Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0545/GM, 14 mei 2008, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/545/GM

betreft: [klager] datum: 14 mei 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 26 februari 2008 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 april 2008, gehouden in de p.i. Amsterdam, is gehoord het hoofd van de medische dienst van p.i. Rijnmond te Krimpen aan den IJssel [...].

Klager heeft bij een schrijven dat op het secretariaat van de Raad is ontvangen op 16 april 2008 verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden omdat hij op de zittingsdatum niet aanwezig kon zijn.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 28 januari 2008, houdt in dat klager ten onrechte arbeidsgeschikt is bevonden.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager is bij de neuroloog geweest, maar stond na vier minuten weer buiten. Hij heeft ontspanningsoefeningen gekregen voor zijn nek. Oxazepam is niet voorgeschreven voor zijn nek, maar voor zijn paniekaanvallen. Vanaf begin 2005 tot midden 2007 kreeg
klager driemaal daags Ibuprofen 600 mg. in verband met zijn nek. Inmiddels mag hij geen Ibuprofen meer innemen omdat hij ernstige bijwerkingen ondervindt zoals ernstige maagklachten, slapeloosheid, oorsuizingen en hartritmestoornissen. Klager heeft
weer
enorme pijn in zijn nek. Hij wil een MRI-scan. Klager verricht geen arbeid, maar volgt twee dagen per week onderwijs, in totaal twee uur per week. Hij zit twintig uur per week achter de deur. Het standpunt dat werken goed is voor zijn nek klopt niet.

Het hoofd van de medische dienst heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager heeft zich op 23 januari 2008 ziek gemeld in verband met nekklachten, die reeds lang bestonden. Hij is hiervoor naar de neuroloog geweest in het Sint Franciscus Gasthuis
die
concludeerde dat er sprake was van myogene pijn van nek en achterhoofd en verder geen neurologische afwijkingen heeft geconstateerd. Klager is onder behandeling geweest van een fysiotherapeut. Hem zijn ontspanningsoefeningen en ter ontspanning Oxazepam
voorgeschreven. Tijdens het spreekuur ter beoordeling van de ziekmelding werd geconstateerd dat klager ontspannen was en een goede bewegelijkheid van de nek had. Klager heeft geen oefeningen gedaan. Hij is in staat geacht om zijn werkzaamheden te
verrichten en er was derhalve sprake van een onterechte ziekmelding. Er was geen indicatie voor een MRI-scan.

Volgens de telefonische mededeling van een medewerker van het b.s.d. te Krimpen aan den IJssel d.d. 18 april 2008 is klager niet ter zitting verschenen in verband met zijn reguliere bezoekuur. De medewerker heeft meegedeeld dat, als klager had
aangegeven dat hij ter zitting van de beroepscommissie diende te verschijnen, het bezoekuur op een ander tijdstip gepland had kunnen worden.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich aan de hand van de stukken voldoende voorgelicht en ziet, gelet op de hiervoor vermelde telefonische toelichting van de medewerker van het b.s.d., geen reden om de behandeling van de zaak aan te houden.

De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken, waaronder het medisch dossier, is gebleken dat klager, die aangaf door nekklachten niet te kunnen werken, onderzocht is door de inrichtingsarts, de fysiotherapeut en de neuroloog. Daarbij zijn geen
afwijkingen geconstateerd en is geen indicatie voor een MRI-scan aanwezig geacht. Aan klager zijn houdings- en ontspanningsoefeningen geadviseerd. Naar het oordeel van de beroepscommissie is uit de stukken verder niet gebleken van feiten of
omstandigheden waaruit valt af te leiden dat klager ten onrechte arbeidsgeschikt is bevonden. Gelet op het hiervoor vermelde kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als onzorgvuldig en/of in strijd met de in artikel 28 Pm
neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, dr. ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 mei 2008

secretaris voorzitter

Naar boven