Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3107/TA, 28 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3107/TA

betreft: [klager] datum: 28 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 augustus 2007 van de beklagcommissie bij het forensisch psychiatrisch centrum Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting of Veldzicht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager is op 21 februari 2008 in Veldzicht gehoord door het lid van de beroepscommissie mr. R. Weenink, bijgestaan door de secretaris [...].

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 maart 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsman mr. S. Burmeister, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], afdelingshoofd van de ICU van
Veldzicht.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft a. de separatie van klager ingaande op 7 maart 2007, b. het aanbrengen van handboeien en c. het toepassen van de zogenaamde klepbenadering tijdens de separatie.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door klager is in beroep het woord gevoerd zoals weergegeven in verslag van 21 februari 2008, dat aan deze uitspraak wordt gehecht en waarvan de inhoud als hier ingelast wordt beschouwd. In het verslag is abusievelijk vermeld dat klagers separatie is
geëindigd op 9 april 2007. De beroepscommissie vat dit op als een kennelijke schrijf- en/of typefout en leest hiervoor in de plaats 6 april 2007.

Door klagers raadsman is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De separatie is niet tijdig verlengd. Voorts is klager niet door een niet aan de afdeling verbonden onafhankelijke gedragsdeskundige gehoord. Klager is
niet schriftelijk in kennis gesteld van het toepassen van het handboeienregime en de klepbenadering.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verbleef regelmatig op eigen verzoek in de separeerruimte. Momenteel verblijft hij op zijn eigen kamer op de afdeling maar ook af en toe op de separeerafdeling. Per keer wordt er een inschatting gemaakt van zijn toestand.
Naar aanleiding van het incident, dat op de ICU-B heeft plaatsgevonden, is klager in separatie geplaatst waar hij verzorgd werd door het personeel van de ICU-A.
De klepbenadering houdt in dat het personeel met klager via de klep communiceert en het eten aanreikt. Per situatie wordt bekeken en ingeschat of de klepbenadering nodig is. Handboeien worden alleen gebruikt als klager naar buiten gaat. Die beslissing
wordt genomen door het behandelteam. In de multidisciplinaire teamvergadering wordt dagelijks beslist of handboeien noodzakelijk zijn. Daarbij wordt gekeken naar de psychopathologie. Vervolgens beslist de sociotherapeut in de concrete situatie of de
handboeien daadwerkelijk worden aangebracht, maar er moet eerst een teambesluit om handboeien toe te passen, zijn genomen. Klager verbleef op de ICU-B waar het handboeienregime en de klepbenadering werden afgebouwd. Naar aanleiding van de bedreiging is
het handboeien- en klepbenaderingsregime weer toegepast.
Inmiddels is er een longstayaanvraag ingediend. Niet bekend is of de landelijke adviescommissie plaatsing al bezig is met het advies daarover.

De raadsman merkt op het ongelooflijk te vinden dat er een aanvraag voor de longstay wordt ingediend, terwijl de raadsman niet geïnformeerd is.

Het afdelingshoofd van de ICU heeft op 1 april 2008 de secretaris van de beroepscommissie telefonisch meegedeeld dat het toepassen van een handboeienregime c.q. klepbenadering niet in afdelingsregels of in een inrichtings- of afdelingsprotocol nader is
geregeld.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 53, eerste lid aanhef en onder b, Bvt wordt een verpleegde gehoord alvorens een beslissing tot separatie wordt genomen. Voor wat betreft het aanbrengen van handboeien en het toepassen van een zogenaamde klepbenadering is geen
hoorplicht in de wet vastgelegd.

Uit artikel 7, vierde lid, onder b, Bvt volgt dat een beslissing tot separatie is voorbehouden aan het hoofd van de inrichting of diens plaatsvervanger. Uit het bij de stukken gevoegde schrijven van 31 augustus 2007 blijkt dat het betreffende hoofd
van
dienst, dat klager terzake heeft gehoord en de beslissing heeft genomen, formeel is aangewezen als plaatsvervanger van het hoofd van de inrichting. De wet stelt verder niet de eis dat de verpleegde terzake gehoord dient te worden door een
onafhankelijke
gedragsdeskundige. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel dat geen sprake is van een onbevoegd genomen beslissing of van schending van de hoorplicht.

Met betrekking tot onderdeel a.:
Uit artikel 34, tweede lid en vierde lid, Bvt volgt dat een ononderbroken verblijf in separatie ten hoogste vier weken duurt behoudens verlenging met schriftelijke machtiging van de Minister met telkens ten hoogste vier weken. Klager is gesepareerd met
ingang van 7 maart 2007 tot 6 april 2007. Niet is gebleken dat de separatie met machtiging van de Minister is verlengd. Derhalve is niet voldaan aan voormelde eisen van artikel 34, tweede en vierde lid, Bvt en zal de beroepscommissie het beroep
formeel
gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt vernietigen en het beklag alsnog op formele grond gegrond verklaren. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 10,=.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie dat uit de wettelijke aantekeningen is gebleken dat klager in verband met zijn psychische toestand verzocht heeft om groot alarm te maken en vervolgens een sociotherapeut bij haar haar heeft vast gegrepen en
gehouden.
De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, de beslissing om klager in verband met de handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting en de afwending van ernstig gevaar voor klagers gezondheid voor voornoemde periode te
separeren niet als onredelijk of onbillijk of disproportioneel kan worden aangemerkt. Zij zal het beroep op dit punt materieel ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

Met betrekking tot onderdeel b.:
Uit artikel 30, eerste lid, Bvt volgt dat het hoofd van de inrichting bevoegd is jegens een verpleegde geweld te gebruiken of vrijheidsbeperkende middelen aan te wenden voor zover dit noodzakelijk is met het oog op de handhaving van de orde of de
veiligheid in de inrichting, de uitvoering van een bij of krachtens deze wet genomen beslissing, de voorkoming van de onttrekking van een verpleegde aan het op hem uitgeoefende toezicht en de uitvoering van in dat artikel omschreven beslissingen van de
rechter-commissaris of de officier van justitie.

Nadere regels als bedoeld in artikel 30, vierde lid, Bvt zijn gesteld in de Geweldsinstructie inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden. Uit artikel 1, aanhef en onder f onder 1o, van de Geweldsinstructie volgt dat handboeien worden
aangemerkt als een vrijheidsbeperkend middel. Terzake van de toepassing van een vrijheidsbeperkend middel, anders dan voor een geweldsmiddel, is geen hoor- en of mededelingsplicht vastgelegd. Wel dient de toepassing van het vrijheidsbeperkende middel
noodzakelijk te zijn met het oog op een van de belangen als vermeld in artikel 30, eerste lid, Bvt.

Uit de wettelijke aantekeningen volgt dat klager, ook nadat hij gesepareerd was, een dermate onvoorspelbare indruk maakte dat het niet veilig werd geacht om de deur van de separeerruimte te openen.
Uit de toelichting van het afdelingshoofd ter zitting is gebleken dat tijdens de multidisciplinaire teamvergadering dagelijks is besproken of handboeien noodzakelijk waren en dat daarbij klagers psychopathologie in acht is genomen. Vervolgens is in de
concrete situatie beslist of de handboeien daadwerkelijk noodzakelijk waren.
De beroepscommissie is van oordeel dat op grond van het voorgaande de toepassing van handboeien noodzakelijk kon worden geacht met het oog op de handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting en dat telkens een zorgvuldige belangenafweging
heeft plaatsgevonden. Zij zal terzake het beroep op dit punt ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

Met betrekking tot onderdeel c.:
Voor wat betreft de toepassing van de klepbenadering, hetgeen anders dan de toepassing van handboeien niet kan worden aangemerkt als een vrijheidsbeperkend middel en geen beklagwaardige beslissing betreft als vermeld in de artikelen 56 en 57 Bvt, kan
de
beroepscommissie klager niet in het beklag ontvangen.
Zij zal op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart onderdeel a. van het beroep formeel gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog formeel gegrond en bepaalt de aan klager toekomende tegemoetkoming op € 10,=.
Zij verklaart onderdeel a. van het beroep materieel ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Zij verklaart onderdeel b. van het beroep ongegrond, met bevestiging van de uitspraak van de beklagcommissie en met wijziging van de gronden.
De beroepscommissie vernietigt met betrekking tot onderdeel c. de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager in zoverre alsnog niet-ontvankelijk in het
beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, mr. R. Weenink en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 28 april 2008

secretaris voorzitter

Naar boven