Nummer 22/28971/SGA
Betreft [verzoeker]
Datum 22 augustus 2022
Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)
1. De procedure
De directeur van het Justitieel Complex Zaanstad (hierna: de directeur) heeft beslist dat verzoeker gedurende een periode van twaalf weken niet in aanmerking komt voor promotie naar het plusprogramma.
Verzoekers raadsman, mr. W.B.O. van Soest, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.
De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden toegevoegd aan het reeds ingediende klaagschrift (beklagkenmerk ZS-ZZ-2022-483).
2. De ontvankelijkheid
Verzoeker vraagt om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur die in een eerdere schorsingsprocedure al aan de orde is geweest (RSJ 16 augustus 2022, 22/28971/SGA). Het verzoek is toen afgewezen. Een nieuw schorsingsverzoek kan alleen worden behandeld, als er nieuwe feiten of omstandigheden worden aangevoerd die tot schorsing zouden moeten leiden. Anders dan namens verzoeker wordt aangevoerd, is de voorzitter van oordeel dat daarvan geen sprake is. Dat de directeur in zijn schriftelijke reactie in de bovengenoemde eerdere schorsingsprocedure omstandigheden naar voren heeft gebracht die – naast het genoemde meermalen ontoelaatbare gedrag van verzoeker – niet al in de bestreden beslissing waren opgenomen, zodat verzoeker pas na ontvangst van die reactie volledig kennis heeft kunnen nemen van de (verdere) beweegredenen van de directeur om hem te degraderen, levert geen grond op voor een nieuwe inhoudelijke behandeling van het schorsingsverzoek. De schorsingsprocedure voorziet vanwege de spoedeisende aard daarvan en de marginale toets die de voorzitter daarin toepast – anders dan de bodemprocedure – niet in meerdere rondes van hoor en wederhoor.
Gelet op het voorgaande kan verzoeker niet worden ontvangen in zijn verzoek.
3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze uitspraak is op 22 augustus 2022 gedaan door mr. C.N. Dijkstra, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.
secretaris voorzitter
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 04-11-2022 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Uitspraakdatum: 22-08-2022