Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0477/TB, 9 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:09-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/477/TB

betreft: [klager] datum: 9 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A. Huibers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 14 februari 2008 van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 juni 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.M. Krans, en namens de Staatssecretaris, [A] en [B], psycholoog.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek om zijn longstaystatus op te heffen, afgewezen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijke uitspraak van 17 oktober 1997 ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is op 26 november 1998 geplaatst in tbs-kliniek De Singel te Amsterdam. Op 10 juni 1998 is hij overgeplaatst
naar de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen. Op 30 juni 1999 is klager overgeplaatst naar het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug. Op 20 december 2002 is klager overgeplaatst naar de Dr. Henri van der Hoevenkliniek te Utrecht.
Bij advies van de landelijke adviescommissie plaatsing (LAP) van 16 december 2005 is aangegeven dat klager voldoet aan de longstayindicatie en is de Staatssecretaris geadviseerd klager te plaatsen in een longstayvoorziening. Overeenkomstig dit advies
is
klager op 10 januari 2006 geplaatst in een longstayvoorziening van de Dr. W.P.J. Pompestichting (hierna: de Pompestichting).

3. De standpunten
Door en namens klager is het volgende aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven. Uit de rapportages van de onafhankelijke deskundigen [C] en drs. [D], die tweemaal vier uur met klager hebben gesproken, volgt dat de longstayplaatsing van klager niet
langer geïndiceerd is. De behandelcoördinator drs. [...] van de Pompestichting heeft ter zitting van de rechtbank tevens verklaard dat klager niet thuishoort op een longstayafdeling. Klagers behandelaar drs. Ponte heeft verzocht om klagers
longstaystatus op te heffen. De behandelaars staan nog steeds achter dat verzoek. De LAP, die ex tunc heeft getoetst en niet ex nunc, heeft geadviseerd om klagers longstaystatus niet op te heffen. Juist het opheffingsverzoek had getoetst moeten worden
naar de huidige stand van zaken, niet de oorspronkelijke longstay-aanvraag naar de gegevens van destijds. Omdat het LAP-advies afweek van de genoemde rapportages is vervolgens gerapporteerd door drs. [B], die slechts anderhalf uur met klager heeft
gesproken. Drs. [B] heeft zich voornamelijk gericht op het verleden van klager. Niet gemotiveerd is waarom het advies van drs. [B] en dat van de LAP zwaarder zouden moeten wegen dan de adviezen van de andere deskundigen. Klager heeft gedurende lange
tijd behandeling ondergaan. Sinds 1999 is klager niet meer fysiek agressief geweest en sinds 2003 is hij niet meer verbaal agressief geweest. Als behandeling nog nodig zou zijn, zou klager daarmee akkoord gaan. Hij weet dat hij zich aan afspraken moet
houden en goed in contact moet blijven met o.a. behandelaars. Hij realiseert zich dat als zijn longstaystatus zou worden opgeheven, het zijn laatste kans zou zijn.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht, verkort en zakelijk weergegeven.
De LAP en drs. [B] achten voortzetting van de longstaystatus gerechtvaardigd. Klagers psychopathologie is nog onverminderd aanwezig en wordt door alle rapporteurs als onveranderbaar ingeschat. In eerdere behandelsettingen en in de huidige
verblijfssetting zijn geen aanknopingspunten voor behandeling gevonden. De op verandering gerichte behandelprognose is onveranderd ongunstig. De afweging en de beoordeling van de verschillende rapportages is overgelaten aan de onafhankelijke deskundige
drs. [B]. De behandelaars van de Pompestichting leggen zich neer bij de adviezen van LAP en drs. [B]. Het is niet aan hen om die adviezen te beoordelen. Het komt wel vaker voor dat een tbs-gestelde een positieve ontwikkeling meemaakt in een prikkelarme
omgeving. Dit zegt niet dat er iets veranderd is voor wat betreft de delictgevaarlijkheid. Om tot een nieuwe resocialisatiepoging over te gaan, dient overeenstemming te worden bereikt over de risicofactoren en de daaraan verbonden voorwaarden. De
behandelaars van de Pompestichting noch de onafhankelijke rapporteurs hebben inzichtelijk gemaakt dat klager zich thans wel aan de te stellen voorwaarden kan houden. Er is nog altijd sprake van delictgevaar.
Het beroep zal derhalve ongegrond zijn.

Drs. [B] heeft toegevoegd dat het juist is dat hij klager ongeveer anderhalf uur heeft gesproken en dat hij klagers gehele dossier heeft bestudeerd. De positieve ontwikkeling, waarvan sprake is, is zijns inziens te verwachten in een gestructureerde
omgeving.

4. De beoordeling
Uit de pro justitia rapportages van drs. [C] en drs. [D] van april 2007 volgt dat klager sinds 1999 niet meer fysiek agressief is geweest en sinds het najaar van 2003 niet meer verbaal agressief is geweest. Zij zien mogelijkheden om klager een nieuwe
kans te geven in het kader van transmuraal verlof met toezicht vanuit de kliniek, waarbij klager zich strikt dient te houden aan door de kliniek te stellen voorwaarden; een nieuwe behandeling van klager wordt afgeraden. Als klager zich niet aan de
gestelde voorwaarden zou (kunnen) houden, dan maakt hij daarmee zelf impliciet de keuze voor het verblijf op een longstayafdeling.
Volgens klagers behandelaars in de longstayvoorziening van de Pompestichting, die een ontwikkeling in positieve zin waarnemen, hetgeen wordt bevestigd in de wettelijke aantekeningen, is klager niet meer op zijn plaats op een longstayafdeling. Zij
onderschrijven het advies van de extern deskundigen drs. [C] en drs. [D] en zien eveneens aanknopingspunten voor resocialisatie. Klagers behandelcoördinator heeft de Staatssecretaris verzocht om zijn longstaystatus op te heffen en klager terug te
plaatsen in een tbs-kliniek met het oog op resocialisatie.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat een longstayafdeling thans niet de meest aangewezen plaats voor tenuitvoerlegging van klagers tbs zou zijn. De rapportage van drs. [B] kan daaraan niet afdoen, nu aan die rapportage
vanwege het relatief beperkte daaraan ten grondslag liggende onderzoek van klager, geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen heeft de Staatssecretaris niet in redelijkheid kunnen beslissen klagers verzoek om opheffing van de longstaystatus af te wijzen. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal de
Staatssecretaris opdragen binnen uiterlijk een maand na ontvangst en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de Staatssecretaris op binnen uiterlijk een maand na ontvangst en met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen.
Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en drs. B. van Dekken, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven