineerde.

Uit het dossier volgt dat klager in de avonduren van 10 februari 2021 in het DC Rotterdam is binnengebracht en dat er op dat moment geen gedragsdeskundige en kennelijk ook geen inrichtingsarts aanwezig was. Op basis van de op dat moment voor de medische dienst beschikbare informatie over klager, die erop neerkwam dat klager in het verleden maar ook nog bij DT&V suïcidale uitlatingen had gedaan, is in het belang van de gezondheid en de veiligheid van klager en in afwachting van de beoordeling van de psycholoog toch besloten tot oplegging van de ordemaatregel tot plaatsing in een afzonderingscel met cameratoezicht met ingang van 10 februari 2021 om 19.15 uur. Het DC Rotterdam beschikte op dat moment niet over een afschrift van het door DT&V afgenomen verhoor van klager en klager zelf zat die avond dermate “hoog in de emotie” dat hij niet kon worden gehoord. De volgende dag, op 11 februari 2021, is klager alsnog bezocht door een psycholoog. Toen deze oordeelde dat klager niet suïcidaal was, is klager op een reguliere afdeling geplaatst en is de maatregel beëindigd. Naar het oordeel van de beroepscommissie is voldoende aannemelijk geworden dat het advies van de gedragsdeskundige of de inrichtingsarts inderdaad niet kon worden afgewacht. De directeur heeft voldaan aan de eis van artikel 24a, tweede lid, van de Pbw om zo spoedig mogelijk na zijn beslissing het advies over het cameratoezicht alsnog in te winnen. 

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur om klager in de afzonderingscel met cameratoezicht te plaatsen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.


4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.


Deze uitspraak is op 13 maart 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.R. Sonneveldt, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven