Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28541/GA, 31 oktober, beroep
Uitspraakdatum:31-10-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Nummer    22/28541/GA
    
            
Betreft    [Klager]
Datum    31 oktober 2022


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klager heeft – voor zover in beroep aan de orde – beklag ingesteld tegen het niet onverwijld uitreiken van de schriftelijke mededeling aangaande de ontzegging van het bezoek voor de duur van drie maanden.   

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 13 juli 2022 het beklag ongegrond verklaard (G-2022-529). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw mr. G.L.P. Biesmans en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Op grond van artikel 58, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), geeft de directeur van elke beslissing als bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Pbw, onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede gedagtekende en ondertekende mededeling. Uit vaste rechtspraak van de beroepscommissie volgt dat met onverwijld bedoeld wordt binnen 24 uur. De beslissing van de directeur is genomen op 21 juni 2022. De mededeling is pas aan klager uitgereikt op 22 juni 2022 om 16:30 uur. Klager verwijst naar het afschrift van de mededeling waaruit voornoemde datum en tijdstip van uitreiking volgen. Een en ander houdt in dat het besluit inzake de mededeling dat klagers partner voor de duur drie maanden niet op bezoek mag komen niet binnen 24 uur is afgehandeld. 

Standpunt van de directeur
De directeur heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op het beroep te reageren.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 58, tweede lid, onder b, van de Pbw geeft de directeur de gedetineerde onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling van de weigering van de toelating tot de gedetineerde van een bepaald persoon of bepaalde personen, bedoeld in artikel 38, derde lid, van de Pbw. Een dergelijke mededeling moet in beginsel binnen 24 uur worden uitgereikt om te kunnen spreken van onverwijlde uitreiking, tenzij sprake is van zodanig bijzondere omstandigheden dat deze een termijnoverschrijding kunnen rechtvaardigen. Vast staat dat de ontzegging van het bezoek is ingegaan op 20 juni 2022 om 14:10 uur en dat de schriftelijke mededeling daarvan op 22 juni 2022 om 16:30 uur is uitgereikt. Daarmee is de voornoemde termijn van 24 uur overschreden. Niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding kunnen rechtvaardigen. De beroepscommissie zal daarom het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen voor zover in beroep aan de orde en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij zal aan klager een tegemoetkoming van €7,50 toekennen. 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover in beroep aan de orde en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €7,50.


Deze uitspraak is op 31 oktober 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. A. Jongsma en mr. A.M.G. Smit, leden, bijgestaan door mr. P.L. Kraaijenbrink, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter


 

Naar boven