Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0145/GA, 16 mei 2008, beroep
Uitspraakdatum:16-05-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 08/145/GA

betreft: [klager] datum: 16 mei 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.V. van der Bom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 december 2007 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde p.i. de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het buiten zijn aanwezigheid openen van een aan klager gericht poststuk, terwijl dat poststuk afkomstig was van (leden van) de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Het beklag is ongegrond verklaard omdat – volgens de beklagrechter – niet meer kon worden vastgesteld of de betreffende brief was geopend door personeel van de locatie Zoetermeer of personeel van de p.i. Vught. Klager heeft tegenover de beklagrechter
evenwel verklaard dat een penitentiair inrichtingswerker (p.i.w.-er) bij de uitreiking van de betreffende brief tegenover klager heeft aangegeven deze te hebben geopend. Nu deze stelling van klager niet is onderzocht, had de beklagrechter niet tot een
ongegrondverklaring mogen komen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat vast is komen te staan dat een aan klager gericht poststuk – afkomstig van een geprivilegieerde afzender als bedoeld in artikel 37 van de Pbw – buiten zijn tegenwoordigheid is opengemaakt en geopend aan hem is
uitgereikt. Op grond van het bepaalde in artikel 3, tweede en derde lid, van de Regeling geprivilegieerde post gedetineerden (d.d. 20 oktober 1998, nr. 715636/98/DJI, Stcrt. 211) mag dergelijke post enkel geopend worden in het bijzijn van de
gedetineerde. Dit zou daarom moeten leiden tot een gegrondverklaring van het beklag.
De beklagrechter heeft, omdat onduidelijk was of het betreffende poststuk is geopend in de p.i. Vught dan wel de locatie Zoetermeer, het beklag ongegrond verklaard. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan die uitspraak niet in stand blijven.
Indien
de beklagrechter het voldoende aannemelijk acht dat het betreffende poststuk is geopend in de locatie Zoetermeer, had hij het klaagschrift ter verdere behandeling moeten doorzenden naar de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer. Mede gelet op de
nadere toelichting van de directeur van de p.i. Vught omtrent het openen van de brief, zal de beroepscommissie als na te melden beslissen. Zij zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het klaagschrift, alsmede alle zich in het
beroepsdossier
bevindende processtukken, toezenden aan de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer, met het verzoek het beklag te verstaan als te zijn gericht tegen de directeur van die locatie en dit alsnog ten gronde te behandelen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en stelt de stukken in handen van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer, met het verzoek het beklag alsnog ten gronde te behandelen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 mei 2008

secretaris voorzitter

Naar boven