Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/31033/GV, 3 maart 2023, beroep
Uitspraakdatum:03-03-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/31033/GV
    
            
Betreft    [klager]
Datum    3 maart 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

1. De procedure
De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 13 december 2022 klagers verzoek om strafonderbreking in het kader van artikel 40a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. C. Willekes, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

2. De ontvankelijkheid
De reden die verweerder aan de beslissing van 13 december 2022 ten grondslag heeft gelegd, is dat klager nog niet in aanmerking zou komen voor strafonderbreking in het kader van artikel 40a van de Regeling. Uit de detentieverklaring van 22 februari 2022 blijkt echter dat klager vanaf 11 februari 2023 in aanmerking kan komen voor strafonderbreking in het kader van artikel 40a van de Regeling. 

Klager heeft vervolgens een nieuw verzoek om stafonderbreking in het kader van artikel 40a van de Regeling ingediend. Dat verzoek heeft verweerder – na een inhoudelijke beoordeling – op 28 december 2022 afgewezen. De beroepscommissie is ambtshalve bekend met het gegeven dat klager ook tegen die beslissing beroep heeft ingesteld (23/31313/GV). Nu de afwijzing in die zaak ten gronde zal worden beoordeeld, heeft klager geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van dit beroep. De beroepscommissie zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in dit beroep. 

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.


Deze uitspraak is op 3 maart 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. L.C.P. Goossens, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven