Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/31466/SGA, 18 januari 2023, schorsing
Uitspraakdatum:18-01-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Nummer          23/31466/SGA

               

Betreft [verzoeker]

Datum 18 januari 2023

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

 

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

Verzoekers raadsman, mr. T.S. van der Horst, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van de omstandigheid dat de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de directeur) weigert om uitvoering te geven aan de uitspraak van de beklagcommissie van 22 november 2022 door verzoeker niet een extra door verzoeker aangevraagd belmoment met zijn kinderen in het Arabisch toe te kennen.

 

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de landsadvocaat namens de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift.

 

2. De beoordeling

 

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

 

De voorzitter stelt vast dat de beklagcommissie op 22 november 2022 verzoekers beklag tegen de omstandigheid dat hij niet in het Arabisch met zijn kinderen mocht telefoneren gegrond heeft verklaard (VU 2022/1177). De beklagcommissie heeft bepaald dat als compensatie een extra belmoment met verzoekers kinderen in het Arabisch wordt toegekend.

 

Namens verzoeker wordt aangevoerd dat verzoeker op 6 januari 2023 en anders in de 48 uur daarna (in verband met het regelen van een tolk) heeft verzocht om te mogen bellen. Aan verzoeker is medegedeeld dat geen uitvoering wordt gegeven aan zijn verzoek tot het mogen telefoneren met zijn kinderen die in het buitenland wonen. Door de directeur wordt, tot een nader te bepalen datum geweigerd om het door verzoeker gewenste- en door de beklagcommissie- toegewezen- telefoongesprek te faciliteren. De weigering geldt tot het moment waarop door de Nederlandse autoriteiten afspraken zijn gemaakt met buitenlandse diensten over voorzieningen om vanaf een van tevoren door de directeur aangewezen locatie in het buitenland te telefoneren. Namens verzoeker wordt schorsing verzocht van de (verdere) tenuitvoerlegging van de weigering dan wel het tijdelijke verbod op het eenmalig mogen telefoneren met zijn kinderen in het Arabisch. Verzoeker heeft al geruime tijd geen contact gehad met zijn kinderen en wenst ze zo spoedig mogelijk te kunnen spreken.

 

Namens de directeur is aangevoerd dat één van de toezichtmaatregelen die bij beslissing van 23 mei 2022 is ingesteld en bij beslissing van 23 november 2022 is verlengd, is dat verzoeker alleen nog telefonische contacten mag hebben met personen die bellen vanaf een daartoe aangewezen locatie. Omdat er niet direct locaties in het buitenland konden worden aangewezen waarvan vandaan gebeld kon worden, heeft de directeur ervoor gekozen om deze maatregel in eerste instantie voor telefonische contacten te laten gelden met personen in Nederland. In de beslissing van 23 mei 2022 is hierover opgemerkt dat voor contacten in het buitenland een soortgelijke maatregel zou komen te gelden, maar dat dit meer uitvoering vergde. In een GRIP-rapport van 16 september 2022 kwam naar voren dat uit strafrechtelijke onderzoeken volgt dat familieleden van verzoeker betrokken zijn bij de criminele organisatie waaraan hij wordt vermoed leiding te geven. Het GRIP adviseerde om geen telefoongesprekken plaats te laten vinden tussen verzoeker en personen in het buitenland zolang daar geen voorzieningen zijn getroffen om op die gesprekken het nodige toezicht te kunnen houden. In het treffen van voorzieningen in de voor verzoeker relevante landen zijn vorderingen gemaakt, maar nog niet voldoende om het noodzakelijke toezicht al te kunnen toepassen. De directeur heeft daarom op 16 december 2022 besloten de weigering van telefoongesprekken met personen in het buitenland voor de duur van drie maanden voort te zetten, of zoveel korter als nodig blijkt om het toezicht in het buitenland tot stand te brengen. De directeur stelt verder dat er nog altijd sprake is van onregelmatigheden bij contacten van verzoeker met de buitenwereld. De directeur stelt dan ook dat het van groot belang is om steeds zo volledig mogelijk toezicht te houden op die contacten. Dat vereist toezichtmaatregelen ook in het buitenland. Zolang die niet gerealiseerd zijn, acht de directeur het niet verantwoord telefoongesprekken plaats te laten vinden tussen verzoeker en personen in het buitenland. De directeur merkt op dat de directeur niet tegen de uitspraak van de beklagcommissie in beroep is gekomen. Verzoeker krijgt dus een extra belmoment.

 

Verzoeker heeft aan het inrichtingspersoneel gevraagd op 6 januari 2023, of in de 48 uur die daarop volgde (ten behoeve van het regelen van een tolk), te mogen bellen met zijn kinderen, die in het buitenland verblijven. Hierop is gereageerd met een verwijzing naar de beslissing van 16 december 2022, die er op dit moment aan in de weg staat dat verzoeker belt met personen die zich in het buitenland bevinden. Deze beslissing is toen (nogmaals) aan verzoeker uitgereikt. Bijzondere omstandigheden waarom dat anders zou zijn zijn gesteld noch gebleken, aldus de directeur en van niet-naleving van de uitspraak van de beklagcommissie is dan ook geen sprake. 

 

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter kan de beslissing van de directeur niet op voorhand als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt, nu uit de reactie van de directeur blijkt dat thans nog niet op een veilige dan wel verantwoorde wijze een belmoment met verzoekers kinderen in het buitenland in het Arabisch gefaciliteerd kan worden.

 

De voorzitter zal het verzoek afwijzen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

Deze uitspraak is op 18 januari 2023 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door de secretaris.

 

voorzitter

Naar boven