Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0793/GM, 14 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/793/GM

betreft: [klager] datum: 14 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan het huis van bewaring/ISD (h.v.b./ISD) Rotterdam te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

De beroepscommissie heeft de inrichtingsarts van voormeld h.v.b./ISD in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het op 25 februari 2008 bij de medisch adviseur ontvangen verzoek om bemiddeling, betreft het niet van rijkswege verstrekken van (een machtiging tot vergoeding van de kosten van) een bril.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Klager is in februari 2008 bij de medische dienst van het h.v.b./ISD geweest omdat hij problemen kreeg met zijn ogen. Daar is bevestigd dat klager een bril nodig zou hebben. Vervolgens kreeg klager tot zijn verbazing te horen dat hem geen bril
verstrekt
werd. Reden was dat klagers verblijf in detentie nog minder dan vier maanden zou duren. Klager kan zich met die redengeving niet verenigen. Hij moest in maart 2008 bij de rechtbank voorkomen en daar is een eis geformuleerd van 8 jaar. Klager verblijft
gemiddeld 130 uur per week in zijn cel en lezen is zijn voornaamste tijdverdrijf.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
De beslissing waar klager over klaagt, is geen beslissing van de inrichtingsarts maar van de medisch adviseur van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

3. De beoordeling
Uit de stukken komt naar voren dat klager naar aanleiding van klachten is onderzocht door de inrichtingsarts en dat hij toen, gelet op de aard van die klachten is verwezen naar de aan de inrichting verbonden opticien. Door de opticien is vervolgens
bij
de medisch adviseur van DJI een machtiging aangevraagd voor de verstrekking van een bril aan klager. De medisch adviseur heeft die machtiging niet verleend. Nu door de inrichtingsarts en de opticien volledig overeenkomstig de terzake geldende
richtlijnen is gehandeld en de beslissing om geen machtiging voor verstrekking van een bril af te geven is genomen door de medisch adviseur, moet worden geoordeeld dat de handelwijze door of namens de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in
strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en drs. J.G.J. de Boer, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 14 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven