Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1421/GV, 10 juli 2008, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1421/GV

betreft: [klager] datum: 10 juli 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. F.J. ten Seldam, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 juni 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. F.J. ten Seldam om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is de mogelijkheid ontnomen om afscheid te kunnen nemen van zijn overleden vader. Dit is onomkeerbaar en heeft klager ernstig psychisch leed bezorgd. Er zou nogal wat onenigheid zijn geweest voor
wat betreft de toestemming voor bezoek aan de aula. De politie zou middels een faxbericht hebben laten weten dat het uitermate ongewenst was om klager te confronteren met familie tijdens de uitvaart vanwege de kans op escalatie. Het verzoek was niet
gericht op het bijwonen van de uitvaart, maar op het afscheid kunnen nemen van klagers vader in de aula. Daarbij zou geen familie aanwezig zijn en zou er geen confrontatie met familie kunnen plaatsvinden. Een gedeelte van klagers familie wilde niet dat
klager zijn vader zou zien. De uitvaartondernemer diende toestemming te hebben van klagers broer [A]. [A] wilde echter geen speelbal worden en wilde slechts meewerken indien de rechter dat zou beslissen. Klager is met grote spoed een kort geding
gestart
dat dezelfde dag, 3 juni 2008, nog is behandeld. Zijn vordering is toegewezen en [A] heeft de uitvaartondernemer toestemming gegeven. Vervolgens is alles geregeld om dit bezoek mogelijk te maken. De afwijzing is geschied op onjuiste gronden. De
Staatssecretaris heeft geen uitvoering willen geven aan de uitspraak in kort geding.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 4 juni 2008 is klagers verzoek ontvangen voor incidenteel verlof onder begeleiding in verband met het afscheid van zijn overleden vader. Het verzoek is afgewezen omdat DV & O, die het verlof met betrekking tot het vervoer diende te regelen en te
begeleiden, heeft aangeven op zo’n korte termijn geen tijd en materieel beschikbaar te hebben op het gewenste tijdstip. In de overweging is meegewogen of alle daarvoor benodigde instanties tijd en gelegenheid hadden om mee te werken aan een succesvol
verloop van het bezoek. Op dat moment was voor de selectiefunctionaris duidelijk dat dit niet het geval was. Op grond hiervan is het verzoek afgewezen. Het moet op zeer korte termijn mogelijk zijn om klager in de gelegenheid te stellen om een bezoek
aan
het graf van zijn vader te laten brengen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis Alphen aan den Rijn heeft op 4 juni 2008 aangegeven dat klagers familie geen toestemming heeft gegeven aan klager om afscheid te nemen van zijn overleden vader. Op 3 juni 2008 is bij vonnis in kort geding bepaald dat
klagers broer binnen twee uur na betekening van het vonnis UNC Uitvaartzorg diende mee te delen dat klager afscheid kon nemen van zijn vader. Dit is geschied. De politie Beverwijk heeft vervolgens een aantal politieagenten opgetrommeld vanwege het
verwachte dreigende gevaar van wraakacties van klagers familie. Op 4 juni 2008 heeft de begrafenisondernemer laten weten dat de overledene in verband met het bovenstaande is verplaatst naar een ander uitvaartcentrum. De inrichting heeft negatief
geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag in verband met de grote dreiging die er heerst, waardoor de veiligheid van het personeel tijdens het transport en het bezoek niet gegarandeerd kan worden.
De officier van justitie heeft op 3 juni 2008 aangegeven akkoord te gaan met verlofverlening onder begeleiding en zonder aanwezigheid van familie.
De politie IJmond-Noord heeft op 4 juni 2008 aangegeven het uitermate ongewenst te achten om klager te confronteren met zijn familie in verband met ontwikkelingen uit het verleden. Wel zou klager vóór 10.00 uur afscheid kunnen nemen op een locatie in
overleg met de uitvaartleiding buiten de aanwezigheid van zijn familie.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twaalf met aftrek, wegens doodslag. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 25 december 2014.

Klager, die veroordeeld is vanwege het doodschieten van zijn neef, heeft verzocht om onder begeleiding afscheid te kunnen nemen van zijn overleden vader in het rouwcentrum. Omdat klagers familie weigerde om toestemming te geven voor het afscheid, heeft
klager een voorlopige voorziening gevraagd en heeft de kort geding rechter op 3 juni 2008 bepaald dat klagers broer binnen twee uur na betekening van het vonnis aan de begrafenisondernemer diende mee te delen dat klager afscheid kon nemen. Klagers
broer
heeft hier gevolg aangegeven, maar omdat gevreesd werd voor dreiging en wraakacties van klagers familieleden, zijn politieagenten gemobiliseerd en is klagers vader overgebracht naar een ander rouwcentrum. De inrichting heeft in verband met de grote
dreiging negatief geadviseerd terzake van verlofverlening. De politie zag nog wel mogelijkheid om klager op 4 juni 2008 vóór 10.00 uur buiten aanwezigheid van zijn familie afscheid te laten nemen. De selectiefunctionaris heeft getracht om transport
middels DV & O te organiseren, maar dit kon op een dergelijk korte termijn niet gerealiseerd worden.
De beroepscommissie is, gelet op het bovenvermelde, van oordeel dat de selectiefunctionaris geen verwijt kan worden gemaakt. Zij zal het beroep ongegrond verklaren. Overigens heeft de selectiefunctionaris de mogelijkheid aangekondigd dat klager op zeer
korte termijn in de gelegenheid wordt gesteld om het graf van zijn vader bezoeken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. J.M.M. van Woensel en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 juli 2008

secretaris voorzitter

Naar boven