Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3293/GA, 31 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3293/GA

betreft: [klager] datum: 31 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 november 2007 van de beklagcommissie bij de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Maashegge te Overloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 februari 2008, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, is [...], unit-directeur van de p.i. Maasheggen voornoemd, gehoord. Van dat horen is verslag opgemaakt en een kopie van dat verslag is ter
kennisneming gezonden aan klager, diens raadsman mr. A.H. Westendorp en aan de directeur.
Klager, die op 22 februari 2008 niet ter zitting aanwezig kon zijn, is op 5 maart 2008 gehoord door de voorzitter en de secretaris. Van dat horen is verslag opgemaakt en een kopie van dat verslag is ter kennisneming gezonden aan de directeur en aan
klager en diens raadsman.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, in afwachting van overplaatsing naar een andere inrichting.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt toegelicht zoals weergegeven in het verslag van horen d.d. 5 maart 2008. Een kopie van dat verslag is aan deze uitspraak gehecht en de inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd
en herhaald.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beslissing tot afzondering in afwachting van overplaatsing gebeurt in overleg met de selectiefunctionaris. De directeur begrijpt dat de grond voor de afzondering de mogelijkheid van ontvluchting van klager dient te zijn, gelet op het meer open
regime
waarin hij verblijft, en dat het gedrag dat klager wordt verweten niet in die beslissing thuishoort. Klager is een ondermijnend figuur met een mooie babbel.
Hij liet dit gedrag op de afdeling en op de arbeid zien. Op dit gedrag is hij uiteindelijk gesneuveld. Het incident was de spreekwoordelijke druppel.

3. De beoordeling
de beroepscommissie stelt vast dat de bestreden ordemaatregel is opgelegd met het doel te voorkomen dat klager zich, nu aan de selectiefunctionaris is voorgesteld om hem vanuit een b.b.i. over te plaatsen naar een normaal beveiligde inrichting, zal
onttrekken aan detentie. Die grond kan de oplegging van die ordemaatregel zelfstandig dragen. Voor zover de directeur in zijn beslissing klagers gedragingen – die hebben geleid tot het voorstel tot overplaatsing – heeft vermeld, zijn dat geen gronden
die deze beslissing mede moeten dragen. De beroepscommissie zal die gronden daarom in deze procedure buiten beschouwing laten.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voor zover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaarthet beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 31 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven