Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/23963/GA, 8 augustus 2022, beroep
Uitspraakdatum:08-08-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Ordemaatregel  v

Nummer          21/23963/GA

                                   

Betreft [klager]

Datum 8 augustus 2022

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Klager heeft – voor zover in beroep aan de orde - beklag ingesteld tegen:

a.         de omstandigheid dat zijn casemanager niets doet (SC 2021/226);

b.         (naar de beroepscommissie begrijpt) plaatsing in een observatiecel direct na binnenkomst zonder schriftelijke mededeling (SC 2021/231);

c.         de omstandigheid dat hij op 6 september 2021 niet in de gelegenheid is gesteld om te luchten (SC 2021/232);

d.         de omstandigheid dat hij geen arbeid krijgt aangeboden (SC 2021/233);

e.         de omstandigheid dat er geen re-integratiecentrum is (SC 2021/234);

f.          De omstandigheid dat hij geen gebruik mag maken van het Juridisch Loket (SC 2021/235);

g.         de omstandigheid dat hij niet over zijn persoonlijke spullen kan beschikken (SC 2021/237);

h.         de omstandigheid dat hij geen gebruik mag maken van een stenen bord en metalen bestek (SC 2021/239).

 

De beklagcommissie bij het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Scheveningen heeft op 7 oktober 2021 beklag a., b. en d. tot en met g. ongegrond verklaard en beklag c. gegrond verklaard en daarbij bepaald dat de directeur van het PPC Scheveningen (hierna: de directeur) een extra luchtmoment aan klager zal aanbieden. De uitspraak van de beklagcommissie is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld. Ten aanzien van beklag c. is het beroep gericht tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming.

De beroepscommissie heeft klager en de directeur in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Beklag a en e.

Klager heeft de casemanager slechts tien minuten gesproken. Vervolgens heeft hij op meerdere verzoeken om contact geen gehoor gekregen.

Beklag b.

Bij binnenkomst was er geen gedragsdeskundige aanwezig. Er is ook al een overdracht geweest vanuit de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught om afzondering te voorkomen. Klager heeft van 10:00 uur tot ongeveer 15:00 uur zonder goede reden in de afzonderingscel verbleven.

Beklag c.

Achteraf alsnog luchten is geen oplossing. Klager verzoekt om een financiële tegemoetkoming.

 

Beklag d.

Er is slechts één uur per dag arbeid en de uren die gedetineerden niet mogen komen worden tachtig procent uitbetaald. Klager wordt ook ingesloten tijdens de niet geleverde arbeid. Hij verwijst naar de behandelovereenkomst, hoofdstuk 3.2 van de huisregels en artikel 5, onder c, van de Regeling arbeid gedetineerden.

Beklag f.

Klager is niet in de gelegenheid gesteld om contact te leggen met het Juridisch Loket. Er wordt gezegd dat hij telefonisch contact kan opnemen met zijn advocaat, maar klager heeft het Juridisch Loket nodig voor civiel recht.

Beklag g.

De spullen in het landelijk depot zijn van medische noodzaak. Klager heeft toestemming om deze in te voeren. Het is raar dat hij zelf contact moet opnemen met de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). Hij krijgt ook geen contactinformatie van de DV&O.

Beklag h.

De reden om klager geen normaal bestek en servies te verstrekken, was dat een medegedetineerde die uit zijn handen kan grijpen. Anderen op de afdeling maken wel gebruik van normaal bestek en servies.

 

Standpunt van de directeur

De directeur verwijst naar het verweerschrift in beklag en de uitspraak van de beklagcommissie.

 

3. De beoordeling

Beklag b.

Klager beklaagt zich erover dat hij bij binnenkomst in het PPC Scheveningen direct in afzondering is geplaatst, zonder dat daar een schriftelijke beslissing aan ten grondslag lag. De directeur heeft in beklag toegelicht dat op grond van de overdracht vanuit de PI Vught is besloten om klager na binnenkomst in het PPC eerst in een observatiecel te plaatsen. Nadat hij door het behandelteam is gezien, is bepaald op welke afdeling hij geplaatst zou worden.

De huisregels van het PPC Scheveningen luidden ten tijde van het beklag (versie van 21 juli 2017):

Artikel 4.2 Medische verzorging

(…) Bij binnenkomst vindt er een medisch onderzoek plaats. Door dit onderzoek wordt vastgesteld of u medisch gezien in gemeenschap met anderen kunt verblijven en of u in staat bent aan de arbeid en de sport deel te nemen (…)

Artikel 4.3.2 Psycholoog psychiater en arts

PPC: In het PPC zal binnen 24 uur na binnenkomst u gezien worden door een forensisch psychiater. Binnen 72 uur na binnenkomst krijgt u een intake met een behandelcoördinator (psycholoog). In deze intake zal onder andere aandacht worden besteed aan stressoren bij binnenkomst. Daarnaast is de intake gericht op het inwinnen van informatie voor het concept behandelplan en de indicatie van verblijfsintensiteit.

(…)

De beroepscommissie is van oordeel dat een gedetineerde bij binnenkomst in een PPC tijdelijk kan worden geplaatst in een observatiecel in afwachting van gedragskundige beoordeling, indien niet direct een beoordeling van de psychische gesteldheid mogelijk blijkt. Plaatsing in een observatiecel is mogelijk mits dit voor korte duur is. Voor het tijdelijke onderbrengen in een observatiecel is, vanwege de aard en de duur daarvan, geen ordemaatregel vereist, als bedoeld in artikel 24 van de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw). Dit brengt met zich mee dat de directeur in die gevallen niet gehouden is om aan de gedetineerde een schriftelijke mededeling van die tijdelijke plaatsing te geven. Aan de gedetineerde moet wel duidelijk worden gemaakt dat er enkel sprake is van een tijdelijke plaatsing in verband met de afwachting van gedragskundige beoordeling.

Klager heeft bij binnenkomst in het PPC enkele uren, van 10:00 uur tot 14:30 uur, in een observatiecel verbleven. Daarmee is de plaatsing in overeenstemming met de termijn van 24 uur waarbinnen een gedetineerde wordt gezien door een forensisch psychiater, zoals die volgt uit de huisregels. Uit de stukken leidt de beroepscommissie af dat het voor klager duidelijk was dat hij tijdelijk in de observatiecel moest verblijven in afwachting van gedragskundige beoordeling.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de beslissing van de directeur om klager tijdelijk in een observatiecel te plaatsen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Een voorafgaande schriftelijke beslissing was niet vereist. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

 

Overige klachten

Hetgeen in beroep is aangevoerd inzake beklag a., c., d., e., f., g., en h. kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake beklag b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

 

 

Deze uitspraak is op 8 augustus 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. J.B. Oreel, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven