Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28426/GA, 19 juni 2023, beroep
Uitspraakdatum:19-06-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Nummer          22/28426/GA

               

Betreft [Klager]

Datum 19 juni 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

 

[Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij gelijktijdig met medegedetineerden bezoek krijgt aangeboden, terwijl hij vanwege zijn GVM-toezichtmaatregelen individueel bezoek zou moeten krijgen.

 

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op 11 juli 2022 het beklag ongegrond verklaard (IJ-2022-672). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. B.N.R. Maenen, en de directeur van de PI Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is op de lijst van gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico (GVM) geplaatst en in het kader van zijn GVM-status ‘hoog’ zijn aan hem toezichtmaatregelen opgelegd, waaronder de toezichtmaatregel ‘individueel bezoek met toezicht’. Desondanks heeft de directeur besloten dat klager tezamen met drie medegedetineerden dient deel te nemen aan het bezoekmoment. Klager is het niet eens met de opgelegde maatregelen, maar stelt zich op het standpunt dat de directeur de maatregelen dient te handhaven zoals deze zijn opgelegd.

 

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

 

Standpunt van de directeur

De directeur persisteert bij dat wat in de beklagprocedure is aangevoerd en sluit zich voor het overige aan bij de uitspraak van de beklagcommissie.

 

3. De beoordeling

Uit de ‘Mededeling aan gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico (lijst GVM)’ van 20 december 2021 volgt dat aan klager GVM-toezichtmaatregelen zijn opgelegd, waaronder de toezichtmaatregel ‘Individueel bezoek met toezicht’. De directeur heeft deze toezichtmaatregel als volgt gemotiveerd: “Gelet op het vermoeden van voortgezet crimineel handelen in detentie en uw ondermijnende gedrag van gezag van directie en personeel in de inrichting acht ik het noodzakelijk dat uw bezoek individueel plaatsvindt onder toezicht van het personeel en dat u na het bezoek wordt gevisiteerd.”.

Uit het verweer van de directeur in beklag volgt dat de directeur klager – als klager gebruikmaakt van het bezoekmoment – samen met maximaal drie andere gedetineerden bezoek laat ontvangen in de bezoekzaal, zodat onder meer intensiever toezicht kan worden gehouden gedurende het bezoekmoment. Het reguliere bezoekmoment vindt volgens de directeur plaats met twaalf gedetineerden in de bezoekruimte. Tijdens klagers bezoekmoment wordt naast het reguliere toezicht ook door minimaal één medewerker van de afdeling waar klager verblijft toezicht uitgevoerd tijdens het bezoekmoment. Volgens de directeur zijn er daardoor dus altijd minimaal twee toezichthouders aanwezig gedurende klagers bezoekmoment.

 

De beroepscommissie stelt voorop dat de gedetineerde op grond van artikel 38 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) – voor zover hier van belang – het recht heeft gedurende ten minste één uur per week op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen bezoek te ontvangen. De directeur kan het aantal tegelijkertijd tot de gedetineerde toe te laten personen beperken, indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting en kan bepalen dat tijdens het bezoek toezicht wordt uitgeoefend, indien dit noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Pbw. Dit toezicht kan omvatten het beluisteren of opnemen van het gesprek tussen de bezoeker en de gedetineerde. Tevoren wordt aan betrokkenen mededeling gedaan van de aard en de reden van het toezicht.

 

In de Circulaire Gedetineerden met een vlucht- en/of maatschappelijk risico van 8 juli 2021 met kenmerk 3399954 (hierna: de Circulaire), volgt dat de directeur ten behoeve van de toezichtuitoefening op contact met bezoekers onder meer gesprekken kan opnemen en beluisteren en dat een opschaalmogelijkheid individueel bezoek met toezicht betreft.

 

Uit de stukken volgt dat de directeur aan klager toezichtmaatregelen heeft opgelegd omdat dit volgens de directeur noodzakelijk is in verband met de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting. De directeur heeft hierin een eigen belangenafweging over de noodzaak van die toezichtmaatregelen gemaakt. In zijn verweer in de beklagprocedure heeft de directeur aangevoerd dat er voldoende toezicht op klagers bezoekmoment kan worden uitgeoefend als hij samen met maximaal drie andere gedetineerden bezoek ontvangt.

 

Anders dan door en namens klager is aangevoerd ziet de aan klager opgelegde toezichtmaatregel ‘individueel bezoek met toezicht’ naar het oordeel van de beroepscommissie niet op de omstandigheid dat klager niet gelijktijdig met andere gedetineerden bezoek zou mogen ontvangen, maar – conform het bepaalde in artikel 38, tweede lid, van de Pbw – op het aantal bezoekers dat klager per bezoekmoment mag ontvangen. Naar het oordeel van de beroepscommissie wordt de aan klager opgelegde toezichtmaatregel ‘individueel bezoek met toezicht’ dan ook nageleefd zoals deze aan klager is opgelegd. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 19 juni 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en mr. M. Iedema, leden, bijgestaan door mr. Y.P. Schleijpen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven