Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/24815/GA, 3 november 2022, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Nummer          21/24815/GA

      

Betreft […]

Datum 3 november 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van

[…] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de omstandigheid dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om buiten het reguliere belmoment te bellen met zijn advocaat.

 

De beklagcommissie bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel heeft op10 december 2021 het beklag ongegrond verklaard (IJ-2021-001136). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

 

Klagers raadsvrouw, mr. S. van Minderhout, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

 

De beroepscommissie heeft klager, mr. V.M. Heerbaart die waarnam voor klagers raadsvrouw mr. S. van Minderhout, […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de PI Krimpen aan den IJssel, en […], juridisch medewerker bij de PI Krimpen aan den IJssel, gehoord op de digitale zitting van 19 augustus 2022.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het was noodzakelijk voor klager om zijn toenmalige advocaat te bellen over zijn strafzaak die op 12 augustus 2021 gepland stond. Klager heeft deze reden vanaf 3 augustus 2021 herhaaldelijk kenbaar gemaakt aan het personeel. Klager stelt dat zijn toenmalige advocaat twee terugbelverzoeken heeft geplaatst voorafgaand aan de zitting van 12 augustus 2021. Ondanks de uitdrukkelijke verzoeken en de gestelde noodzaak om zijn advocaat te bellen, is klager naar aanleiding hiervan niet in de gelegenheid gesteld om zijn advocaat te bellen. Niet is gebleken wat klager volgens het personeel over het bellen met zijn advocaat heeft aangegeven of waarom het personeel concludeerde dat er geen noodzaak was. Het had dan ook minstens inzichtelijk gemaakt moeten worden waarom de noodzaak niet zou zijn gebleken. Het is onredelijk om van klager te vragen dat hij zijn reguliere belmomenten, van maar 15 minuten per dag, te gebruiken om zijn advocaat te bellen. Klager heeft deze belmomenten hard nodig om contact met zijn familie te onderhouden.

 

Standpunt van de directeur

Klager heeft iedere dag de gelegenheid gehad om zijn advocaat te bellen, maar klager heeft er zelf voor gekozen om zijn belmomenten te gebruiken om zijn familie te bellen. Klager had er ook voor kunnen kiezen om zijn advocaat te bellen en te vragen of hij hem terug wilde bellen. Klager stelt dat hij gevraagd heeft om zijn advocaat te mogen bellen, maar hij heeft op geen enkele manier de noodzaak aangetoond om te mogen bellen buiten zijn reguliere belmoment. Naar aanleiding van klagers stelling dat zijn voormalige advocaat terugbelverzoeken zou hebben gedaan, is dit nagegaan maar er zijn geen terugbelverzoeken bekend. 

 

3. De beoordeling

Met de beklagcommissie is de beroepscommissie van oordeel dat de noodzaak voor klager om telefonisch contact met zijn advocaat op te nemen buiten het reguliere belmoment, onvoldoende aannemelijk is geworden. Dit klemt te meer nu klager iedere dag, op de vaste belmomenten, in de gelegenheid is gesteld om 15 minuten te bellen. Dat klager deze momenten niet heeft gebruikt om zijn advocaat te bellen, maar om zijn familie te bellen kan hij de directeur niet achteraf tegenwerpen. De beroepscommissie begrijpt dat klager zijn belmomenten liever aan zijn familie besteedt, maar klager had zijn advocaat ook kort kunnen bellen om hem te vragen om een terugbelverzoek te doen. Nu er geen terugbelverzoeken van de advocaat bekend zijn bij de inrichting en nu ook in beroep geen verklaring van de vorige advocaat is overgelegd waaruit blijkt dat hij wel dergelijke verzoeken heeft gedaan, is onvoldoende aannemelijk geworden dat de advocaat terugbelverzoeken heeft gedaan. De beroepscommissie zal het beroep dan ook ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

Deze uitspraak is op 3 november 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, F. van Dekken en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. M.S. Ferenczy, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven