Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/25732/TA, 30 januari 2023, beroep
Uitspraakdatum:30-01-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          22/25732/TA    

           

Betreft [klager]

Datum 30 januari 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de verlofvoorwaarde dat de instelling zijn WhatsApp- en sms-berichten wil lezen.

De beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen (hierna: de instelling) heeft op 27 januari 2022 klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag (Me 2021-000402). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klagers raadsvrouw, mr. C. Dirkzwager, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw gehoord op de zitting van 29 juni 2022 in de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught. Het hoofd van de instelling heeft schriftelijk laten weten niet op de zitting te verschijnen.

Mevrouw M. Bakker en mr. E. Lucas, leden van de RSJ, waren als toehoorder aanwezig.

Het lid van de beroepscommissie mr. A.M.G. Smit was niet bij de zitting aanwezig, maar beslist wel mee op het beroep, aan de hand van het dossier en wat tijdens de zitting is besproken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Ontvankelijkheid

Hoewel de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) niet voorziet in een specifieke grondslag voor het inzien van de gehele telefooninhoud zonder klagers toestemming, volgt uit KC 2018/022 dat de controle van de inhoud van de telefoon analoog kan worden toegepast aan de controle op reguliere post, waarvoor in artikel 35 van de Bvt wel een specifieke grondslag is. Klager had daarom op grond van artikel 56, eerste lid, aanhef en onder e, van de Bvt in zijn beklag moeten worden ontvangen. Bovendien wordt ook artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) geschonden, nu het lezen van privéberichten in strijd is met het recht op respect voor privé- en familieleven, woning en correspondentie.

Voor zover de beklagrechter heeft overwogen dat klager ook op andere manieren dan via de telefoon vertrouwelijke informatie met zijn advocaat kan uitwisselen, geldt dat dit extra werk oplevert, nu alles tegenwoordig digitaal wordt aangeleverd. Ook is er niet altijd tijd om post fysiek te versturen. De instelling heeft ter beklagzitting te kennen gegeven dat niet kan worden uitgesloten dat (ook) vertrouwelijke documenten worden gelezen. Voor zover de beklagrechter heeft overwogen dat klager zelf toestemming heeft gegeven voor het controleren van de inhoud van de telefoon, geldt dat hij verplicht was om het contract te tekenen en anders niet met onbegeleid zou mogen en nooit uit de tbs zou kunnen komen.

 

Inhoudelijk

In artikel 35, tweede lid, van de Bvt is vermeld onder welke voorwaarden de instelling correspondentie mag openen en lezen. In het verlofplan is vermeld dat betrokkene tijdens het verlof een mobiele telefoon in zijn bezit heeft, bereikbaar is en meewerkt aan door de instelling noodzakelijk geachte controles van die telefoon. In het contract ‘registratie en controle telefoon ten behoeve van verlof’ staat dat de instelling zich het recht voorbehoudt om te allen tijde de telefoon zonder opgaaf van reden te controleren dan wel in te vorderen. Dit is een standaardverlofvoorwaarde waarbij geen maatwerk wordt toegepast. Klager stelt dat de inhoud van de gehele telefoon wordt uitgelezen, waarbij logbestanden van telefoonnummers, sms’jes, WhatsApp-berichten en eventuele andere logbestanden worden gecontroleerd en de internetgeschiedenis en foto’s worden bekeken, terwijl er geen er indicatie is in relatie tot het indexdelict of een redelijke verdenking van criminele of andere illegale activiteiten. Dit gebeurt buiten zijn aanwezigheid. Er wordt te lichtvaardig gedacht over het bekijken van de inhoud van de telefoon. De inhoud van berichten wordt gelezen, terwijl klager ook met zijn raadsvrouw berichten via WhatsApp uitwisselt. De instelling kan niet garanderen dat geen berichten van of naar geprivilegieerde personen worden gelezen. Met de instelling zijn geen duidelijke afspraken gemaakt wat bekeken mag worden en wat niet en er is geen protocol. Controle zou alleen mogen plaatsvinden binnen de grenzen van redelijkheid. Zonder een reële verdenking de inhoud van berichten lezen is in strijd met artikel 8 van het EVRM. Klager verleent uiteraard medewerking als sprake is van een reële en gegronde verdenking. Zijn verloven zijn tot nu toe altijd goed verlopen en er zijn nooit incidenten geweest.      

 

Standpunt van het hoofd van de instelling

Bij controle van de mobiele telefoon wordt gecontroleerd of de contactenlijst overeenkomt met de netwerklijst. WhatsApp- en sms-contacten worden gescreend op hoe dit contact er uitziet. In de praktijk blijkt al snel of wel of niet sprake is van een onwenselijk contact of onwenselijke zaken. Wat betreft de e-mails wordt alleen gekeken naar de afzenders en wordt alleen bij bedenkingen de e-mail daadwerkelijk geopend. Berichten met/van de advocaat of andere geprivilegieerde contactpersonen worden niet geopend/ingezien. Bij WhatsApp- en sms-berichten wordt dit gewaarborgd door middel van een telefoonnummercheck. Verder wordt gekeken welke apps op de telefoon staan en wordt naar de activiteit binnen deze apps gekeken. Ook worden de internetgeschiedenis en media als foto’s en video’s gecontroleerd.

 

3. De beoordeling

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beklag ziet op het hanteren van de (standaard) verlofvoorwaarde dat na afloop van het verlof medewerking dient te worden verleend aan (door de instelling noodzakelijk geachte) controles van de telefoon die de patiënt tijdens het verlof in zijn bezit dient te hebben. Deze voorwaarde geldt voor alle patiënten in de instelling en betreft geen individuele beslissing ten aanzien van klager als bedoeld in artikel 56 van de Bvt. Klager stelt dat de bestreden verlofvoorwaarde een beperking vormt op zijn recht op privéleven als bedoeld in artikel 8 van het EVRM en dat artikel 35, tweede lid, van de Bvt analoog dient te worden toegepast waar het gaat om controle van de inhoud van een telefoon. De beroepscommissie volgt dit standpunt niet. Daartoe is onder meer van belang dat namens de instelling uitdrukkelijk te kennen is gegeven dat berichten van en naar geprivilegieerde personen niet worden geopend en/of ingezien. Bovendien heeft klager zich met het ondertekenen van het verlofplan geconformeerd aan de aan verloven verbonden voorwaarden. Het beroep zal, gelet op het voorgaande, ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

 

Deze uitspraak is op 30 januari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter,
mr. A.M.G. Smit en dr. J.G. Vinke, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven