Nummer 22/28723/GB
Betreft [klager]
Datum 18 januari 2023
Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)
1. De procedure
Klager stelt zich op het standpunt dat hij de Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) op 1 februari 2022 heeft verzocht om overplaatsing naar een andere inrichting.
Klagers raadsvrouw, mr. J-A.J. Brahm, heeft namens klager beroep ingesteld tegen de (fictieve) weigering van verweerder om een beslissing te nemen op klagers verzoek.
2. De beoordeling
Verweerder heeft aangegeven dat op of rond 1 februari 2022 geen verzoek van klager is binnengekomen. Er is hierover ook niets terug te vinden in klagers dossier. Van een verzoek om overplaatsing lijkt dan ook geen sprake te zijn geweest. Nu er geen sprake is geweest van een verzoek om overplaatsing, kan er ook geen sprake zijn van een (fictieve) weigering van verweerder om op dit verzoek te beslissen. Klager kan om die reden niet in zijn beroep worden ontvangen. De beroepscommissie zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn beroep.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.
Deze uitspraak is op 18 januari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. C. Fetter en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. A. Back, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 07-04-2023 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 18-01-2023