Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0980/GV, 26 mei 2008, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/980/GV

betreft: [klager] datum: 26 mei 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 april 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het verzoek is afgewezen door TR (Terugdringen Recidive). Dit is niet mogelijk, want in het laatste jaar van detentie heb je recht op algemeen verlof. De reden van de positieve urinecontrole mag niet meewegen, want die sanctie loopt op 29 april 2008
af.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De reden voor de afwijzing is een combinatie van de weigering om aan TR mee te werken en het feit dat klager vanuit een b.b.i. naar een gesloten inrichting is teruggeplaatst wegens het gebruik van harddrugs (cocaïne). Bij gebruik van harddrugs wordt de
mogelijkheid tot verlof opgeschort voor de duur van zes maanden. Klager heeft om verlof verzocht op 4 of 16 april 2008. Die periode valt nog binnen de termijn van zes maanden opschorting.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel heeft aangegeven een eventueel verlof vanwege humanitaire gronden eerder toe te staan dan de toegestane verlofdatum.
De politie heeft positief geadviseerd.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek, wegens – kortweg – invoer c.q. handel in drugs.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

Uit de stukken komt naar voren dat klager weigert het reïntegratieplan in het kader van TR te doorlopen. De beroepscommissie stelt vast dat de wet aan de gedetineerde niet de verplichting oplegt om mee te werken aan TR. De enkele weigering om mee te
werken kan daarom geen grond vormen de aanvraag voor algemeen verlof af te wijzen. Uit de stukken komt evenwel naar voren dat klager na zijn eerst verleende verlof op 24 oktober 2007 positief is bevonden op cocaïnegebruik. In de afgenomen Risc scoort
klager hoog ten aanzien van drugsgebruik. De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheid een forse contra-indicatie vormt voor verlofverlening en dat deze, ondanks de gegeven adviezen, een afwijzing van klagers verlofaanvraag voor 4
april 2008 of 16 april 2008 rechtvaardigt. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 4 onder c van de Regeling tijdelijk verlaten van
de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie beslist daarom als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 26 mei 2008.

secretaris voorzitter

Naar boven