Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/22940/GA, 6 juni 2023, beroep
Uitspraakdatum:06-06-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          21/22940/GA

               

Betreft [klaagster]

Datum 6 juni 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Nieuwersluis (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klaagster] (hierna: klaagster) heeft (voor zover in beroep aan de orde) beklag ingesteld tegen (zo begrijpt de beroepscommissie) schending van de zorgplicht van de directeur door het niet handhaven van het rookverbod nu er door personeel gerookt wordt op de afdeling.

 

De beklagcommissie bij de locatie Nieuwersluis heeft op 23 augustus 2021 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klaagster een tegemoetkoming toegekend van €7,50 (NS2021/67). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft de directeur en klaagster in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Verzocht wordt klaagster niet-ontvankelijk te verklaren in het beklag nu geen sprake is van een door of namens de directeur genomen beslissing, maar van puur feitelijk handelen (zie RSJ 23 mei 2016, 16/0524/GA). Het beklag is gericht tegen de handeling van een personeelslid, namelijk het roken op een leegstaande cel.

 

Uit de huisregels volgt dat het volgens de Tabakswet verboden is te roken in de gehele inrichting, met uitzondering van de eigen verblijfsruimte en de luchtplaatsen. Voor de eigen verblijfsruimte geldt dat daar alleen gerookt mag worden indien de deur is afgesloten. De directie is ervan op de hoogte dat de Tabakswet hogere wet- en regelgeving is die zowel het personeel als gedetineerden moeten uitvoeren. Om die reden hangen er, naast de opgenomen regeling in de huisregels, op verschillende plekken binnen het penitentiaire gebied borden met mededelingen over het rookbeleid. De directie is op de hoogte van haar zorgplicht en handhaaft de naleving van het rookbeleid. Het is voldoende duidelijk voor zowel het personeel als voor gedetineerden waar gerookt mag worden en waar niet. Er is om die reden geen sprake van een schending van de zorgplicht. Het betreffende personeelslid was op de hoogte van het geldende rookbeleid maar leek zich, ondanks alle bovengenoemde door de directie ondernomen acties, deze enkele keer niet aan het rookbeleid op de afdeling te hebben gehouden. Het personeelslid heeft aangegeven wel te weten dat het niet gebruikelijk is om op een leegstaande cel te roken, maar enkel op daartoe toegestane plaatsen.

 

De directie heeft, aan de hand van dit incident, voldoende effectief opgetreden tegen het roken op niet toegestane plekken. Het personeelslid is door het afdelingshoofd op haar handelingen aangesproken. Tevens is aan de hand van het overtreden van het rookbeleid en de uitspraak van de beklagcommissie een e-mail gestuurd naar alle personeelsleden van de inrichting om het rookbeleid opnieuw onder de aandacht te brengen.

 

Standpunt van klaagster

Klaagster heeft haar standpunt in beroep niet nader toegelicht.

 

3. De beoordeling

De ontvankelijkheid van klaagster in het beklag

De beroepscommissie stelt vast dat het beklag is gericht tegen het door de directeur niet handhaven van het rookverbod. De directeur heeft een zorgplicht om het in de inrichting geldende rookverbod te handhaven (vgl. RSJ 7 mei 2019, R-18/1333/GA). Gelet hierop is klaagster ontvankelijk in haar beklag.

 

De inhoudelijke beoordeling van het beklag

Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet dient een rookverbod ingesteld, aangeduid en gehandhaafd te worden in justitiële inrichtingen. Uit het tweede lid van dat artikel volgt dat bepaald kan worden dat het rookverbod in bepaalde ruimten niet geldt. Uit artikel 6.2, eerste lid, van het Besluit uitvoering Tabakswet volgt dat geen rookverbod kan gelden in ruimten waar geen inbreuk gemaakt mag worden op de persoonlijke levenssfeer. Tegelijkertijd kan van de directeur wel een inspanning verwacht worden ter bescherming van de belangen van niet-rokers (vgl. RSJ 22 december 2016, 16/3548/GA en RSJ 10 juli 2018, 18/0924/GA). De directeur heeft namelijk een verplichting om de naleving van het in de inrichting geldende rookverbod te handhaven, inhoudende onder meer dat een gedetineerde geen hinder mag ondervinden van ruimten in de inrichting waar wel mag worden gerookt (vgl. RSJ 9 december 2014, 14/2680/GA).

 

De directeur heeft toegelicht dat de naleving van het rookbeleid wordt gehandhaafd en dat voor personeel en gedetineerden voldoende duidelijk is waar in de inrichting wel of niet mag worden gerookt. Het betreffende personeelslid heeft, alhoewel op de hoogte van het rookbeleid, zich eenmalig niet aan het rookbeleid op de afdeling gehouden door tijdens de recreatie te roken op een leegstaande cel en met een brandende sigaret in haar hand de afdeling op te lopen nadat zij rumoer hoorde op de afdeling. 

 

Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot de conclusie worden gekomen dat de directeur – door dit incident – de op hem rustende zorgplicht heeft geschonden. De beroepscommissie overweegt daarbij ten overvloede dat de directeur het incident serieus heeft opgepakt door het betreffende personeelslid aan te spreken en het rookbeleid opnieuw onder de aandacht te brengen bij alle personeelsleden.

 

De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren. De aan klaagster toegekende tegemoetkoming komt hiermee te vervallen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 6 juni 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. S. Woudman-Bijl, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven