Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/26543/GB en 22/27849/GB, 29 juli 2022, beroep
Uitspraakdatum:29-07-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer 22/26543/GB en 22/27849/GB         

Betreft [klager]

Datum 29 juli 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op de beroepen van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Alphen te Alphen aan den Rijn.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 15 maart 2022 afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. J.M. Buchel, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing (22/26543/GB).

Verweerder heeft op 16 mei 2022 beslist klager over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie Klein Bankenbosch te Veenhuizen.

Klager heeft daartegen bezwaar ingesteld. Verweerder heeft op 10 juni 2022 het bezwaar ongegrond verklaard.

Klagers raadsman, mr. M.A.M. Karsten, (kantoorgenoot van mr. J.M. Buchel) heeft namens klager beroep ingesteld tegen die beslissing (22/27849/GB).

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en raadsman en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van de beroepschriften, de reacties van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager wil worden overgeplaatst naar de PI Alphen, omdat hij in het Justitieel Complex (JC) Zaanstad niet de medische zorg krijgt die hij vanwege zijn medische situatie nodig heeft. Hij lijdt aan colitis ulcerosa. Dat is een chronische ontsteking van de dikke darm. Daarom heeft hij een rectale drain die meermaals per dag gedraaid en verzorgd moet worden. Ook heeft hij een stoma. Klager heeft pijnstillers, speciale zorg en aangepaste voeding nodig.

Hij heeft eerder in de PI Alphen verbleven en de medische zorg in de PI Alpen sluit beter aan bij zijn zorgbehoefte. De medische dienst van het JC Zaanstad is niet in staat gebleken om klagers drain drie keer per dag te draaien. Hij heeft daarover ook meerdere klaagschriften ingediend die gegrond zijn verklaard. De drain is sinds deze op 9 februari 2022 (opnieuw) is geplaatst nog geen één keer schoongemaakt door de medische dienst. Als gevolg daarvan zijn op 13 februari 2022 nieuwe abcessen ontstaan. Klager kreeg daardoor koorts en hij moest opnieuw worden geopereerd. Hij is op 18 februari 2022 naar het ziekenhuis gebracht. Hij zou daar eigenlijk tot 25 februari 2022 blijven om verzorgd te worden, maar vanwege hoge personeelskosten is besloten om hem na de operatie terug te brengen naar de inrichting. Hij mocht daarbij geen gebruik maken van ‘luxe vervoer’, terwijl hij dat nodig heeft, omdat hij in een rolstoel zit. Na de operatie moest het operatiegebied tweemaal daags worden gespoeld, maar dit gebeurde niet.

Op 22 maart 2022 had klager opnieuw een afspraak in het ziekenhuis, maar daarvoor is geen transport aangevraagd. Het is schrijnend dat de medische dienst van het JC Zaanstad schrijft dat hij geen hulp nodig heeft en alles zelf wel kan. Zijn medische situatie wordt gebagatelliseerd. Omdat de noodzakelijke zorg vanuit de medische dienst ontbrak, heeft klager medegedetineerden moeten vragen om hem te helpen. Zij zijn geen medisch specialisten en kunnen hem minimale zorg bieden. Een medegedetineerde spoelde zijn drain.

Toen klager eerder in de PI Alpen verbleef hielp de medische dienst hem beter. Hij verblijft nu in de locatie Klein Bankenbosch, maar wil nog steeds worden overgeplaatst naar de PI Alphen. Alleen al vanwege de afstand is de locatie Klein Bankenbosch geen goed alternatief. Klager moet regelmatig naar het ziekenhuis in Leiden, de afgelopen periode al 21 keer. Die reisafstand is veel beter overbrugbaar vanuit de PI Alphen.

Klager heeft meer nodig dan alleen een mindervalide-cel. In de locatie Klein Bankenbosch heeft hij geen douche op zijn cel (die had hij in het JC Zaanstad wel), terwijl dat noodzakelijk is om zichzelf en zijn medische hulpmiddelen, zoals een stoma, te reinigen.

Klagers partner woont in Den Helder. Zij heeft geen auto. De reisafstand naar de locatie Klein Bankenbosch maakt bezoek haast niet mogelijk en vergt een onredelijke inspanning.

Klager verzoekt om aan hem een tegemoetkoming toe te kennen.

Standpunt van verweerder in 22/26543/GB

Klager is op 16 mei 2022 geselecteerd voor plaatsing in de gevangenis van de locatie Klein Bankenbosch. Hij is daar op 27 mei 2022 geplaatst. Daarom is klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Standpunt van verweerder in 22/27849/GB

De medische voorzieningen in een inrichting vallen onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Verweerder heeft geen bevoegdheid om daarover te oordelen. Wellicht kan de medische dienst van de inrichting klager verder helpen met het reinigen van de medische hulpmiddelen.

Er zijn slechts enkele inrichtingen binnen Nederland die over mindervalide-cellen beschikken en in de praktijk blijkt dat er doorgaans weinig doorstroom in zit. De noodzaak van de plaatsing in een mindervalide cel gaat boven de bezoekproblemen die deze plaatsing met zich meebrengen.

3. De beoordeling

Vanwege de samenhang tussen de beroepen zal de beroepscommissie deze in één uitspraak behandelen.

Klager verbleef in de gevangenis van het JC Zaanstad. Op 16 mei 2022 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Klein Bankenbosch, omdat hij in het JC Zaanstad geen gebruik meer kon maken van een mindervalide cel. Uit navraag door de beroepscommissie is gebleken dat hij nog steeds graag wil worden overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Alphen, omdat de medische zorg in de PI Alphen beter aansluit bij zijn zorgbehoefte en de PI Alphen dichter bij het ziekenhuis in Leiden ligt. De beroepscommissie zal de beroepen dan ook inhoudelijk beoordelen.

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als in dat arrondissement geen gevangenis is aangewezen of als daar geen plaats beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang.

Klagers vestigingsadres bevindt zich in het arrondissement Noord-Holland. Hij was geplaatst in het JC Zaanstad in dat arrondissement. Hij is overgeplaatst naar een aanpalend arrondissement, namelijk in de locatie Klein Bankenbosch in het arrondissement Noord Nederland. Hij wenst overgeplaatst te worden naar de PI Alphen in het, eveneens aanpalende, arrondissement Den Haag.

Verweerder heeft klagers overplaatsingsverzoek naar de PI Alphen afgewezen, omdat de directeur van het JC Zaanstad aangaf dat klager alle nodige medisch zorg kreeg en dagelijks werd bezocht door de medische dienst. De medische dienst gaf aan dat zij van oordeel is dat klager zelf zijn drain kan spoelen. Ten aanzien van de medische zorg in het JC Zaanstad overweegt de beroepscommissie dat zij hierover in deze procedure geen oordeel kan geven. Indien klager het niet eens is met medische beslissingen staat de medische beklagprocedure voor hem open.

Klager verzoekt tevens om overplaatsing vanwege de reisafstand naar het ziekenhuis in Leiden. Hij gaat vanwege zijn chronische darmziekte regelmatig voor behandeling naar het ziekenhuis. Een enkele reis vanaf de locatie Klein Bankenbosch is 2,5 uur en vanaf de PI Alphen is dit 30 minuten. Volgens klagers registratiekaart is hij van 8 februari 2021 tot en met 22 juni 2022 zestien keer naar het ziekenhuis geweest. In het bezwaarschrift geeft klager aan dat zijn partner in Den Helder woont en bezoek haast niet mogelijk is, omdat een enkele reis met het openbaar vervoer naar de locatie Klein Bankenbosch vijf uur kost. Klagers dochter woont bij pleegouders in Leiden. Hij krijgt verlof om haar zes keer per jaar te bezoeken. De autorit naar Leiden voor het bezoek aan zijn dochter en aan het ziekenhuis is volgens klager erg belastend.

Verweerder raadt klager in de beslissing op bezwaar aan om een medisch onderzoek te laten instellen door de medisch adviseur bij de afdeling Individuele Medische Advisering (IMA). Daaruit zou kunnen blijken dat er sprake is van een dusdanige reisbeperking dat hij niet naar het ziekenhuis in Leiden kan reizen. De beroepscommissie overweegt dat het in de fase van het opstellen van een selectieadvies echter de verantwoordelijkheid is van de directeur om adviezen te verzamelen.

De beroepscommissie is van oordeel dat de door klager aangevoerde omstandigheden betreffende zijn medische situatie en de reisafstand naar Leiden aanleiding geven om zijn bezwaar voor te leggen aan de medisch adviseur bij de afdeling IMA. Daarbij zou ook de noodzaak van een verblijf in een mindervalide-cel kunnen worden beoordeeld, aangezien de beschikbaarheid van een mindervalide cel voor verweerder doorslaggevend is geweest bij de overplaatsing naar de locatie Klein Bankenbosch. Het is de beroepscommissie niet duidelijk geworden of de PI Alphen beschikt over een mindervalide-cel.

Gelet op het voorgaande zijn de bestreden beslissingen onvoldoende zorgvuldig voorbereid en onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal de beroepen daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissingen vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak nadat de medisch adviseur van de afdeling IMA advies heeft uitgebracht. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart de beroepen gegrond en vernietigt de bestreden beslissingen. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak nadat de medisch adviseur van de afdeling IMA advies heeft uitgebracht. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 29 juli 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, mr. M.J. Stolwerk en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. A. Laagland, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven