Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0142/TB, 9 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/142/TB

betreft: [klager] datum: 9 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Lok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 15 januari 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 april 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Lok, en namens de Staatssecretaris, [...] en [...] van het FPC Veldzicht.

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Hij heeft schriftelijk laten weten niet te zullen verschijnen.

Op 16 april 2008 heeft het Edenfield Centre te Manchester een psychiatrisch verslag omtrent klager opgesteld. De beroepscommissie heeft dit verslag op 26 mei 2008 ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft het verzoek om overplaatsing vanuit FPC Veldzicht, locatie Grittenveld te Hoogeveen (hierna: Grittenveld) naar het Kempehuis dan wel De Corridor van de Pompestichting afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 3 juli 1981 veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is bij besluit van 10 augustus 1982 tot ongewenst
vreemdeling verklaard. Klager is op 12 november 1987 in FPC Van Mesdagkliniek geplaatst op basis van artikel 120 Gevangenismaatregel (thans artikel 13 Wetboek van Strafrecht). Klager is op 16 oktober 2003 in de longstayvoorziening van de Pompestichting
opgenomen. Op 8 december 2006 is klager gehoord en op 11 december 2006 heeft de Staatssecretaris beslist klager te plaatsen in de vreemdelingenvoorziening van Veldzicht. Klager is op 26 februari 2007 in Grittenveld geplaatst.

3. De standpunten
Klager kan zich niet verenigen met zijn overplaatsing naar Grittenveld.
De Bvt verzet zich er niet tegen dat nogmaals een verzoek om overplaatsing wordt gedaan, waartegen dan beroep wordt ingesteld. Bovendien hebben zich sinds het eerste verzoek wel ontwikkelingen voorgedaan. In de eerste afwijzing van 13 augustus 2007
werd
aangegeven dat Veldzicht bezig is met onderzoek om klager middels de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) over te dragen aan Groot-Brittanië. Nu begin december 2007 nog niet duidelijk was wanneer een gesprek tussen Veldzicht, klager
en
een psychiater en psycholoog uit Groot-Brittanië zou plaats vinden is op 14 december 2007 wederom een verzoek om overplaatsing ingediend.
Klager is al bijna 26 jaar ongewenst verklaard en het is nog niet gelukt om hem over te dragen aan Groot-Brittanië. In Grittenveld wordt klager aan aanzienlijk meer beperkingen onderworpen dan in de longstay voorziening het Kempehuis, waar hij voorheen
verbleef. Pas op 12 april 2007 is de Home Office in Londen benaderd en uiteindelijk heeft op 22 januari 2008 een gesprek plaatsgevonden met een psychiater en psycholoog van het Prestwich Hospital in Manchester. De rapportage die binnen zes weken gereed
zou zijn, is er nog steeds niet.
Klager zal alleen instemmen met een WOTS-verzoek als hem zicht op resocialisatie in Groot-Brittannië wordt geboden. Uitzetting zal niet binnen afzienbare tijd worden gerealiseerd. Het verblijf in het beperkte regime van de Grittenveld, nu bijna
veertien
maanden, moet derhalve onrechtmatig worden geacht en in strijd met het beginsel van minimale beperkingen van artikel 2, tweede lid, Bvt. De termijn van negen maanden, die de beroepscommissie acceptabel acht in verband met de tijd die gemoeid is met het
realiseren van de uitzetting is allang overschreden. Aan klager dient met ingang van 26 november 2007 een schadevergoeding te worden betaald in overeenstemming met de uitspraak van 17 december 2007, nr. 07/0155/TA.

De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft geen beroep aangetekend tegen de beslissing van 13 augustus 2007 en er hebben zich geen nieuwe omstandigheden of ontwikkelingen voorgedaan. Door toch een identiek verzoek in te dienen schept klager een nieuwe beroepsmogelijkheid, die geen
steun vindt in de Bvt. Het beroep dient niet-ontvankelijk te worden verklaard.

De kern van het probleem is dat met tbs-gestelden, die niet in het bezit zijn van een legale verblijfsstatus, geen verloftraject kan worden ingezet, op basis waarvan resocialisatie mogelijk is. Daardoor treedt stagnatie op in de uitstroom uit de
klinieken. Bij brief van 27 oktober 2004 aan de voorzitter van de Tweede Kamer (TK, 2004-2005, 29452, nr. 13) heeft de Minister van Justitie een aantal maatregelen voorgesteld waaronder het creëren van een sobere voorziening, die primair gericht is op
de uitzetting/overdracht van de desbetreffende vreemdelingen.
Klager is ongewenst verklaard en kan dus niet resocialiseren in Nederland. Klager is uiteindelijk in een longstay voorziening terecht gekomen. Door klagers plaatsing in de speciaal voor dit doel opgerichte voorziening voor ongewenste vreemdelingen en
illegaal verblijvenden in Veldzicht wordt getracht klager over te dragen aan Groot-Brittannië. In het kader van deze overdracht heeft op 22 januari 2008 een gesprek plaatsgehad tussen klager en een psychiater en psycholoog van het Prestwich Hospital in
Manchester. Zij zien mogelijkheden om klager daar verder te behandelen. Overdracht aan het land van herkomst binnen afzienbare termijn lijkt wel degelijk tot de mogelijkheden te behoren.

[...] van het FPC Veldzicht geeft de volgende toelichting.
Voorafgaande aan klagers plaatsing in Grittenveld, is reeds in januari 2007 contact gezocht met Groot-Brittannië. In april 2007 is er vanuit de forensische psychiatrie van de regio Manchester contact opgenomen met Veldzicht ten behoeve van een
risicoprofiel van klager en in september 2007 is verzocht om aanvullende stukken uit het strafdossier. Al deze stukken zijn in Groot-Brittannië in het Engels vertaald. Dat heeft veel tijd gekost.
Op 22 januari 2008 heeft eerdergenoemd gesprek plaatsgevonden en zodra de rapportage uit Manchester gereed is zal dit met klager en zijn raadsvrouw besproken worden. Een high security plaatsing komt vooralsnog het meest in aanmerking, maar
resocialisatie wordt niet uitgesloten. Klagers pathologie is zeer ernstig en klager heeft een hoog risicoprofiel. De resultaten van de behandeling zijn beperkt. Vanwege zijn hoge risicoprofiel zou klager ook in Nederland niet in aanmerking komen voor
verlof. Indien klager overdracht weigert zal hij naar een andere kliniek in Nederland worden geplaatst.

4. De beoordeling
Klager heeft op 14 december 2007 verzocht om overplaatsing vanuit Grittenveld en op 15 januari 2008 heeft de Staatssecretaris bericht het overplaatsingsverzoek niet in behandeling te nemen. Een gelijkluidend verzoek van klager van 11 juli 2007 is door
de Staatssecretaris op 13 augustus 2007 afgewezen.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het tijdsverloop sinds het eerste overplaatsingsverzoek en op de omstandigheid dat op 14 december 2007 nog steeds geen zicht was op overdracht naar het land van herkomst, klager ontvankelijk is in zijn
beroep. Dit zou anders zijn indien klager elke maand een overplaatsingsverzoek zou hebben ingediend.

Klager verblijft sinds 26 februari 2007, derhalve meer dan dertien maanden in Grittenveld. Vanuit deze voorziening wordt getracht klager via de WOTS over te dragen aan Groot-Brittannië. In januari 2007 is daartoe door Veldzicht contact gezocht met
Groot-Brittannië. Vervolgens werd vanuit Groot-Brittannië om nadere rapportage verzocht en heeft op 22 januari 2008 een gesprek plaatsgevonden tussen klager en een psychiater en psycholoog van het Prestwitch Hospital te Manchester.

Na de zitting heeft de beroepscommissie het vertaalde rapport van de deskundigen [A] en [B] van 16 april 2008, toegestuurd gekregen.
Uit dit rapport blijkt dat klager voldoet aan de criteria voor detentie in Groot-Brittanië op grond van de Mental Health Act uit 1983. Als passend veiligheidsniveau denken de deskundigen dat de minst restrictieve omgeving waarin klager veilig zou
kunnen
worden gehandhaafd en waarin hij zou kunnen profiteren van een toekomstige behandeling, die van longstay met gemiddelde beveiliging is. De deskundigen laten zich niet uit over te verwachten vrijheden of de eventuele mogelijkheid tot resocialisatie van
klager in Groot-Brittanië. Ook kunnen zij niet beslissen over een plaatsing van klager in een bepaalde kliniek. Deze beslissing dient later te worden genomen door het Secure Commissioning Team.

Vast staat dat de regels in Grittenveld, voor de tbs-gestelden in negatieve zin, sterk afwijken van de regels die elders in Veldzicht gelden. Dit is aanvaardbaar, zolang duidelijk is dat overdracht naar het land van herkomst een reële optie is, dat
resocialisatie in Nederland redelijkerwijs kan worden uitgesloten, en dat de uitzetting op afzienbare termijn kan worden gerealiseerd. In die gevallen kan worden gerechtvaardigd dat de tbs-gestelde in een afdeling als Grittenveld wordt onderworpen aan
aanzienlijk meer beperkingen dan hem ten deel zouden vallen op een reguliere tbs-afdeling. Buiten die gevallen valt niet in te zien dat het voortduren van de beperkingen, in afwijking van het regime op reguliere afdelingen van de inrichting,
noodzakelijk is met het oog op enig in artikel 2, tweede lid, Bvt vermeld doel.

Klager heeft bij herhaling te kennen gegeven alleen dan in te stemmen met een WOTS-verzoek als hem zicht op resocialisatie in Groot-Brittanië wordt geboden. Gelet op dit standpunt van klager en de hierboven weergegeven conclusie van de rapportage van
de
deskundigen [A en B] kan thans niet worden gezegd dat de uitzetting van klager op afzienbare termijn kan worden gerealiseerd.
Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat, indien de bedoelde beperkingen te lang duren -waarbij de beroepscommissie een periode van negen maanden acceptabel acht in verband met de tijd die gemoeid is met het realiseren van de overdracht naar
het land van herkomst-, aan het beginsel van minimale beperkingen, zoals tot uitdrukking gebracht in artikel 2, tweede lid, Bvt, onevenredig geweld wordt aangedaan ten behoeve van het belang dat gemoeid is met uitzetting van de betrokken tbs-gestelde.
Het nadien voortduren van deze beperkingen moet in strijd worden geacht met het bepaalde in artikel 2 Bvt.

De beroepscommissie zal het beroep derhalve gegrond verklaren.

Aan klager zal een tegemoetkoming van € 300,= per maand worden toegekend vanaf de datum dat klager langer dan negen maanden in de Grittenveld heeft verbleven, met dien verstande dat dit bedrag na het verstrijken van een periode van telkens drie maanden
wordt verhoogd met € 125,= per maand.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond op materiële grond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij bepaalt de aan klager te laste van de Staatssecretaris toekomende tegemoetkoming op € 300,= per maand vanaf de datum dat hij langer dan negen maanden in de Grittenveld heeft verbleven met dien verstande dat dit bedrag na het verstrijken van een
periode van telkens drie maanden wordt verhoogd met € 125,= per maand.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr.drs. T.A.M. Louwe en prof.mr. C. Kelk, leden, bijgestaan door de secretaris, mr. S.A.H. de Bruin 9 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven