Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27491/GA, 14 september 2022, beroep
Uitspraakdatum:14-09-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/27491/GA
 

Betreft [klager]

Datum 14 september 2022
 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Krimpen aan den IJssel (hierna: de directeur) heeft op 13 januari 2022 klagers verzoek om incidenteel verlof afgewezen.

Klager heeft daartegen beklag ingesteld. De beklagcommissie bij de PI Krimpen aan den IJssel heeft op 16 mei 2022 het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming toegekend van €10,- (IJ-2021-001838). De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klagers raadsman, mr. M. de Reus, heeft namens klager beroep ingesteld tegen de hoogte van de toegekende tegemoetkoming.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman en de directeur in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Voor klagers specifieke situatie is onvoldoende aandacht geweest. Klager wijst daarbij naar het e-mailbericht van zijn casemanager aan de juridisch medewerker van 10 januari 2022, waaruit blijkt dat de casemanager heeft gewacht op een (niet aan klager verzochte) bevestiging van het doorzetten van het reeds ingediende verzoek om incidenteel verlof. Als gevolg daarvan heeft klager niet tijdig een beslissing gekregen. Daarnaast lijkt binnen de inrichting niet te zijn overwogen om klager een incidenteel verlof toe te kennen zonder begeleiding van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O). Begeleiding door DV&O was kennelijk niet mogelijk en dit lijkt de enige reden te zijn geweest waarom klagers verzoek uiteindelijk en ontijdig is afgewezen door de directeur.

De beklagcommissie had een compensatie moeten toekennen in de vorm van een opdracht aan de directeur om een nieuwe beslissing te nemen op klagers verzoek, dan wel een hogere tegemoetkoming moeten toekennen.

Standpunt van de directeur

De directeur sluit zich aan bij de uitspraak van de beklagcommissie en de door de beklagcommissie toegekende tegemoetkoming.

3. De beoordeling

Voor zover namens klager is aangevoerd dat de beklagcommissie een compensatie had moeten toekennen in de vorm van een opdracht aan de directeur om een nieuwe beslissing te nemen op klagers verzoek, geldt dat dit niet meer haalbaar was. Op grond van artikel 26, eerste en tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, kan incidenteel verlof ten behoeve van kraambezoek worden verleend binnen veertien dagen na de bevalling. Die termijn was ten tijde van de uitspraak van de beklagcommissie ruim overschreden, nu klagers vriendin op 22 december 2021 is bevallen.

Voor wat betreft de hoogte van de toegekende tegemoetkoming, geldt dat de beroepscommissie zich daarmee niet kan verenigen. Zij overweegt daartoe als volgt.

Het is niet gebleken dat de directeur tussen 22 december 2021 (de datum van de bespreking van klagers verlofaanvraag in het multidisciplinair overleg) en 13 januari 2022 (de datum van de beslissing) enige actie heeft ondernomen. Hoewel de DV&O op 20 december 2021 te kennen heeft gegeven dat zij wegens de (toen) aangescherpte coronamaatregelen enkel rijdt voor spoedgevallen, heeft de directeur niet aangegeven of en waarom klager alleen onder begeleiding van DV&O incidenteel verlof toegekend zou kunnen krijgen. Nu deze vraag onbeantwoord is gebleven en klager dit specifieke verlof nu niet meer in kan halen, is de beroepscommissie van oordeel dat een hogere tegemoetkoming – gelet op klagers belang om op kraamvisite gaan bij zijn pasgeboren kindje – meer op zijn plaats is. De beroepscommissie zoekt wat betreft de hoogte van de tegemoetkoming aansluiting bij de standaardbedragen voor een onterecht gemist kortdurend verlof en acht het daarom redelijk en billijk aan klager een tegemoetkoming toe te kennen van €30,-.

Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren en aan klager een hogere tegemoetkoming toekennen van €30,-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €30,-.

 

Deze uitspraak is op 14 september 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, F. van Dekken en mr. S. Djebali, leden, bijgestaan door mr. M. Olde Keizer, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven