Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29230/SGA, 7 september 2022, schorsing
Uitspraakdatum:07-09-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/29230/SGA
    
            
Betreft    verzoeker    Datum    7 september 2022


Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van

Verzoeker (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure
De directeur van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen heeft aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van veertien dagen opsluiting in een strafcel, met cameratoezicht, vanwege het bezit van een mobiele telefoon met een oplader en fysiek en verbaal agressief gedrag jegens het inrichtingspersoneel, ingaande op 31 augustus 2022 om 15:59 uur en eindigend op 14 september 2022 om 15:59 uur, die na verzoekers overplaatsing op 2 september 2022 ten uitvoer wordt gelegd in de locatie Esserheem te Veenhuizen.

Verzoekers raadsman, mr. M. Kuipers, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur van de locatie Esserheem (hierna: de directeur) op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk NH-2022-338).

 

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Namens verzoeker wordt aangevoerd dat hij de vermeende gedragingen niet ontkent, maar van oordeel is dat zijn gedrag niet aan hem te wijten is. Verzoeker stelt zich op het standpunt dat sprake is van een disproportionele strafoplegging: de straf staat niet in verhouding tot hetgeen hem kan worden verweten. Bovendien brengt de bestreden disciplinaire onevenredige gevolgen met zich mee voor verzoeker, nu hij het erg zwaar heeft met zijn detentie en sturing en structuur nodig heeft, aldus verzoeker. De opgelegde disciplinaire straf komt – zo stelt verzoeker – zijn psychische toestand niet ten goede en de directeur heeft hier te weinig tot geen rekening mee gehouden. 

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat op 30 augustus 2022 door het inrichtingspersoneel is waargenomen dat verzoeker in het bezit was van een mobiele telefoon. Verzoeker heeft een filmpje op social media geplaatst waarbij hij zichtbaar en herkenbaar in beeld is, aldus de directeur. Uit boosheid heeft verzoeker volgens de directeur een mes tegen zijn deur gegooid toen deze werd gesloten door een inrichtingsmedewerker. Op 31 augustus 2022 heeft een inspectie op verzoekers cel plaatsgevonden en daarbij zijn de mobiele telefoon en oplader in een stoelzitting aangetroffen. De directeur voert aan dat verzoeker daarna in de strafcel is geplaatst, waarbij verzoeker het inrichtingspersoneel onheus heeft bejegend door tweemaal tegen een inrichtingsmedewerker te zeggen dat hij "zijn kankerbek moest houden". Tijdens het hoorgesprek heeft verzoeker volgens de directeur het bezit van de mobiele telefoon en het plaatsen van filmpjes op social media toegegeven. Na het uitspreken van de bestreden beslissing werd verzoeker verbaal agressief en is hij door het inrichtingspersoneel onder controle gebracht en geboeid. Vervolgens weigerde verzoeker om mee te werken aan een visitatie. Om verzoeker te kalmeren is zijn cel gesloten en is hij na ongeveer 45 minuten bezocht door het Interne Bijstandsteam en in het bijzijn van de medische dienst uit zijn cel gehaald, aldus de directeur. Verzoeker werkte mee aan de procedure, maar sprak daarbij onder andere de volgende bedreigingen uit: "stuk voor stuk maak ik jullie af" en "ik ga jullie buiten opzoeken". De directeur voert bovendien aan dat verzoeker op 2 september 2022 is overgeplaatst naar de locatie Esserheem – waarmee verzoeker het eens was – en dat de tenuitvoerlegging in de strafcel op grond van het advies van een gedragsdeskundige voor de resterende periode is omgezet naar een tenuitvoerlegging op eigen cel, zonder televisie. 

Gelet op al het voorgaande heeft de directeur van de locatie Norgerhaven – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – in redelijkheid kunnen overgaan tot het opleggen van de bestreden disciplinaire straf. Daarbij is verzoeker door de omzetting van de disciplinaire straf voorlopig oordelend niet in zijn belangen geschaad. De voorzitter zal het verzoek afwijzen. 

 

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.


Deze uitspraak is op 7 september 2022 gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven