Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29158/GA, 14 april 2023, beroep
Uitspraakdatum:14-04-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/29158/GA

               

Betreft [klager]

Datum 14 april 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Leeuwarden (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen de vermissing van persoonlijke goederen na zijn overplaatsing op 29 juni 2021 vanuit de PI Veenhuizen, locatie Esserheem naar de PI Leeuwarden.

 

De beklagcommissie bij de PI Leeuwarden heeft op 25 augustus 2022 het beklag gegrond verklaard en de directeur opdracht gegeven om de geleden schade te vergoeden (LW-2022-131). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

 

De beroepscommissie heeft de heer H. Hof, plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Leeuwarden, de heer J.R. van der Spoel, plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Veenhuizen, en klager gehoord op de digitale zitting van 16 december 2022.

 

2. De beoordeling

De beroepscommissie kan zich verenigen met het oordeel van de beklagcommissie dat de PI Leeuwarden, als ontvangende inrichting die voor de ontvangst van de goederen van klager heeft getekend, verantwoordelijk is voor (de vermissing van) klagers goederen.

 

De beroepscommissie kan zich echter niet verenigen met de opdracht van de beklagcommissie aan de directeur om de geleden schade te vergoeden, nu de Penitentiaire beginselenwet geen aanknopingspunten biedt om een schadevergoeding vast te stellen en toe te kennen (zie ook RSJ 29 augustus 2022, 21/24256/GA). Aan klager kan een tegemoetkoming worden toegekend voor het door hem ondervonden ongemak. Als sprake is van schade en deze schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. Dat is hier niet het geval. De beroepscommissie zal daarom aan klager uitsluitend een tegemoetkoming toekennen voor het door hem ondervonden ongemak. Voor het verkrijgen van een schadevergoeding staan voor de klager andere wegen open, waarbij kan worden gedacht aan een verzoek aan de directeur van de inrichting om de schade te vergoeden of de gang naar de civiele rechter.

 

De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van de opdracht aan de directeur om de geleden schade te vergoeden vernietigen en klager een tegemoetkoming toekennen van €25,-.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie ten aanzien van opdracht aan de directeur om de geleden schade aan klager te vergoeden. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €25,-.

 

Deze uitspraak is op 14 april 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. A.B. Baumgarten en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. D. Boessenkool, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven