Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/24682/GA en 21/24712/GA, 12 juni 2023, beroep
Uitspraakdatum:12-06-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummers        21/24682/GA en 21/24712/GA

                                   

Betreft [klager]

Datum 12 juni 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen:

a.         het in de periode van 17 augustus tot en met 3 september 2021 insluiten van klager gedurende de voor de arbeid bestemde uren, terwijl klager structureel arbeidsongeschikt is (Ho-2021-305, in beroep 21/24682/GA);

b.         de omstandigheid dat klager voor de zoveelste keer, namelijk op 20 oktober 2021, tweemaal zijn medicatie (een uur) te laat verstrekt heeft gekregen (Ho-2021-390, in beroep 21/24712/GA).

 

De beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet heeft op 13 december 2021 de klachten ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

Klagers raadsman, mr. M. de Reus, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

 

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur van de locatie Hoogvliet (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager is structureel arbeidsongeschikt. Als gevolg daarvan werd het klager toegestaan gedurende de tijd die andere gedetineerden op de arbeid waren, zijn verblijfsruimte te verlaten en op de verblijfsafdeling aanwezig te zijn. Dit is overeenkomstig de jurisprudentie van de beroepscommissie (zie bijvoorbeeld RSJ 2 februari 2015, 14/3586/GA). Met ingang van 17 augustus 2021 is klager ten onrechte ingesloten gedurende de voor arbeid bestemde tijd (3,5 uur per dag op doordeweekse dagen), terwijl hij structureel arbeidsongeschikt is en hem geen passend vervangend programma werd aangeboden. Aan deze situatie kwam op 3 september 2021 een einde, op grond van een advies van de medische dienst. Een uur luchten met een andere groep gedetineerden gedurende de voor de arbeid bestemde tijd was, ook blijkens het advies van de medische dienst, geen passend vervangend programma. Deze situatie is in strijd met de hiervoor genoemde jurisprudentie en het beginsel van minimale beperkingen zoals neergelegd in artikel 2 van de Penitentiaire beginselenwet.

 

Voorts heeft de directeur door het niet tijdig verstrekken van medicatie de op hem rustende zorgplicht geschonden. De zorgplicht met betrekking tot het verstrekken van de medicatie houdt in dat deze telkens tijdig plaatsvindt. De directeur betwist niet dat klager de voorgeschreven medicatie niet op de aangegeven (indicatie)tijd heeft ontvangen. De op het medicijnzakje beschreven tijdstippen zijn niet louter van indicatieve aard, het niet met juiste tussenpozen innemen van de medicatie kan (medische) gevolgen hebben. Het gebrek aan eventuele medische consequenties doet daaraan geen afbreuk.

 

Verzocht wordt het beroep gegrond te verklaren, de bestreden beslissingen te vernietigen, de klaagschriften gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen nu de gevolgen van de bestreden beslissingen niet geheel ongedaan kunnen worden gemaakt.

 

Standpunt van de directeur

Klager heeft in de periode van 17 augustus tot en met 3 september 2021 dezelfde vervangende activiteit ontvangen als andere arbeidsongeschikt verklaarde gedetineerden, namelijk één uur extra verblijf in de buitenlucht. Op dat moment ontving klager wat hij hoorde te ontvangen. Toen op 3 september de medische dienst meldde dat dit uur onvoldoende zou zijn voor klager, is het aanbod ook direct uitgebreid. Dat achteraf, op 3 september, bleek dat klager meer aanbod had moeten krijgen dan de gebruikelijke regeling voor arbeidsongeschikte gedetineerden is geen reden voor compensatie.

 

De directeur heeft niets toe te voegen aan de discussie of een indicatietijd wel of niet betekent dat de medicatie exact op dat tijdstip uitgereikt dient te worden.

 

3. De beoordeling

Beklag a. (21/24682/GA)

Vast staat dat klager arbeidsongeschikt is verklaard en dat hij in de periode van 17 augustus tot en met 3 september 2021 als vervangend programma een (extra) uur luchten met een andere groep gedetineerden kreeg aangeboden. Voor het overige werd klager tijdens de voor arbeid bestemde uren is ingesloten.

 

Uit vaste jurisprudentie van de beroepscommissie volgt dat de directeur ingeval van gedetineerden die door structurele omstandigheden, zoals arbeidsongeschiktheid, niet aan de arbeid kunnen deelnemen, de inspanningsverplichting heeft deze gedetineerden niet alleen in staat te stellen zich gedurende de arbeidsuren buiten hun verblijfsruimte op te houden maar hen in deze periode ook zoveel mogelijk een vervangend programma aan te bieden (zie onder andere RSJ 21 februari 2018, 17/1269/GA en RSJ 2 februari 2015, 14/3586/GA).

 

Aan deze inspanningsverplichting heeft de directeur niet voldaan. Klager mocht zich tijdens de arbeid niet buiten zijn verblijfsruimte ophouden, behalve tijdens het uur extra luchten. Dat is onvoldoende.

 

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep in zoverre gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en beklag a. alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal deze vaststellen op €20,-.

 

Beklag b. (21/24712/GA)

Hetgeen in beroep is aangevoerd inzake beklag b. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag a. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dit beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €20,-.

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Deze uitspraak is op 12 juni 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. S. Woudman-Bijl, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven