Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 21/19492/GA, 8 juli 2022, beroep
Uitspraakdatum:08-07-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Nummer 21/19492/GA    

Betreft [klager]

Datum 8 juli 2022

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft beklag ingesteld tegen de beslissing hem te degraderen naar het basisprogramma.

De beklagrechter bij de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard heeft op 4 januari 2021 het beklag ongegrond verklaard (G-2020-000780). De uitspraak van de beklagrechter is bijgevoegd.

Klager heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld.

Klager en de directeur van de PI Sittard (hierna: de directeur) hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op de zitting van 15 oktober 2021 in de PI Vught te worden gehoord. Namens de directeur is op 12 oktober 2021 een schriftelijke reactie op het beroep aan de RSJ toegezonden. Na de zitting is gebleken dat de oproep voor de zitting klager te laat heeft bereikt. De beroepscommissie betreurt dit. Nu de beroepscommissie zal oordelen dat het beroep van klager gegrond is, meent de beroepscommissie dat in dit geval bij hoge uitzondering en gelet op het lange tijdverloop – de beslissing van de directeur dateerde van

1 december 2020 – het nader laten toelichten van het beroepschrift, alsmede het nader reageren op het standpunt van de directeur door klager achterwege kan blijven.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Naar aanleiding van een foute urinecontrole is de opgelegde straf gecompenseerd met een andere straf. Klager was onschuldig en had niets gebruikt. Vervolgens is klager bij een nieuwe urinecontrole opnieuw een rapport aangezegd en is dit niet verder afgehandeld, terwijl inmiddels duidelijk was dat er in 30% van de gevallen bij controle een vals positieve uitslag volgt als gevolg van klagers avondmedicatie. Dit heeft klager vanaf het begin duidelijk gemaakt, maar hiermee is niets gedaan. 

Standpunt van de directeur

Op 19 november 2020 is klager een rapport aangezegd, omdat hij bij een afgenomen urinecontrole op 9 november 2020 positief scoorde op methadon (voorgeschreven) en benzo. Omdat hij geen medicatie krijgt voor benzo, is hij teruggeplaatst naar het basisprogramma per 1 december 2020. Uit onderzoek door het hoofd zorg is achteraf gebleken dat de medicatie die klager krijgt een vals positieve uitslag kan geven op benzo. Op 18 december 2020 heeft klager opnieuw een urinecontrole gehad. Klager scoort nu op methadon (voorgeschreven) en THC. Bij de rapportafhandeling is klager geen straf opgelegd, omdat de directie per abuis van mening was dat de score op THC werd veroorzaakt door het gebruik van methadon.  Klager is in eerste instantie in november mogelijk onterecht gestraft en gedegradeerd en in december onweerlegbaar onterecht niet gestraft naar aanleiding van een score op THC. Zowel de uitslagen van de urinecontroles als de rapportafhandelingen zijn niet correct of voor meerdere uitleggen vatbaar. Als oplossing is besloten om klager te laten promoveren per 31 december 2020 en met voorrang terug te plaatsing op afdeling A. Klager heeft dan zijn straf gehad voor het geval hij die verdiende en hij heeft daarmee een tegemoetkoming gehad voor het geval de inrichting hem in zijn rechten heeft geschonden. Klager heeft zelf afgezien van plaatsing op afdeling A (gevangenisregime met plusprogramma) en heeft tot het einde van zijn detentie vrijwillig verbleven op een afdeling gevangenisregime met basisprogramma.  

3. De beoordeling

In het onderhavige beroep is de beslissing tot terugplaatsing naar het basisprogramma van 1 december 2020 aan de orde. Uit die beslissing volgt dat klager is teruggeplaatst naar het basisprogramma wegens een positieve urinecontrole, afgenomen op 9 november 2020, op het gebruik van benzodiazepine.

Uit de nadere inlichtingen van de directeur volgt dat uit onderzoek door het hoofd zorg achteraf is gebleken dat de medicatie die klager krijgt een vals positieve uitslag kan geven op het gebruik van benzodiazepine. Nu niet kan worden vastgesteld of klager een terechte positieve uitslag heeft gehad, is de feitelijke grondslag aan de degradatiebeslissing van 1 december 2020 komen te ontvallen. Een ten onrechte niet opgelegde straf voor een positieve urinecontrole op 18 december 2020 kan niet – ter compensatie achteraf – worden meegenomen bij de vraag of de beslissing om klager op 1 december 2020 te degraderen terecht is genomen. Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, moet de beslissing van de directeur als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. Nu klager per 31 december 2020 weer voor promotie in aanmerking is gekomen, zal de beroepscommissie deze vaststellen op €30,-.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent een tegemoetkoming toe van € 30,-.

Deze uitspraak is op 8 juli 2022 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. A. Jongsma, voorzitter, mr. R. Raat en mr. M.J. Stolwerk, leden, bijgestaan door mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven