Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26751/GM, 28 oktober 2022, beroep
Uitspraakdatum:28-10-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/26751/GM
    
            
Betreft    [klager]
Datum    28 oktober 2022


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klagers raadsvrouw, mr. M.W. Bouwman, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover, voor zover aan de orde in beroep, dat hij meerdere weken niet de vereiste stomazorg heeft gekregen en dat hij niet de gewenste dieetvoeding heeft ontvangen.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager en zijn raadsvrouw gehoord op de digitale zitting van 14 oktober 2022. 
De inrichtingsarts is niet op de zitting verschenen.
De heer (…), tandarts en lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager moest opeens de stomazorg zelf gaan doen in zijn cel, terwijl deze zorg daarvoor twee keer per week door de verpleegkundige werd gedaan. Ter zitting heeft klager aangegeven dat hij de stomazorg zes weken zelf moest doen. Klager heeft toegelicht waarom dat voor hem niet te doen was met de hulpmiddelen die hij had gekregen van de medische dienst en hoe hij daaronder geleden heeft. Klager moest onder meer met behulp van een spiegeltje in tegengestelde richting plakranden op zijn lichaam en de ring plaatsen om de stomazak te bevestigen. Klager vindt dat de medische dienst niet aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Klager heeft ter onderbouwing van zijn standpunt verwezen naar berichten van zijn afdelingshoofd en zijn mentor.  

Hiernaast heeft klager, die diabeet is, suikervrije jam gekregen maar daar zit sorbitol in, wat een laxerend en averechts effect heeft op klagers gezondheid. Klager kocht in plaats daarvan potjes suikervrije chocoladepasta in de winkel, maar klager vindt dat de chocoladepasta om medische redenen aan hem moet worden verstrekt. 

Standpunt van de inrichtingsarts
De inrichtingsarts is het ermee eens dat de stomazorg goed moet gebeuren. In het journaal staat een duidelijk protocol afgesproken door de medische dienst. De stomazorg wordt door de verpleegkundige gedaan. De inrichtingsarts veronderstelt dat dit zorgvuldig gebeurt. De inrichtingsarts heeft klager niet gezien met stomaproblematiek. 


3. De beoordeling
Op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting acht de beroepscommissie het aannemelijk dat klager ongeveer zes weken geen stomazorg heeft gekregen met hulp van de verpleegkundige, maar dat hij dat zelf op cel moest doen. Het aan klager geven van hulpmiddelen om zelf de stomazorg te doen was naar het oordeel van de beroepscommissie niet toereikend. Klager heeft toegelicht waarom het hem, mede gelet op zijn lichaamsgewicht en het zicht op de wond, niet lukte en dat hij daardoor psychisch en lichamelijk heeft geleden. De berichten van zijn afdelingshoofd en mentor bieden bevestiging voor klagers lezing. Daaruit blijkt dat klager heeft aangegeven het niet te kunnen en dat er zorgen waren over zijn gezondheid en de wond. De inrichtingsarts is niet ter zitting verschenen voor een nadere toelichting. De beroepscommissie is daarom op basis van de beschikbare informatie van oordeel dat de medische dienst tekort is geschoten in het verlenen van adequate medische zorg. 

Gelet op het voorgaande moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €125,-. 

Met betrekking tot de klacht over de suikervrije producten is de beroepscommissie van oordeel dat uit het door klager aangevoerde onvoldoende is gebleken dat de aangeboden alternatieven niet toereikend zijn. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.  

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de stomazorg gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €125,-. 
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond.


Deze uitspraak is op 28 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, drs. M.P. Frankenhuis en drs. B.A. Geurts, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter

Naar boven