Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0560/GA, 4 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:04-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/560/GA

betreft: [klager] datum: 4 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.R. Kellermann, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 februari 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard, kennelijk slechts voor zover de daarbij vastgestelde tegemoetkoming betreffende,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van twee mobiele telefoons, alsook een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van twee dagen wegens verbaal agressief gedrag tegen het personeel en het niet opvolgen van
instructies.

De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 5,- toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vermissing van de mobiele telefoons.
De beklagrechter heeft het beklag betreffende de ordemaatregel ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de hoogte van de tegemoetkoming van € 5,-. Te meer nu in de inrichting niet geheel volgens de procedure zou zijn gehandeld. Het is niet aan klager te wijten dat de mobiele telefoons verdwenen zijn. Klager is van mening dat
een veel hogere schadevergoeding moet worden toegekend. De twee mobiele telefoons vertegenwoordigen een waarde van minimaal € 850,-.
Voorts wilde klager aanwezig zijn op de behandeling van 18 februari 2008. Dit was kennelijk niet toegelaten omdat klager in de ISO verbleef. Klager acht dit een schending van zijn aanwezigheidsrecht en in strijd met artikel 6 van het EVRM. Hij verzoekt
om een nieuwe behandeling van zijn zaak.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Met betrekking tot een schending van het aanwezigheidsrecht overweegt de beroepscommissie dat uit de stukken blijkt dat op 18 februari 2008 geen inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden. Met betrekking tot de zaak zelf heeft als uitgangspunt te
gelden dat een tegemoetkoming niet is te beschouwen als een schadevergoeding. Derhalve kan hetgeen in beroep is aangevoerd naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal
daarom
ongegrond worden verklaard.
Wel overweegt de beroepscommissie nog het volgende.
Bij de stukken bevindt zich een blijkbaar door klager met de hand geschreven stuk, gedateerd 27 februari 2008, waarbij hij ‘hoger beroep wil aantekenen tegen het voorstel van de directeur hem € 150,- als schadeloosstelling te betalen’. De
beroepscommissie zal het dossier terugzenden naar de beklagcommissie met het verzoek dat stuk te beschouwen als een klaagschrift tegen de aangeboden schadevergoeding en dat beklag in behandeling te nemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaarthet beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld. De beroepscommissie stelt de stukken in handen van de beklagcommissie met het hiervoor overwogen doel.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 4 juni 2008

secretaris voorzitter

Naar boven