Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28939/GB, 23 december 2022, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          22/28939/GB    

           

Betreft [klager]

Datum 23 december 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep va [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 31 januari 2022 beslist klager over te plaatsen naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 11 augustus 2022 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsman, mr. J. Wouters, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing. Mr. L. Verheuvel, kantoorgenoot van klagers raadsman, heeft namens klager de gronden in beroep aangevuld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft de ex-medewerkster meermaals gebeld, omdat zij al enkele jaren een relatie met elkaar hebben. Eventuele telefonische woordenwisselingen die zijn gerapporteerd, moeten ook in de context van die relatie worden gelezen. Klager wordt bovendien inmiddels wekelijks door de ex-medewerkster bezocht, waarbij hij zelfs toestemming heeft gekregen om haar zonder toezicht te zien.

Dit misverstand had kunnen worden voorkomen, door de ex-medewerkster over de relatie te horen.

Aan de PI Heerhugowaard kan eventueel de opdracht worden gegeven om stukken aan te leveren waaruit blijkt welke bezoekers klager de afgelopen twee maanden heeft ontvangen. Als hieruit volgt dat klager regelmatig door de ex-medewerkster wordt bezocht, dan wordt hiermee het beeld van klager en van zijn onderlinge relatie met de ex-medewerkster in een volledig ander perspectief gezet.

Verzocht wordt om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van verweerder

Verweerder heeft geen enkele reden om te twijfelen aan de juistheid van het naar waarheid opgemaakte selectieadvies van 25 januari 2022 en de aanvulling van de directeur hierop. Alleen al gezien de frequentie en aard van de telefoontjes van klager naar de medewerkster, is het hoogst onwaarschijnlijk dat er destijds sprake was van een ‘gezonde’ (liefdes)relatie tussen hen. Klager heeft met twee verschillende telefoonnummers in een periode van twee maanden in totaal meer dan 1300 keer naar de ex-medewerkster gebeld. In het overgrote deel daarvan is klager direct doorverbonden met de voicemail. Op de momenten dat er door de ex-medewerkster wel gehoor is gegeven aan de oproepen, was er sprake van intimidatie en bedreigingen door klager.

Op grond van het voorgaande bestond voldoende reden om klager in het kader van de orde, rust en veiligheid in de inrichting over te plaatsen. De gestelde omstandigheid dat de ex-medewerkster niet bang zou zijn voor klager, doet daar niet aan af. Indien ervan wordt uitgegaan dat ten tijde van de overplaatsing sprake was van een wederzijdse liefdesrelatie, is daarmee het gevaar voor de orde, rust en veiligheid in de PI Nieuwegein niet geweken. Ook in dat geval is immers geenszins uitgesloten dat (gevoelige) informatie over het personeel, de procedures en de inrichting door de ex-medewerkster met klager is gedeeld. De aard van de relatie tussen klager en de ex-medewerkster doet er in zoverre dus niet toe.

 

3. De beoordeling

Klager verbleef in de gevangenis van de PI Nieuwegein. Op 31 januari 2022 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Alphen, vanwege de orde, rust en veiligheid in de PI Nieuwegein.

Kort na de overplaatsing naar de PI Alphen, is klager bij beslissing van 10 februari 2022 overgeplaatst naar de PI Heerhugowaard (de inrichting van zijn voorkeur). Daarmee heeft de beslissing tot overplaatsing naar de PI Alphen geen effect meer en heeft klager in beginsel geen belang meer bij de behandeling van het beroep en zou hij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. In beroep is echter verzocht aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Daarom zal de beroepscommissie het beroep alsnog inhoudelijk beoordelen. 

In het selectieadvies van 25 januari 2022 staat dat de directeur van de PI Nieuwegein zich ernstige zorgen maakt om de aard en hoeveelheid van de contacten tussen klager en de ex-medewerkster en dat er niet kan worden ingeschat wat er door de ex-medewerkster aan informatie is verstrekt aan klager over het personeel, de procedures en de inrichting. Uit de aanvulling van de directeur blijkt dat klager de ex-medewerkster zeer veel belt, dat de telefoon meestal overgaat op voicemail, maar dat er op momenten ook wel contact is waarbij klager dreigend zou zijn.

Klager geeft aan dat de ex-medewerkster en hij een relatie hebben en dat er van dreiging geen sprake was.  De beroepscommissie is evenwel van oordeel dat verweerder ervan uit heeft mogen gaan – gelet op de hoeveelheid contacten – dat het mogelijk verstrekken van informatie door de ex-medewerkster aan klager een dusdanig groot risico oplevert dat een langer verblijf van klager in de PI Nieuwegein de orde, rust en veiligheid in gevaar zou brengen.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Deze uitspraak is op 23 december 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter,
mr. C. Fetter en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven