Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 23/32079/SGB 21 februari 2023, schorsing
Uitspraakdatum:21-02-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    23/32079/SGB
    
            
Betreft    [verzoeker]
Datum    21 februari 2023


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

[verzoeker] (hierna: verzoeker)

1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 10 februari 2023 verzoeker geplaatst in het Detentiecentrum Schiphol. Verzoeker heeft daartegen bezwaar ingesteld. 

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van verweerder op het schorsingsverzoek, van het bezwaarschrift, van de nadere toelichting van verzoekers raadsvrouw, mr. B.N.R. Maenen van 14 februari 2023 en van verzoeker van 16 februari 2023 en van de desgevraagde nadere reacties van verweerder van 17 en 20 februari 2023. 

2. De beoordeling
Gelet op artikel 73, vierde lid, in verbinding met artikel 66, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), kan in beginsel pas om schorsing worden verzocht in de beroepsprocedure (dus nadat verweerder het bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard en verzoeker tegen die ongegrondverklaring beroep heeft ingesteld). Daarop kan alleen een uitzondering worden gemaakt als de beslissing van verweerder meer dan zes weken op zich laat wachten (artikel 17, vierde lid, van de Pbw) of als sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

Door en namens verzoeker is aangevoerd dat de tenuitvoerlegging van een jeugddetentie in een volwassen penitentiaire inrichting (PI) volgens jurisprudentie van de RSJ alleen is toegestaan als er zwaarwegende gronden aanwezig zijn die een plaatsing in een justitiële jeugd inrichting (JJI) in de weg staan. Dat is ook het uitgangspunt van de wetgever, gelet op de Memorie van Toelichting bij de Penitentiaire beginselenwet (Kamerstukken II 1994/95, 24263, nr. 3, p. 12-13). Daarin staat onder meer dat jeugddetentie alleen in uiterste noodsituaties ten uitvoer gelegd wordt in inrichtingen voor volwassenen. Tot en met 23 jaar is plaatsing in een JJI mogelijk. Verzoeker is 23 jaar.

Volgens verweerder wordt de keuze voor volwassendetentie of plaatsing in een JJI gemaakt op basis van maatwerk. Verzoeker heeft een GVM (gedetineerde met een vlucht-/ maatschappelijk risico) status ‘hoog’ en hij dient onder andere vanwege voortgezet crimineel handelen binnen het volwassenregime in een GVM hoog inrichting geplaatst te worden. Verzoeker heeft specialistische zorg nodig die binnen een JJI niet geboden kan worden. Verzoeker heeft reeds meerdere detenties binnen het reguliere gevangeniswezen uitgezeten. Gelet op zijn kalenderleeftijd is het niet noodzakelijk om het jeugdvonnis te ondergaan in een JJI en kan het vonnis in het kader van maatwerk ook worden ondergaan in een passende setting zoals een GVM hoog inrichting met een speciale afdeling. 

Verweerder heeft  op 17 februari 2023 laten weten dat het op 14 februari 2023 gestuurde bewaarschrift is ontvangen en wordt afgehandeld. Dat is minder dan zes weken geleden. De voorzitter maakt uit de registratiekaart van verzoeker op dat hij tot 10 juni 2023 een jeugddetentie dient te ondergaan en aansluitend een gevangenisstraf. De jeugddetentie loopt derhalve ook na de termijn van zes weken voor de beslissing op bezwaar nog. Naar het oordeel van de voorzitter is geen sprake van zodanig uitzonderlijke omstandigheden dat moet worden afgeweken van het uitgangspunt dat pas in de beroepsprocedure om schorsing kan worden verzocht. Daarbij acht de voorzitter van belang dat een jeugddetentie in een inrichting voor volwassenen kan worden ondergaan, verzoeker voor de huidige detentie in volwassen inrichtingen heeft verbleven met een GVM status ‘hoog’ en hij de kalenderleeftijd van 23 jaar heeft. Gelet hierop kan verzoeker (nog) niet worden ontvangen in zijn verzoek.

3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.


Deze uitspraak is op 21 februari 2023 gedaan door mr. M.L. Plas, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven