Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0573/GA, 28 april 2008, beroep
Uitspraakdatum:28-04-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/573/GA

betreft: [klager] datum: 25 april 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 februari 2008 van de beklagcommissie bij de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 april 2008, gehouden in penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is de directeur, [...], gehoord. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het ontbreken van één paar Adidas slippers en drie cd’s, na een overplaatsing en toegebrachte schade aan klagers radio.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Klagers radio was onbeschadigd op het moment dat klager in de afzonderingscel werd geplaatst. De radio moet dus tijdens het inpakken of het transport beschadigd zijn. Klager heeft daar geen controle over gehad. Daarom is klager van mening dat hij
daarvoor niet aansprakelijk gesteld kan worden. Ook niet voor de vermissing van de cd’s en slippers. De slippers stonden naast de verwarming in klagers cel. Klager was niet aanwezig bij de ontruiming van zijn cel. Klager heeft de inventarisatielijst
niet kunnen controleren en heeft deze niet ondertekend. De beklagcommissie stelt dat een gedetineerde zelf aansprakelijk is voor voorwerpen in zijn verblijfsruimte, maar klagers verblijfsruimte was op het ontruimingsmoment de afzonderingscel. Klager
vraagt zich af hoe het mogelijk is dat hij zelf aansprakelijk is voor de beschadiging c.q. vermissing van zijn spullen.

De directeur heeft ter zitting zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij het inpakken volgens de laatst geldende procedure is geen schade aan klagers radio geconstateerd. De radio werd gewikkeld in een dekbedovertrek en in een aparte doos ingepakt en verstuurd. Klager had een aantal cd’s uitgeleend aan
medegedetineerden.
Daarvan zijn twee cd’s teruggegeven. De directeur weet niet of alle uitgeleende cd’s zijn afgegeven. In totaal zijn elf cd’s ingepakt en verstuurd. Er zijn geen slippers aangetroffen c.q. ingepakt. Klager verbleef in een éénpersoonscel. De directeur
vindt niet dat hij verantwoordelijk is voor de vermissing van klagers spullen en de beschadiging aan de radio, mede ook nu in de gevangenis/ISD De Grittenborgh te Hoogeveen voor ontvangst van de verzonden goederen is getekend.

3. De beoordeling
Met betrekking tot de aansprakelijkheid van de directeur van de gevangenis Zuyderbos te Heerhugowaard, overweegt de beroepscommissie het volgende. Op het vervoer van goederen van gedetineerden zijn van toepassing de circulaires van de minister van
Justitie van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJI, en 20 december 1996, kenmerk 586080/96/DJI. De in deze circulaires vervatte regeling houdt, voor zover hier van belang, met betrekking tot de aansprakelijkheid van inrichtingen van het
gevangeniswezen voor het vervoer van goederen van gedetineerden het volgende in: als uitgangspunt geldt “dat de verzendende inrichting aansprakelijk is voor de vracht. Na tekenen voor ontvangst door de ontvangende inrichting gaat de
verantwoordelijkheid
over op deze inrichting. Klachten dienen dus, afhankelijk van het feit of er wel of niet getekend is voor ontvangst, bij de verzendende dan wel de ontvangende inrichting te worden gedeponeerd”. Als blijkt “dat de schade duidelijk te wijten is aan het
handelen van de vrachtdienst, dan zal de (des)betreffende inrichting dit in onderling overleg met de LVJ (thans DV&O) dienen te regelen. De (des)betreffende inrichting betaalt in deze gevallen de overeengekomen schadevergoeding aan de klager en vordert
dit vervolgens terug bij de LVJ (thans DV&O). Een klacht van een gedetineerde kan dus niet direct bij de LVJ (thans DV&O) worden gedeponeerd (...)”.

De beroepscommissie stelt vast dat in de gevangenis De Grittenborgh te Hoogeveen is getekend voor ontvangst van de – door tussenkomst van DV&O verzonden – goederen van klager. Daarmee is, zoals hiervoor overwogen, de aansprakelijkheid overgegaan op de
directeur van de gevangenis De Grittenborgh. Dat zou slechts anders zijn als de directeur aanwijsbaar kan aantonen dat eventuele schade niet aan hem verweten kan worden. Dat is hier niet het geval. Gelet daarop had de beklagcommissie bij de gevangenis
De Grittenborgh, waar klager zijn beklag had ingediend, het klaagschrift in behandeling moeten nemen en het niet moeten doorsturen aan de beklagcommissie bij de gevangenis Zuyderbos. De beroepscommissie zal de beslissing van de beklagcommissie daarom
in
zijn geheel vernietigen en het beklag om proces-economische redenen – als ware het gericht tegen een beslissing van de directeur van de gevangenis De Grittenborgh – zelf afdoen.

De beroepscommissie oordeelt dat uit de mededeling van de directeur van de gevangenis Zuyderbos blijkt dat niet al klagers cd’s op cel lagen. In ieder geval blijkt uit het ontruimingsrapport dat elf cd’s zijn ingepakt en voor verzending zijn
aangeboden.
Met betrekking tot de cd’s en slippers oordeelt de beroepscommissie dat niet kan worden vastgesteld dat deze bij ontvangst in de ontvangende inrichting De Grittenborgh vermist werden. Voorts heeft klager onvoldoende aannemelijk gemaakt dat schade aan
zijn radio is toegebracht. De beroepscommissie beslist daarom als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt om proces-economische redenen de uitspraak van beklagcommissie. Zij verstaat dat het beklag is gericht tegen een beslissing van de directeur van de gevangenis De Grittenborgh. Zij verklaart dat beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. W.J. Schudel en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 25 april 2008

secretaris voorzitter

Naar boven