Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0553/GA, 24 juni 2008, beroep
Uitspraakdatum:24-06-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/553/GA

betreft: [klager] datum: 24 juni 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 februari 2008 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Doetinchem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 mei 2008, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en [], unit-directeur bij voormeld h.v.b.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel wegens betrokkenheid bij een vechtpartij.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ruim voor het onderhavige voorval heeft klager een brief gestuurd aan het afdelingspersoneel. Daarin heeft klager aangegeven dat hij graag overgeplaatst wilde worden. De reden voor dat overplaatsingsverzoek was de sfeer op de afdeling. De gedetineerde
die bij het voorval betrokken was, gedetineerde [A], was racistisch en hij benaderde klager agressief. [A] had ook een bepalende rol op de afdeling. Klager heeft geen beledigende opmerkingen naar [A] toe gemaakt. De inhoud van het daaromtrent
opgemaakte
verslag klopt niet. Misschien komt dat omdat het betreffende personeelslid en die [A] een te goede verstandhouding hebben. [A] gooide toen een deksel naar klager, waardoor hij in zijn maag werd geraakt. Ook kwam hij agressief op klager af. Klager wilde
hem wegduwen. Klager werd door [A] in een op de werkzaal staande bak geduwd en toen kon klager zich maar moeilijk verweren. Uiteindelijk heeft klager toen teruggeslagen. Die andere gedetineerde heeft klager gedurende langere tijd uit de tent trachten
te
lokken. Klager vindt dat hij heeft gehandeld uit zelfverdediging.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager was het er vanaf het begin niet mee eens dat [A] dezelfde straf heeft gekregen als hij. De directeur handhaaft zijn tegenover de beklagcommissie gegeven standpunt. Beide gedetineerden verklaarden onafhankelijk van elkaar dat de ander zou zijn
begonnen. De directeur heeft gevraagd naar de door de politie opgenomen verklaringen van de toen aanwezige medegedetineerden. De politie heeft aangegeven dat die verklaringen vooralsnog, in het belang van hun onderzoek in deze zaak, nog niet kunnen
worden afgegeven.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat voldoende aannemelijk is geworden dat klager – op zijn minst genomen – actief betrokken is geweest bij het voorval op de arbeidszaal op 19 december 2007. Aannemelijk is dat klager tijdens dat voorval een
medegedetineerde heeft geslagen en heeft uitgescholden. Door zo te handelen heeft hij een aandeel gehad bij het escaleren van een conflict tussen hem en de medegedetineerde [A]. Daargelaten de vraag wie als eerste fysiek geweld heeft gebruikt, was
klagers aandeel in het voorval zodanig, dat de oplegging van een disciplinaire straf als de onderhavige – één en ander bij afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Het beroep zal daarom
ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven