Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/24988/TA, 20 januari 2023, beroep
Uitspraakdatum:20-01-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Nummer    21/24988/TA
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    20 januari 2023


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klager heeft – voor zover in beroep aan de orde – beklag ingesteld tegen:
a.    onjuist in rekening gebrachte belkosten voor Telio (PZ 2021/016);
b.    de onjuiste vergoeding van zijn dagbesteding van december 2020 tot en met februari 2021 (PZ 2021/017);

De beklagcommissie bij FPC Pompestichting te Nijmegen (hierna: de instelling) heeft op 
17 december 2021 beklag a. en b. ongegrond verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager en […], jurist bij de instelling, gehoord op de zitting van 4 mei 2022 in de Penitentiaire Inrichting Vught.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Beklag a. 
Klager heeft van zijn mentor uitdraaien – (ongeveer) twaalf pagina’s – met gemaakte kosten, data, tijdstippen en telefoonnummers gekregen die de instelling van Telio heeft ontvangen. Deze zien op een periode van een aantal maanden, vanaf augustus 2020 tot het moment dat hij beklag heeft ingesteld (26 februari 2021). Hij heeft daarop alle fouten gemarkeerd. Het is meermaals voorgekomen dat hij een gesprek heeft afgebroken en een nieuw gesprek heeft gestart, maar dat de teller van het vorige gesprek doorliep. Hij waardeerde zijn telefoonkaart in die periode voor €50,- à €60,- per week op terwijl hij voornamelijk naar huisnummers belde en vond dat toen al vreemd. Voor zover de instelling heeft aangegeven dat belgegevens bij Telio enkel van de voorgaande maand kunnen worden opgevraagd, geldt dat dit klager niet kan worden tegengeworpen. De instelling heeft maar vier à vijf ‘missers’ kunnen achterhalen en klager daarvoor gecompenseerd, maar in werkelijkheid is het veel vaker fout gegaan.  

Beklag b.
Door nalatigheid en fraude zijn tot op heden nog niet alle nabetalingen verricht, terwijl klager alle bewijzen heeft overhandigd. Klager wacht nog steeds op de uitkomst van het onderzoek dat de financieel mentor heeft ingesteld. Hij moest 70% van het laatste aantal per week gewerkte uren krijgen en niet slechts van tien uren per week. Hij werkte achttien uren per week – op enig moment heeft hij zelfs 23 uren per week gewerkt – en moest 70% van dat aantal uren worden uitbetaald, hetgeen ook zo was afgesproken. In het verleden kreeg hij wel altijd 70% van de achttien door klager per week gewerkte uren uitbetaald. In zijn behandelplan staat slechts dat hij voor (70% van) minimaal tien uren per week moet worden uitbetaald, ook als hij niet zou werken. 

Standpunt van het hoofd van de instelling
Beklag a.
Anders dan klager stelt kunnen telefoongegevens bij Telio over een langere periode dan slechts de voorgaande maand worden achterhaald. Klagers klacht is uitgezocht, maar niet alle door hem gestelde ‘missers’ konden worden geverifieerd. Klager is gecompenseerd voor de missers die wel konden worden achterhaald. Hetgeen niet kon worden achterhaald is ook niet misgegaan. Het niet kunnen achterhalen van de door klager gestelde missers betreft dan ook geen onkunde van de zijde van de instelling. 

Beklag b. 
Een patiënt wordt op grond van de ‘Regeling dagbesteding’ alleen uitbetaald als hij ook daadwerkelijk dagbesteding heeft verricht. Dat was in klagers situatie niet steeds het geval. Klager is in de periode van 11 december 2020 tot en met 21 februari 2021 beperkt geweest in zijn bewegingsvrijheid en heeft toen niet steeds dagbesteding kunnen verrichten (en dus ook niet elke week een beloning voor tien gewerkte uren per week ontvangen). Hij is tot 
14 december 2020 ten minste veertien uren per week naar het arbeidsatelier gegaan, maar is daarna gestopt tot 26 januari 2021. Alleen tijdens Kerst heeft hij twee uren gesport. Vanaf 
26 januari 2021 is hij zijn dagbesteding weer gaan opbouwen en kreeg hij een dagbestedingsprogramma van negen uren bij het arbeidsatelier aangevuld met een garantievergoeding tot tien uren per week. Vanaf 22 februari 2021 heeft hij weer meer dan tien uren per week dagbesteding verricht. 

Als een patiënt niet werkt, dan geldt de garantieregeling en krijgt hij altijd 70% van tien uren per week uitbetaald (en dus niet van het aantal uren dat de patiënt (voorheen) heeft gewerkt). Los van de beperking van klagers bewegingsvrijheid heeft hij ook als gevolg van persoonlijke omstandigheden, zoals het overlijden van zijn vader, niet steeds dagbesteding verricht. Uit coulance zijn (mede) hiervoor desalniettemin nabetalingen verricht. Aan klager zijn nabetalingen van in totaal €121,59 – €36,67 over de periode december 2020, €57,90 over de periode januari 2021 en €27,02 over de periode februari 2021 – verricht en die berekening klopt.

3. De beoordeling

Beklag a.
Klager heeft zich beklaagd over onjuist in rekening gebrachte kosten voor het gebruikmaken van de telefoondiensten van Telio. Hij stelt onder meer dat het meermaals is voorgekomen dat de teller is doorgelopen nadat hij een gesprek heeft afgebroken en een nieuw gesprek heeft gestart. Het hoofd van de instelling heeft na controle van door klager overgelegde bellijsten kunnen achterhalen dat het systeem niet altijd om 21.30 uur correct afsluit en dat de teller, hoewel een telefoongesprek wordt afgebroken, af en toe doorloopt. Dit is het geval geweest op 11 december 2020, 11, 22, 23 en 29 januari 2021 en 4 en 6 februari 2021. Op die data lijkt zich volgens de instelling een technische storing te hebben voorgedaan en klager is daarvoor gecompenseerd (€10,37).

De beroepscommissie heeft de bellijsten waarnaar klager heeft verwezen en waarop hij ‘missers’ heeft gearceerd (desgevraagd) niet ontvangen, zodat niet kan worden achterhaald of dit aantal hoger ligt dan dat waarvoor klager is gecompenseerd. Gelet op hetgeen over en weer door partijen naar voren is gebracht acht de beroepscommissie evenwel aannemelijk geworden dat het werkelijke aantal keren dat de teller ten onrechte heeft doorgelopen of een telefoongesprek ten onrechte niet (correct) is afgebroken hoger ligt dan de keren waarvoor klager is gecompenseerd. De beroepscommissie zal het beroep daarom in zoverre gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en beklag b. alsnog gegrond verklaren. Zij ziet aanleiding voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager en zal de hoogte daarvan vaststellen op €50,-.  

Beklag b.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Van een compensatieregeling van 70% van het laatste aantal per week gewerkte uren is de beroepscommissie niet gebleken. Uit het ter zitting door klager overgelegde behandelplan, dat overigens een recenter exemplaar betreft en niet ziet op de periode waarop de klacht betrekking heeft, blijkt dit (ook) niet. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.  

4. De uitspraak
De beroepscommissie:

verklaart het beroep inzake beklag a. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dit beklag alsnog gegrond;

verklaart het beroep inzake beklag b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie; kent aan klager een tegemoetkoming toe van €50,-.


Deze uitspraak is op 20 januari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, mr. drs. F.M.J. Bruggeman en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door Y.L.F. Schuren, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven