Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/20440/GA, 13 januari 2023, beroep
Uitspraakdatum:13-01-2023

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          21/20440/GA  

 

Betreft [klager]

Datum 13 januari 2023

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van de directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen (hierna: de directeur)

 

1. De procedure

[klager] (hierna: klager) heeft beklag ingesteld tegen het niet voortvarend handelen van zijn casemanager ten aanzien van klagers detentiefasering.

De beklagrechter bij de locatie Norgerhaven heeft op 19 februari 2021 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €50,- (Nh 2020-456). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

De directeur heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

Op 19 maart 2021 heeft mr. E.A. Blok zich als raadsvrouw in deze zaak gesteld.

De beroepscommissie heeft de directeur, klager en zijn raadsvrouw in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van de directeur

Naar aanleiding van klagers faseringsverzoek heeft er – gelet op de aard en ernst van het delict en in lijn met het beleid ten aanzien van ernstige geweldsdelicten – op advies van de reclassering een psychologisch onderzoek plaatsgevonden. Het psychologisch onderzoek is zeer uitgebreid en er hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden met klager. Geconcludeerd is dat hij vanwege het hoge recidiverisico allereerst in aanmerking komt voor plaatsing in een Forensische Verslavingskliniek (FVK) of een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) om mogelijk later door te stromen naar een ambulante setting. Dit advies is met klager besproken. Hij heeft bij herhaling aangegeven dat een plaatsing in een kliniek niet gaat gebeuren en hij heeft te kennen gegeven dat hij zijn fasering wel uit gaat zitten. Klager is gewezen op de consequenties, maar hij bleef standvastig in zijn standpunt om hier niet aan mee te werken. Er is hem nog aangeboden om iemand van de kliniek uitleg te laten geven over wat de behandeling daadwerkelijk inhoudt. Klager wilde daar niets van weten.

Klager voldoet niet aan de objectieve criteria om in aanmerking te komen voor plaatsing in een Zeer Beperkt Beveiligde Inrichting. Hij heeft er blijk van gegeven niet gemotiveerd te zijn om aan zijn re-integratie te werken. Daarom is zijn faseringsverzoek zonder advies van het Openbaar Ministerie (OM) en de politie ter beslissing voorgelegd aan de selectiefunctionaris.

Tegen de beslissing van de selectiefunctionaris kan klager beroep instellen. Door de directeur wordt slechts een selectieadvies opgesteld. Het opstellen van een selectieadvies is geen beslissing, zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Penitentiaire Beginselenwet.

Inhoudelijk geldt verder dat het selectieadvies niet onvolledig ter beslissing aan de selectiefunctionaris is voorgelegd. Het selectieadvies bevat voldoende informatie om een inhoudelijke beoordeling te kunnen maken. Dat geldt temeer nu klager te kennen heeft gegeven niet voor recidiveverminderende gedragsinterventies open te staan. Aangezien klager bij herhaling heeft aangegeven geen medewerking te verlenen aan een plaatsing in een kliniek, is het niet onbegrijpelijk dat de casemanager geen advies heeft opgevraagd bij het OM. De selectiefunctionaris heeft na het indienen van het selectieadvies de ruimte om nadere inlichtingen op te vragen bij de directeur, maar hiervan is geen gebruik gemaakt.

 

Standpunt van klager

Uit de beslissing van de selectiefunctionaris blijkt dat klagers faseringsverzoek is afgewezen, omdat de reclassering nader psychologisch onderzoek adviseert. De casemanager heeft nagelaten om (op tijd) adviezen aan te vragen. Hierdoor is de aanvraag ingediend met slechts het reclasseringsadvies. Uit RSJ 23 juni 2018, 17/3927/GB volgt dat het totaal van adviezen tot een afgewogen oordeel van de selectiefunctionaris kan leiden en dat een reclasseringsadvies dat met name ziet op de persoonlijkheid van de gedetineerde daarvoor onvoldoende is. Het ingediende verzoek is dus gebrekkig en zeker onvoldoende voor de selectiefunctionaris om een inhoudelijke beslissing te kunnen nemen. Het is niet aan de casemanager om te concluderen dat de selectiefunctionaris op basis van het negatieve reclasseringsrapport tot een negatieve conclusie zal komen.

