Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/25978/GM, 26 september 2022, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer    22/25978/GM
    
            
Betreft    [klager]
Datum    26 september 2022


Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure
Klagers raadsman, mr. H.M.W. Daamen, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich over het niet op cel mogen hebben van de nitroglycerine-spray (nitro spray).

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman, de heer […], inrichtingsarts, en mevrouw […], hoofd afdeling zorg, van de PI Sittard, gehoord op de digitale zitting van 28 juni 2022.
De heer drs. [...], tandarts en lid van de RSJ, was als toehoorder aanwezig. 

2. De standpunten in beroep
Standpunt van klager
Klager heeft enkele dagen zonder nitro-spray in de isoleercel gezeten. De beslissing hem de spray af te nemen is gezien de medische historie van klager onbegrijpelijk en heeft hem in gevaar gebracht. De dienstdoende arts benadrukte op 30 december 2021 nog dat het innemen van medicatie voor klager van zeer groot belang is. Klager heeft een hoge bloeddruk en meerdere hartinfarcten gehad. Uit de medische voorgeschiedenis van klager blijkt dan ook van een groot risico op een nieuw hartinfarct. De plaatsing in een isoleercel levert ook nog eens extra stress op en vergroot daarmee het risico. Klager rapporteerde ook daadwerkelijk klachten die verband houden met hartproblemen, hij had immers pijn op de borst. 

Het is onbegrijpelijk dat een invallend arts het vaste beleid van de vaste inrichtingsarts wijzigt door van het continu bij zich mogen dragen van de spray over te stappen op verstrekking op afroep. Dit wordt ondersteund door het feit dat twee artsen hebben geconstateerd dat verstrekking op afroep niet werkt en de beleidswijziging ook na enkele dagen weer is teruggedraaid. 

Niet gebleken is van een risico op misbruik van de nitro-spray. Misbruik van dit middel is niet mogelijk en er zijn onvoldoende aanwijzingen dat klager het nu (plotseling) zou gaan misbruiken. Het medicijn bewerkstelligt dat de bloedvaten opengaan zodat een infarct wordt voorkomen. Eventuele bijwerkingen van het medicijn zijn hoofdpijn of duizeligheid. Het is in elk geval geen psychedelicum. Klager weet wanneer hij de spray wel of niet behoort te gebruiken. Van misbruik is in het verleden niet gebleken, terwijl klager de spray al lange tijd bij zich mag dragen. Het is een feit van algemene bekendheid dat niet altijd direct wordt gereageerd op een cel oproep, terwijl de spray direct bij de eerste symptomen moet worden gebruikt. 

Wegens de aard van de medicatie is dan ook onvoldoende zorgvuldigheid betracht in de afweging. Verwezen wordt naar een uitspraak van de RSJ van 4 juli 2007, 07/0929/GA, waarin het ook gaat over een nitro-spray. Het beschreven handelen levert een schending van de zorgplicht op. De medische dienst is verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste medicatie (vgl. RSJ 20 juli 2017, 17/1070/GM). 

Klager heeft ter zitting aanvullend toegelicht dat hij eerder tijdens een lockdown zijn medicatie voor zijn hart en bloeddruk acht dagen niet had gekregen en dat hij toen alleen de nitro-spray bij zich mocht houden. Tijdens zijn verblijf in de isoleercel had hij zijn medicatie uit protest geweigerd, maar uiteindelijk toch ingenomen. 

Standpunt van de inrichtingsarts
Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht. De beslissing is genomen door de huisarts, die op 31 december 2021 spreekuur hield en de beslissing is door de huisarts die op 3 januari 2022 spreekuur hield, weer veranderd. In deze situatie zijn beide beslissingen genomen door zorgprofessionals, waaraan nauwgezet gehoor is gegeven en uit dien hoofde valt hen geen verwijt te maken. 
Ter zitting heeft de inrichtingsarts nader toegelicht dat hij achteraf reconstruerend vermoedt dat de invalarts op 31 december 2021 misbruik van de nitro-spray vreesde omdat klager tijdens de periode dat hij in de isoleercel verbleef alle andere medicatie weigerde en dat het ontbreken van die basismedicatie een groter risico op bijwerkingen of complicaties met zich mee kon brengen. Klager heeft vaker zijn medicatie geweigerd. De nitro-spray is niet eerder van klagers cel afgenomen.  

3. De beoordeling
Anders dan de inrichtingsarts heeft betoogd is er geen reden dat klager, die zich heeft beklaagd over het medisch handelen van de inrichtingsarts als bedoeld in artikel 71b van de Penitentiaire beginselenwet, niet ontvankelijk in zijn klacht zou zijn. 

Klager had de nitro-spray met toestemming van de inrichtingsarts in eigen beheer op zijn cel. Naar het oordeel van de beroepscommissie is in het dossier noch in de toelichting van de inrichtingsarts een deugdelijke reden te vinden voor het afnemen van de nitro-spray. De beroepscommissie neemt daarbij in aanmerking dat klager zijn medicatie vaker heeft geweigerd, maar dat de nitro-spray nooit eerder van hem is afgenomen. Klager verbleef op 31 december 2021 al twee weken in de isoleercel, maar van misbruik van de nitro-spray in die periode bevat het dossier ook geen aanwijzingen. Daarvan is in het verleden evenmin gebleken. 

Gelet op het voorgaande moet het handelen van de inrichtingsarts worden aangemerkt als in strijd met de norm zoals bedoeld in artikel 71f, derde lid, onder a. of b., van de Penitentiaire beginselenwet. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren. De beroepscommissie ziet aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal deze vaststellen op €50,-. 

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van €50,-. 


Deze uitspraak is op 26 september 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. B.A. Geurts en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. K. Kiela, secretaris.
 
 
secretaris    voorzitter
 

Naar boven