Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0579/GA, 29 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/579/GA

betreft: [klager] datum: 29 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. I.A. Groenendijk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 januari 2008 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring(h.v.b.)/ISD Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze is opgeroepen, is hij niet ter zitting van de beroepscommissie van 8 april 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam verschenen.
Klagers raadsman heeft vooraf aangegeven verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en heeft verzocht de behandeling van het beroep aan te houden. De directeur van voormeld h.v.b. is niet ter zitting verschenen

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een doos met persoonlijke zaken, na klagers overplaatsing.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Klager heeft zijn spullen nimmer ontvangen. Klager bestrijdt dat de directeur op enig moment de spullen aan een andere inrichting heeft gezonden. Klager ziet daar graag een onderbouwing van.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en zal het aanhoudingsverzoek afwijzen.

Klager mist na zijn overplaatsing vanuit het h.v.b./ISD Rotterdam (locatie Noordsingel) naar het h.v.b. te Hoogvliet (de voormalige Stadsgevangenis) een doos met persoonlijke spullen. De directeur heeft zich op het standpunt gesteld dat deze doos per
abuis was gestuurd naar het h.v.b./ISD Rotterdam (locatie De Schie). De doos is retour gekomen en de directeur heeft de doos vervolgens gestuurd naar het h.v.b. te Hoogvliet. De directeur heeft zijn standpunt niet nader onderbouwd. Hij is hiertoe
voldoende in de gelegenheid gesteld. Zo had de directeur een vrachtbrief van verzending kunnen verstrekken, waarmee hij zijn standpunt onderbouwt. Nu de directeur dit heeft nagelaten, is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur zijn standpunt
onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. Aan klager komt een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie wijst het aanhoudingsverzoek af. Zij verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. W.J. Schudel en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 29 april 2008

secretaris voorzitter

Naar boven