Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/30123/SGA, 3 november 2022, schorsing
Uitspraakdatum:03-11-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/30123/SGA
    
            
Betreft    verzoeker
Datum    3 november 2022


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

1. De procedure
De directeur van de locatie Roermond (hierna: de directeur) heeft beslist om verzoeker uit te sluiten van deelname aan de arbeid voor de duur van drie maanden, vanwege ongeoorloofde afwezigheid.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reacties van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Verzoeker voert aan dat hij zich op 23 en 24 oktober 2022 heeft ziekgemeld bij het afdelingspersoneel en om een afspraak met de inrichtingsarts heeft verzocht. Hij stelt dat het personeel op 25 oktober 2022 een coronatest bij hem heeft afgenomen, maar dat deze negatief was. Het personeel en de medische dienst hebben verzoeker geadviseerd om uit te zieken. Op 28 oktober 2022 heeft verzoeker zich beter gemeld bij de arbeid, maar de toegang werd hem ontzegd wegens zijn ongeoorloofde afwezigheid bij de arbeid. Verzoeker stelt dat hij zich wettig heeft afgemeld met talloze ziekmeldingen.

Uit de (nadere) schriftelijke reactie van de directeur komt naar voren dat verzoeker vanaf maandag 24 oktober 2022 niet op de arbeidszaal is geweest. De directeur stelt dat 5 dagen per week arbeid wordt verricht. Verder bevestigt de directeur dat verzoeker op 
26 oktober 2022 bij de medische dienst is geweest voor gesprek, maar dit was een gesprek over voeding. De directeur stelt dat door de medische dienst geen arbeidsbeperking bij verzoeker is geconstateerd of de noodzaak is gezien hem naar de inrichtingsarts te verwijzen. Uit navraag bij het personeel van de leefafdeling komt naar voren dat er geen coronatest bij verzoeker is afgenomen en hem ook niet geadviseerd is om uit te zieken dan wel niet te gaan werken. Nu verzoeker ongeoorloofd afwezig is geweest van de arbeid kan hij zich – conform het arbeidsreglement van de locatie Roermond (versie EB 1.2) – na drie maanden opnieuw aanmelden voor de arbeid, aldus de directeur. 

De voorzitter merkt op dat in artikel 6, eerste lid onder a, van de Regeling arbeid gedetineerden is opgenomen dat sprake is van onvermijdbaar verzuim in geval van ziekte die ertoe leidt dat een gedetineerde, naar het oordeel van de inrichtingsarts of verpleegkundige die handelt in opdracht van de inrichtingsarts, niet in staat is arbeid te verrichten. 

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is uit de stukken onvoldoende aannemelijk geworden dat een inrichtingsarts of verpleegkundige heeft geoordeeld dat verzoeker niet in staat is geweest arbeid te verrichten. Nu verzoeker daardoor meerdere dagen ongeoorloofd niet heeft deelgenomen aan de arbeid kan de beslissing van de directeur – gelet op het bepaalde in het arbeidsreglement van de locatie Roermond (versie EB 1.2)  – op voorhand niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De voorzitter zal het verzoek afwijzen. 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.


Deze uitspraak is op 3 november 2022 gedaan door mr. M.J. Vos, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven