Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 22/28163/SGA, 5 juli 2022, schorsing
Uitspraakdatum:05-07-2022

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer 22/28163/SGA      

Betreft [verzoeker]

Datum 5 juli 2022

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [verzoeker] (hierna: verzoeker)

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting Lelystad (hierna: de directeur) heeft aan verzoeker een disciplinaire straf opgelegd van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie, vanwege een positieve uitslag bij een urinecontrole, ingaande op 4 juli 2022 om 16:30 uur en eindigend op 7 juli 2022 om 16:30 uur.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur op het schorsingsverzoek en van verzoekers klaagschrift (beklagkenmerk pl2022/582) en van het klaagschrift van verzoekers raadsman, mr. W.B.O. van Soest.

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Door en namens verzoeker wordt aangevoerd dat hem geen schriftelijk verslag is aangezegd en dat hem daardoor het recht is ontnomen om een herhalingsonderzoek aan te vragen.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoekers urinecontrole, afgenomen op 27 juni 2022, positief scoorde op THC met een waarde van >1000. Uit het schriftelijk verslag van 3 juli 2022 blijkt dat de verslaglegging daarvan wel aan verzoeker is medegedeeld en dat hij dus op de hoogte is gesteld van de positieve uitslag. Of aan verzoeker de mogelijkheid tot een herhalingsonderzoek is aangeboden, is onduidelijk. De directeur voert daarover aan dat dit in het algemeen wel gebeurt. Uit het schriftelijk verslag volgt wel dat er een herhalingsonderzoek heeft plaatsgevonden, aldus de directeur. Echter staat op het uitslagenformulier geen uitslag van een herhalingsonderzoek vermeld en wordt er daardoor geen blijk van gegeven dat het herhalingsonderzoek is uitgevoerd.

De voorzitter overweegt als volgt.

Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Regeling Urinecontrole penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) heeft de gedetineerde het recht op een herhalingsonderzoek. Verzoeker stelt dat hem geen mogelijkheid is geboden om een herhalingsonderzoek uit te laten voeren. De directeur erkent dat niet vastgesteld kan worden of er een herhalingsonderzoek is aangeboden en uitgevoerd. Gelet hierop kan niet vastgesteld worden of het bepaalde in de Regeling is nageleefd. Gelet op het voorgaande, en nu de urinecontrole van 27 juni 2022 ten grondslag ligt aan de bestreden beslissing, moet de beslissing van de directeur als zodanig onredelijk en onbillijk worden aangemerkt, dat dat er een spoedeisend belang is om het verzoek toe te wijzen.

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

Deze uitspraak is op 5 juli 2022 gegeven door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door mr. L. van der Linden, secretaris.

 

secretaris        voorzitter

Naar boven