Anders dan de directeur stelt, heeft klager vanaf het begin van zijn detentie in 1999 aangegeven dat hij geholpen wilde worden en hij heeft zelfs op eigen initiatief tbs aangevraagd. Bij de rechterlijke uitspraak is geen enkele voorwaarde opgelegd. Aan klager is verteld dat dit niet nodig was. In 22 jaar achtte niemand behandeling nodig en hebben er geen gesprekken over behandeling met de casemanager plaatsgevonden. Pas op het moment dat hij wilde faseren, zou er opeens behandeling nodig zijn. Er is in detentie niets voorgevallen wat op het moment van aanvang van detentie nog niet duidelijk was. De reclassering is zonder duidelijke motivering 180 graden gedraaid in het advies.

Klager heeft tijdens zijn eerdere veroordeling meegewerkt aan een onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Delictanalyse had eerder plaats kunnen vinden. Klager vindt een FPK geen geschikte plek. Hij ziet ook het nut van een FVK niet in, omdat hij op zijn 27ste voor het laatst harddrugs heeft gebruikt en hij nu 53 jaar is. Klager is gestopt met softdrugsgebruik om voor detentiefasering in aanmerking te kunnen komen. Dat blijkt ook uit de urinecontroles. Klager heeft zich binnen de inrichting positief gedragen, gaat probleemloos aan het werk en heeft zich ingezet voor de gedetineerdencommissie. Hij heeft zich ingezet voor huisvesting en werk na zijn detentie. De casemanager heeft nagelaten om na te gaan waarom een opname daadwerkelijk geïndiceerd zou zijn. Klager is al lange tijd gedetineerd en het is daarom van groot belang dat hij gefaseerd terugkeert in de maatschappij.

Er is wel sprake van een beslissing van de directeur, omdat de casemanager namens de directeur verantwoordelijk is om de noodzakelijke adviezen en stukken op te vragen.

 

3. De beoordeling

De klacht is gericht tegen het niet voortvarend handelen van de casemanager. Het handelen van de casemanager valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Gelet hierop is klager ontvankelijk in zijn beklag.

Klager is in 2020 psychologisch onderzocht. In het rapport van dat onderzoek van 9 oktober 2020 staat dat het risico op recidive hoog werd ingeschat. Klager moest vanwege dit hoge recidiverisico eerst in een kliniek worden opgenomen, waarna hij mogelijk naar een ambulante setting kon doorstromen. De behandeling moest gericht worden op de persoonlijkheidsstoornis van klager en op zijn verslavingsproblematiek. Klager weigerde mee te werken aan die klinische opname. Dat betekent dat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor detentiefasering. De informatie van de politie en het OM was gelet hierop niet meer van belang, nu die informatie pas nodig was op het moment dat klager wel meewerkte aan de voorwaarden. Daarbij is van belang dat de beroepscommissie ambtshalve bekend is met het beroep van klager tegen de selectiebeslissing. Zoals ook blijkt uit de uitspraak van de beroepscommissie ten aanzien van deze selectiebeslissing (RSJ 17 juni 2021, 20/16407/GB) volgt uit de wet niet dat adviezen van het OM en de politie vereist zijn voor het nemen van een beslissing over detentiefasering door de selectiefunctionaris.

Gelet op het voorgaande is de beroepscommissie van oordeel dat klagers casemanager niet nalatig of onzorgvuldig is geweest bij het opstellen van het selectieadvies. Daarom zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 13 januari 2023 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.B. Oreel, voorzitter,
mr. E. Dinjens en mr. R.H. Koning, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven