Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/29188/SGA, 2 september 2022, schorsing
Uitspraakdatum:02-09-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          22/29188/SGA

    

Betreft [verzoeker]

Datum 2 september 2022

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein (hierna: de directeur) heeft beslist om verzoeker uit te sluiten van de arbeid wegens negatief gedrag en om hem in te sluiten op zijn cel gedurende de arbeidsuren.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van het klaagschrift (beklagkenmerk NM-2022-736).

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Door verzoeker wordt aangevoerd dat hij niet begrijpt waarom hij wordt ingesloten gedurende de arbeid en dat hij niet zelf heeft besloten om te stoppen met de arbeid.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de sfeer op de arbeid negatief aanvoelde (de voorzitter begrijpt door verzoekers houding), dat verzoeker moeite had met de hiërarchische verhoudingen en de arbeidsmedewerkers op commanderende wijze aansprak. Verzoeker probeerde volgens de directeur de taak van de arbeidsmedewerkers over te nemen. Verzoeker is meermaals aangesproken op het feit dat hij een voorbeeldfunctie had en zich hiernaar diende te gedragen. Ondanks meerdere gesprekken en waarschuwingen stond verzoeker geregeld met andere gedetineerden te praten en ging hij langdurig naar het toilet, vermoedelijk om te roken, aldus de directeur. Nadat verzoeker op 23 augustus 2022 naar een arbeidsmedewerker heeft geschreeuwd is verzoeker wederom aangesproken en weggestuurd van de arbeid. De directeur heeft hierop besloten verzoeker uit te sluiten van de arbeid. Op 1 september 2022 heeft – zo stelt de directeur – een gesprek plaatsgevonden tussen een personeelslid, de arbeidsmedewerker en verzoeker, waarin aan verzoeker is uitgelegd waarom hij is uitgesloten en hoe hij zich opnieuw kan aanmelden.

Voorlopig oordeelt de voorzitter als volgt. Verzoeker wordt feitelijk uitgesloten van deelname aan activiteiten, te weten van de arbeid. Op grond van artikel 23, eerste lid, dan wel artikelen 50, eerste lid, en 51, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) worden aan de directeur bevoegdheden toegekend om de bewegingsvrijheid van gedetineerden in te perken. Het is de voorzitter niet duidelijk of de uitsluiting van de arbeid als zijnde maatregel of straf is opgelegd. Dergelijke beslissingen dienen aan de formele vereisten te voldoen als bedoeld in artikelen 57, eerste lid, en 58, eerste lid, van de Pbw. Niet blijkt dat de directeur daaraan heeft voldaan. Gelet op het voorgaande is de bestreden beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter genomen in strijd met de wet. Het verzoek zal daarom worden toegewezen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang worden geschorst, tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

De voorzitter merkt nog op dat de directeur de bevoegdheid heeft om - met in achtneming van alle geldende vereisten - een nieuwe beslissing te nemen ten aanzien van verzoeker.

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

Deze uitspraak is op 2 september 2022 gedaan door mr. L.C.P. Goossens, voorzitter, bijgestaan door mr. B.M.L. Commelter, secretaris.
 

secretaris        voorzitter

Naar boven