Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/27265/GB, 26 juli 2022, beroep
Uitspraakdatum:26-07-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer 22/27265/GB

Betreft klager

Datum 26 juli 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van klager (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan tot overplaatsing naar de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Dordrecht.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 25 april 2022 afgewezen.

Klagers raadsvrouw, mr. E.A. Blok, heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsvrouw en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager wil graag overgeplaatst worden naar de PI Dordrecht, omdat hij daar makkelijker bezoek kan ontvangen van zijn partner. Klager heeft samen met zijn partner een huis in [plaats], dat op slechts acht minuten reizen van de PI ligt. Als klager in de PI Dordrecht geplaatst zal worden, hoeft zijn partner geen verlof meer op te nemen van haar werk om klager te kunnen bezoeken. Op dit moment neemt zij wekelijks een halve dag vrij van haar werk om klager te kunnen bezoeken in de PI Krimpen aan den IJssel. Dat is niet langer houdbaar, omdat haar verlofuren opraken.

Verweerder heeft eerder, op 23 maart 2022, positief beslist op klagers verzoek. Deze beslissing is echter komen te vervallen, nadat bleek dat in de PI Dordrecht een mededader van klager verblijft. Verweerder heeft niet gemotiveerd waarom dit een probleem zou zijn. Er is hierover ook geen contact geweest tussen verweerder en de officier van justitie. Klagers mededader heeft in eerste instantie verklaard dat hij klager niet kende en heeft daarna wisselend verklaard over hun relatie tot elkaar. Klager kan ook op een andere afdeling geplaatst worden dan waar de mededader verblijft. Op die manier wordt contact tussen beiden voorkomen.

Niet gebleken is dat verweerder klagers persoonlijke belangen heeft meegewogen bij het nemen van de bestreden beslissing.

Standpunt van verweerder

Bij het opstellen van het selectieadvies van 28 februari 2022 door de PI Krimpen aan den IJssel had de directeur nog niet kennisgenomen van het voorgeleidingsformulier. In dit formulier staat dat klager niet samen geplaatst kan worden met een mededader. Na uitreiking van de eerdere positieve selectiebeslissing van 28 maart 2022 gaf de PI Dordrecht aan dat klager en de mededader niet samen geplaatst konden worden.

Klagers casemanager heeft hierover contact gehad met de officier van justitie. Verder blijkt uit een bericht van de casemanager van de PI Dordrecht dat klagers mededader een overplaatsing van klager naar de PI Dordrecht niet op prijs stelt en daar bezwaar tegen heeft. De mededader geeft aan dat 'het niet goed gaat komen' als klager daar geplaatst wordt. Klagers overplaatsing is daarom alsnog geannuleerd.

Verder is de reisafstand van [plaats] naar de PI Krimpen aan den IJssel redelijk te noemen. Dit is slechts 25 minuten (ANWB-routeplanner). Bovendien zijn bezoekproblemen inherent aan het ondergaan van detentie en vormen deze, buiten bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium.

3. De beoordeling

Klager verblijft op dit moment in de gevangenis van de PI Krimpen aan den IJssel. Hij wil worden overgeplaatst naar de gevangenis van de PI Dordrecht, omdat hij daar makkelijker bezoek kan ontvangen van zijn partner.

Op grond van artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden wordt een gedetineerde die tot een gevangenisstraf is veroordeeld, in beginsel in het arrondissement van vestiging geplaatst. Als in dat arrondissement geen gevangenis is aangewezen of als daar geen plaats beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een aanpalend arrondissement geplaatst. Gedetineerden die in het plusprogramma verblijven krijgen voorrang.

Uit de stukken blijkt dat klager een vestigingsadres in Dordrecht heeft. Hoewel de beroepscommissie begrijpt dat klager dichter bij zijn partner gedetineerd wil zijn, is de reisafstand tussen [plaats] dan wel [plaats] en Krimpen aan den IJssel niet onredelijk te noemen. Daar staat tegenover dat klagers partner verlof moet opnemen van haar werk om klager te kunnen bezoeken en dat deze situatie voor haar niet langer houdbaar is. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klagers partner dit voldoende gespecificeerd in het beroepschrift. Verweerder heeft deze omstandigheden niet weersproken. Verweerder heeft ook geen bezoekerslijst overgelegd waaruit kan blijken of klager tot dusver wel bezoek van partner ontving (en of dat op dit moment eventueel minder wordt).

Verder overweegt de beroepscommissie als volgt.

Verweerder stelt dat klager niet overgeplaatst kan worden naar de PI Dordrecht, omdat daar een mededader van klager gedetineerd is. Hoewel de mededader bezwaar heeft tegen een overplaatsing van klager en op het voorgeleidingsformulier - van 16 augustus 2021 - vermeld staat dat klager niet samen met deze mededader geplaatst mag worden, acht de beroepscommissie deze motivering onvoldoende om de bestreden beslissing te kunnen dragen. De beroepscommissie overweegt daartoe dat klager inmiddels in eerste aanleg is veroordeeld en dat niet gebleken is dat verweerder expliciet navraag heeft gedaan bij het OM of er op dit moment nog bezwaar bestaat tegen plaatsing van klager in dezelfde PI als zijn mededader.

Gelet op al het voorgaande is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd en is onvoldoende gebleken dat verweerder een kenbare belangenafweging heeft gemaakt, waarbij eventuele alternatieven bij plaatsing van klager in de PI Dordrecht - bijvoorbeeld op een andere afdeling - zijn onderzocht. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren en de bestreden beslissing vernietigen. Zij zal verweerder opdragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak (en klagers bezoekerslijst), binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt verweerder op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Deze uitspraak is op 26 juli 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.W.J. Vinkes, voorzitter, mr. M.J. Stolwerk en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven